In de Bijbel geeft God in het Oude Testament het gebod "Heb uw naaste net zo lief als uzelf". In Het Nieuwe Testament spreekt Jezus, in antwoord op de vraag "wie is mijn naaste?", over de naaste als een persoon die op iemands weg wordt geplaatst. Dit hoeft dus niet per se een bekende van iemand te zijn.
Jezus maakt in deze parabel duidelijk dat onze naaste iedereen is om ons heen, ongeacht hun etnische, religieuze of sociaal-economische status . Verder benadrukt Jezus vier acties die praktisch liefde voor onze naaste demonstreren: 1. Erken de realiteit en het effect van zonde op onze naaste.
Het bekendste gebod uit de Bijbel ten aanzien van de naaste is het gebod van de naastenliefde in Leviticus 19:18, waar staat dat deIsraëlieten hun naaste moeten liefhebben als zichzelf. In de verzen vóór dit belangrijke gebod staat concreet wat dat inhoudt (Lev. 19:11-18a).
Toen Jezus vroeg: ‘Wie is mijn naaste?’ antwoordde Hij door de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan te vertellen. Hij wees erop dat je naaste de persoon is wiens behoefte je ziet en die je kunt vervullen (Lucas 10:26-37).
De woorden “heb je naaste lief als jezelf” worden vaak zo uitgelegd dat we moeten leren om van onszelf te houden, zodat we vervolgens ook van anderen kunnen houden. Het Hebreeuws kan echter ook op een iets andere manier worden geïnterpreteerd, nl. “heb uw naaste lief die is zoals u”.
In verband met Gods liefde voor ons is dit onvoorwaardelijke liefde: volkomen genadig, genereus en zonder voorwaarden. Let vooral op wat Jezus zegt: "Heb uw naaste lief als uzelf." Dit betekent dat als we onze naasten onvoorwaardelijk en genereus willen liefhebben, we ook onszelf op die manier moeten liefhebben!
Naaste is een sociale term waarmee meestal personen worden aangeduid die dicht bij iemand staan. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan familie, vrienden en aangenomen/aangetrouwde familie, waar een goede band mee is.
Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste? En Jezus antwoordde en zeide: Een zeker mens ging af van Jeruzalem naar Jericho, en viel onder rovers, die hem zijn klederen uittrokken, en hem mishandelden, en heengingen, en hem halfdood lieten liggen.
Wanneer een wetgeleerde Jezus vraagt om uit te leggen “wie is mijn naaste?” (Lucas 10:29 NBV), door hem het verhaal van de barmhartige Samaritaan te vertellen, maakt Jezus duidelijk dat ‘naaste’ niet alleen vriend betekent, noch iemand van hetzelfde ras, religie of nationaliteit . Naastenliefde is niet situationeel.
Sommigen beperken de betekenis van ‘naaste’ tot ‘ uw naaste familie ’, terwijl anderen de betekenis uitbreiden tot ‘uw mensen’ of ‘degenen die tot uw ras behoren’. Er zijn ook mensen die geloven dat het doel van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is om te leren dat iemand alleen uw naaste kan zijn als, zoals de ...
SAMENVATTING. Een deel van een lijst met wetten betreffende relaties, Leviticus 19:18 stelt: “ U mag geen wraak nemen of een wrok koesteren tegen iemand van uw volk, maar u moet uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de HEERE.”
“ Een rechtvaardige is een gids voor zijn naaste, maar de weg van de goddelozen doet hen dwalen .” (Spreuken 12:26) “Wees geen getuige tegen uw naaste zonder reden, en bedrieg niet met uw lippen.” (Spreuken 24:28) “Een man die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor diens voeten.” (Spreuken 29:5)
Jezus antwoordde: 'Heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit gebod is het eerste en het belangrijkste. Het tweede gebod komt op hetzelfde neer: “Heb uw naaste net zo lief als uzelf.”
Voor Jezus was een naaste iedereen met wie je in contact kwam — of het nu Jood, Samaritaan of heiden was (Lucas 10:25-37). Deze focus op een bredere definitie leidde in feite tot het afbreken van Joodse barrières die waren opgebouwd rond de traditionele interpretaties van reinheid en onreinheid.
Het christendom legt de nadruk op goed gedrag, mededogen, geloof in God en geloof in een leven na de dood (in de hemel). Het symbool van het christendom is het kruis waar Jezus aan stierf, waarna hij werd opgewekt uit de dood. Het kruis is zo een teken van hoop.
Ze zijn het erover eens dat de kern van de wet van Mozes is om God lief te hebben en je naaste lief te hebben. Op zoek naar een maas in de wet vraagt de advocaat wie hij als een "naaste" moet beschouwen. Als antwoord vertelt Jezus het verhaal in deze passage. De implicatie is dat een "naaste" iedereen is die in nood verkeert .
Wie is dan volgens de wet mijn naaste? Het antwoord lijkt te zijn: personen die zo nauw en direct door mijn handeling worden getroffen dat ik hen redelijkerwijs in gedachten zou moeten houden als zodanig getroffen wanneer ik mijn geest richt op de handelingen of omissies die in kwestie worden genoemd.
Daaruit komt dus het antwoord van Jezus wanneer Hij zegt: 'Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart, heel uw ziel en heel uw verstand'(v 37), dan komt dat uit het oudtestamentische boek Deuteronomium 6,5. Maar Hij voegt daaraan toe: 'Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf' (v 39).
U bent naaste als u: echtgenoot of (geregistreerd) partner van het slachtoffer bent. een ouder, kind, (half)broer of (half)zus van het slachtoffer bent. een ander familielid bent dat leeft van de inkomsten van het slachtoffer.
Dus, als antwoord op de vraag “wie is mijn naaste,” vertelt Jezus het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Dit is een bekend verhaal, en Jezus’ duidelijke antwoord op de vraag “wie is mijn naaste?” is “ Iedere persoon op uw pad .” Een oud Joods boek van wijsheid genaamd Sirach (12:1–4), vertelt zijn lezers om een zondaar niet te helpen.
Je naaste liefhebben betekent dat je op hun welzijn let . De NIV-vertaling van 1 Korintiërs 13 zegt: "liefde beschermt." In Filippenzen 2:4 staat: "Laat ieder van jullie niet alleen op zijn eigen belangen letten, maar ook op die van anderen." Je naaste liefhebben als jezelf betekent dat je op het welzijn van anderen let.
De Herziene Statenvertaling, de gemoderniseerde statenvertaling. De tekst is behoorlijk nauwkeurig vertaald en daarom het meest geschikt voor bijbelstudie. Ik lees hier graag uit.
Naastenliefde is de grootste van alle deugden
Hij was de Zoon van God. Zijn liefde was volmaakt en Hij liet ons zien wat liefhebben inhoudt. Met zijn voorbeeld liet Hij ons zien dat de geestelijke en stoffelijke behoeften van onze medemens net zo belangrijk zijn als die van ons.
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Omtrent, omstreeks, om en bij, ongeveer, ten naastebij, geven te kennen, dat de mededeeling of opgave niet nauwkeurig is, 't zij te groot, te hoog, te lang enz.