Bus en tram Afspraken: Als de ambulance, de brandweer en de politie hun sirene en het blauwe zwaailicht aan hebben, moet je stoppen. Als een bus binnen de bebouwde kom weg wil rijden, heeft hij voorrang. De tram heeft altijd voorrang.
Trams hebben altijd voorrang: of je nu op de fiets, te voet of met de auto bent. Ook als een tram afslaat naar links of rechts, of van links of rechts komt, heeft deze voorrang. Uitzondering: als je op een voorrangsweg rijdt en de tram niet, dan heb jij voorrang.
Samengevat: alle tram verkeersregels op een rij
Een tram heeft altijd voorrang. Het maakt daarbij niet uit of u op de fiets, te voet of met de auto bent. Een tram heeft ook voorrang als deze afslaat naar links of rechts, of juist van links of rechts komt.
Antwoord: Tram, militaire colonne, auto. Toelichting: Een tram gaat voor op een gelijkwaardig kruispunt, de militaire colonne gaat rechtdoor en mag daarom voor op de afslaande auto.
Een tram heeft altijd voorrang op een gelijkwaardige kruising. Ook al komt u van rechts, u moet de tram voorrang verlenen. Wees in steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag alert op trams. Als je rails ziet op een kruising, dan kun je te maken krijgen met een tram.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Zelfs wanneer je op een voorrangsweg rijdt, fietst of wandelt, moet je de tram voorrang verlenen. Ook wanneer je oversteekt of op het punt staat om over te steken, moet je voorrang aan de tram verlenen. Het maakt zelfs niet uit of de tram van rechts of links komt.
Voor mensen die uit een uitrit komen, is dat echter niet altijd duidelijk. Zeker omdat er soms steeds meer uitritten op een plein of op wegen uitkomen. Door haaientanden bij een gevaarlijke uitrit te plaatsen, zorgt men voor duidelijkheid en benadrukt men de bestuurders dat men voorrang moet verlenen.
Wist je dat de Kusttram altijd voorrang heeft? Ook als fietser of voetganger moet je hem laten voorgaan, zelfs op het zebrapad. Hieronder vind je nog een aantal tips voor een veilig verkeer: Vermijd de bedding van de Kusttram en de aangrenzende parkeerstroken.
Ja, bestuurders mogen een tram ð rechts inhalen. Je mag als automobilist ð dus trams rechts inhalen. Let wel op, als een tram afslaat heeft de tram wel voorrang!
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Wanneer er geen sprake is van een gelijkwaardig kruispunt en u rijdt op een (met verkeerstekens aangegeven) voorrangsweg, dan heeft u voorrang op de colonne en mag u de colonne wel doorkruisen. Een stoet legervoertuigen vormt overigens niet altijd een colonne waarbij herkenningstekens noodzakelijk zijn.
Artikel 1 aanhef en onder letter ap RVV duidt de bestuurder van een tram aan als een weggebruiker.
Wordt het verkeer niet geregeld door een agent of verkeerslichten, dan heeft de tram altijd voorrang. Dit geldt zowel als je als voetganger, fietser of automobilist op de weg bent. Hierbij maakt het zelfs niet uit of de tram van rechts of van links komt.
Heb je alleen voorrang als je op het zebrapad loopt, of ook als je voor het zebrapad staat om te kijken of je kunt oversteken? De zebrapad regels uit de wet zijn hier duidelijk in. Voetgangers hebben voorrang bij een zebrapad, zowel als ze op het zebrapad lopen als in het geval ze voor een zebrapad staan te wachten.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Een voetganger krijgt altijd voorrang bij een zebrapad. Behalve indien het hem toegestaan is door verkeerslichten, mag een voetganger zich echter niet op een oversteekplaats voor voetgangers begeven waarover een tramspoor of een eigen trambedding loopt, wanneer een tram nadert.
1 – Mag iemand de toegang tot een uitvaart worden geweigerd? De toegang tot de uitvaart of opbaring mag een ieder worden geweigerd. Reden hiervoor kan zijn dat de overledene in het testament of codicil uitdrukkelijk heeft bepaald wie er niet bij de uitvaart aanwezig mag zijn.
Een rouwstoet rijdt doorgaans langzamer in het verkeer. Zo rijdt u binnen de bebouwde kom meestal 40 km/h, buiten de bebouwde kom is dit 60-70 km/h en op de snelweg 90 km/h. Bochten en drempels worden zachter genomen.
De voorste auto van een militaire colonne moet zich net als alle andere weggebruikers aan de normale verkeersregels houden. U mag als weggebruiker een militaire colonne alleen niet doorsnijden. Dit geldt overal op de weg. Dus niet alleen bij kruispunten maar ook bij een in- of uitrit.
Fietsers en motorvoertuigen zijn dus nu voor de wet gelijk. Dit betekent dat nu de hoofdregel bij voorrang geldt. De hoofdregel bij voorrang is dat verkeer dat van rechts komt voorrang heeft op verkeer dat van links komt. Nu heeft een fietser van rechts voorrang op fietsers, auto's scooters en alle andere bestuurders.
Bord. Een omgekeerde driehoek betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders die op de openbare weg rijden die jij wilt oprijden en dat je, indien het nodig is, moet stoppen. Zijn er geen bestuurders op de dwarsende weg, dan hoef je niet te stoppen, en mag je het kruispunt oprijden.
Voorrangsregels woonerf
Op een woonerf gelden geen speciale voorrangsregels. Voetgangers en fietsers hebben dus niet altijd voorrang op een woonerf, zoals sommige mensen denken. Bij het inrijden of verlaten van een woonerf kan er sprake zijn van een uitrit, waar bestuurders al het andere verkeer voor moeten laten gaan.