Vijanden van de axolotl zijn bij de jongere dieren vooral de grotere exemplaren. Verder zijn roofvissen een belangrijke vijand. Vooral enkele soorten die door de mens zijn geïntroduceerd zijn een bedreiging.
Hierdoor lijkt de pad veel groter en is het moeilijker voor een slang om de pad door te slikken en druipt de vijand soms alsnog af. De gewone pad laat als het dier in de hand wordt genomen de urine lopen en maakt soms piepende geluidjes, maar zal nooit bijten.
U mag uw huisdier begraven in uw eigen tuin of op eigen grond. Hiervoor moet voldoende ruimte zijn. Let hierbij op de risico's voor volksgezondheid, diergezondheid en milieu. Begraaf uw dier daarom tenminste 75 centimeter diep.
Een prelinguaal dove is iemand die doof is geboren of doof is geworden voordat hij zich gesproken taal eigen heeft gemaakt. Voor een prelinguaal dove is het vaak zeer moeilijk om goed te leren praten, omdat hij zichzelf immers niet kan horen.
Doofheid is het niet of zeer slecht kunnen horen. Iemand die doof is wordt ook wel auditief beperkt/gehandicapt genoemd. De term gehoorgestoord die vroeger nog weleens werd gebruikt is vanwege de negatieve bijklank (gestoord) niet meer zo gangbaar.
Doofstom, niet kunnen praten vanwege doofheid.
Kenmerken van dementie
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Uw werkgever betaalt maximaal 2 jaar uw loon door als u ziek bent. Na 2 jaar ziekte heeft u misschien recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA-uitkering). UWV bekijkt of u hier recht op heeft.
U mag in overleg met uw werkgever meer of minder uur per week gaan werken. Daarbij maakt het niet uit of u een tijdelijk of vast contract heeft. Om meer of minder te werken moet u een schriftelijk verzoek doen en voldoen aan een aantal voorwaarden. Uw werkgever moet een goede reden hebben om uw verzoek te weigeren.
Maximaal aantal uren werktijd
Over een periode van 4 weken mag u gemiddeld 55 uur per week werken. Bij cao of bedrijfsregeling mag hiervan worden afgeweken, maar u mag nooit meer dan 60 uur per week werken. Over een periode van 16 weken mag u gemiddeld maximaal 48 uur per week werken.
Voor elke keer dat u gevraagd wordt om te komen werken en ook daadwerkelijk aan het werk bent gegaan, moet u minimaal 3 uur loon uitbetaald krijgen. Dus ook als u bijvoorbeeld als oproepkracht door uw werkgever voor 1 of 2 uur wordt opgeroepen.
Bij ontslag krijgt u een financiële vergoeding van uw werkgever. Dit heet de transitievergoeding. Voorwaarde is dat het initiatief om het dienstverband te beëindigen of niet voort te zetten bij uw werkgever ligt. Dit geldt voor zowel vaste als tijdelijke werknemers.
Tijdens de eerste 2 jaar van uw ziekte of arbeidsongeschiktheid mag u niet worden ontslagen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bent u langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kan uw werkgever ontslag voor u aanvragen bij UWV.
De opzegtermijn gaat in vanaf de 1e van de volgende maand. Stel: u wilt per 1 april uit dienst, dan moet u uw contract uiterlijk voor 1 maart schriftelijk opzeggen. In de maand maart moet u dan gewoon nog werken. U mag een langere opzegtermijn afspreken met uw werkgever.
U gedraagt zich onbehoorlijk. U vertoont verwijtbaar gedrag of u bent verwijtbaar nalatig. Dit is bijvoorbeeld het geval als u diploma's vervalst, collega's bedreigt of uzelf of anderen in gevaar brengt. Of als u steelt, werk weigert zonder goede reden of dronken op het werk verschijnt.
U kunt een contract met uw werkgever per direct opzeggen als daar een dringende reden voor is. Dat heet een ontslag op staande voet.
U gedraagt zich onbehoorlijk. U vertoont verwijtbaar gedrag of u bent verwijtbaar nalatig. Dit is bijvoorbeeld het geval als u diploma's vervalst, collega's bedreigt of uzelf of anderen in gevaar brengt. Of als u steelt, werk weigert zonder goede reden of dronken op het werk verschijnt.
Een werkgever moet loon doorbetalen aan een zieke werknemer. Als de werknemer meer dan 2 jaar ziek is, kan de werkgever ontslag aanvragen bij UWV. De zieke werknemer heeft dan recht op een transitievergoeding. Met de Regeling compensatie transitievergoeding kan de werkgever de betaalde transitievergoeding terugkrijgen.
De arts en de arbeidsdeskundige van UWV bepalen uw mate van arbeidsongeschiktheid. Dit gebeurt door een sociaal-medische beoordeling. U krijgt die beoordeling als u na 2 jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk kunt.
Uw werkgever betaalt maximaal 2 jaar uw loon door als u ziek bent. Na 2 jaar ziekte heeft u misschien recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA-uitkering). UWV bekijkt of u hier recht op heeft.
Tijdens de eerste 2 jaar van uw ziekte of arbeidsongeschiktheid mag u niet worden ontslagen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bent u langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kan uw werkgever ontslag voor u aanvragen bij UWV.
U mag in overleg met uw werkgever meer of minder uur per week gaan werken. Daarbij maakt het niet uit of u een tijdelijk of vast contract heeft. Om meer of minder te werken moet u een schriftelijk verzoek doen en voldoen aan een aantal voorwaarden. Uw werkgever moet een goede reden hebben om uw verzoek te weigeren.
Er zijn geen wettelijke afspraken over extra vergoeding als u 's nachts, in het weekend of op een feestdag werkt. Een toeslag op uw salaris hangt af van wat u met uw werkgever heeft afgesproken.
Het gemiddelde uurloon van een werknemer in 2020 bedroeg 24 euro. Als we kijken naar gemiddelden van 5-jaars-leeftijdsgroepen verdienden jongeren tot 25 jaar 14 euro of minder per uur. Werknemers in de leeftijd van 25 tot 40 jaar verdienden een uurloon dat ligt tussen 19 en 25 euro.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de €560 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is €1120 als u een fiscale partner heeft.
Banken in Nederland
Alle banken met een Nederlandse bankvergunning vallen onder het depositogarantiestelsel. Dat wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB). U kunt bij uw bank navragen of uw bank onder het depositogarantiestelsel valt. U kunt het ook zelf opzoeken in het register Wet financieel Toezicht (Wft).