Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Voorrangsregels hebben ook nog een volgorde. De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Er wordt voorrang gegeven aan bestuurders die rechts van jou voorgesorteerd staat en dit mag helemaal niet. Bestuurders die uit de straat rechts van jou komen hebben voorrang. Nog een fout die gemaakt wordt is dat de mensen denken dat rechtdoorgaand verkeer voorrang heeft voor afslaand verkeer.
Voorrang verlenen en regels op kruispunten
Bestuurders mogen een kruispunt niet blokkeren. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. Uitzondering: bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Een voorrangsweg wordt aangegeven met het verkeersbord voorrangsweg. Het einde ervan wordt aangegeven door het bord einde voorrangsweg. Op de zijwegen van een voorrangsweg vindt men het driehoekige bord nadering voorrangsweg of het achthoekige stopbord.
Afslaan en voor laten gaan
Met afslaan ga je van richting veranderen, je wijkt dus af van rechtdoor. Als bestuurder moet je het verkeer dat je op dezelfde weg tegemoet komt voor laten gaan. Dit geldt ook voor het verkeer dan zich naast, dan wel links of rechts dicht achter je bevindt.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang. Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
U vraagt of een fiets van rechts voorrang heeft op een auto op een gelijkwaardige kruising. Sinds 1 mei 2001 heeft een fiets die van rechts komt, op een gelijkwaardige kruising voorrang op een auto dus het antwoord is "ja". Vóór 1 mei 2001 had snelverkeer voorrang op langzaamverkeer.
Deze regel zegt: dat elke bestuurder (zowel van een auto of motorfietsen of tweewielige bromfietsen of fietsen), voorrang moet verlenen aan een bestuurder die van rechts komt aangereden, behalve indien hij op een rotonde rijdt of indien de bestuurder die van rechts komt uit een verboden rijrichting komt.
Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen. Als jij stopt zien de rest het gelijk in dat het nodig is.
Voor fietsers gelden in principe dezelfde voorrangsregels als voor andere bestuurders : ze moeten voorrang geven aan wie van rechts komt, ze moeten aan iedereen voorrang verlenen wanneer ze een manoeuvre uitvoeren (b.v. van rijstrook veranderen of rechtsomkeer maken), ze moeten de stopborden respecteren evenals ...
Samengevat: Komt u via een 'normale doorgaande weg' aanrijden op een kruising dan heeft verkeer van rechts voorrang. Komt u uit een parkeergarage, vanaf een parkeerterrein, uit een uitrit van een woning oid, de kruising oprijden, dan zult u alle verkeer voor moeten laten gaan, zelfs voetgangers.
Verkeer dat op een kruising rechtdoor gaat, heeft bijvoorbeeld altijd voorrang. Als je zelf afslaat moet je dit verkeer dus voor laten gaan. Tevens mag je de kruising niet blokkeren. Tenslotte moet je alle verkeersdeelnemers voor laten gaan als je speciale handelingen verricht.
Trams zijn een uitzondering: een afbuigende tram moet wél voorrang krijgen van het verkeer dat op dezelfde weg rechtdoor rijdt of loopt. Dus: als de rode pijl een tram is en jij bent de blauwe pijl, dan moet je voorrang geven aan de tram.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor. Verkeer van links moet stoppen.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Onthoudt dat de hoofdregel van de voorrang dus zegt dat bestuurders van rechts voorrang genieten op andere bestuurders op dat kruispunt. Dit betekend ook dat je rekening dient te houden met bestuurders die het kruispunt naderen. Je moet ze immers in staat stellen om ongehinderd hun weg te vervolgen.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
In de combinaties rechts afslaan en links afslaan zijn rechts en links in feite verkortingen van naar rechts of naar links. Het werkwoord is afslaan en dat betekent hier 'een weg verlaten', net als in 'Je moet hier afslaan.
De korte bocht gaat voor de lange bocht. Als jij afslaat naar rechts, zal degene die naar je toekomt en dezelfde weg in wilt, en dus linksaf slaat, jou voor moeten laten gaan. Jij gaat naar rechts: korte bocht, hij gaat naar links: lange bocht. Een tram heeft altijd voorrang.
Wanneer u een woonerf verlaat, dient u voorrang te verlenen aan al het verkeer. Een woonerf is een plek voor fietsers, voetgangers en spelende kinderen. Houd hier rekening mee.