De geschiedenis van ijs gaat terug naar de tijd van de Romeinen, waar men de allereerste keer sprak van een sorbet. De Romeinen waren er verzot op en serveerden hun gasten diverse ijsgerechten bereid met sneeuw, gemengd met honing, rozenwater en fruit.
Chinezen waren de eersten die ijs maakten. Marco Polo bracht het recept mee naar Italië. Echter in Italië was ijs al eerder bekend geworden, want voordat Marco Polo China bezocht, stuurde keizer Caesar zijn slaven de bergen in om ijs te halen waarmee ze vruchtensappen konden koelen en bevriezen.
Booza uit het Midden-Oosten
ijs, afkomstig uit het Midden-Oosten en krijgt zijn elasticiteit van mastiek , hars die afkomstig is van de mastiekboom. De traditionele smaak van booza is Kashta (of Ashta). Dat is een mix van oranjebloesemwater en rozenwater. Er wordt wel gezegd dat het de oudste ijssoort ter wereld is.
Pas in de 17de eeuw werden zuivelproducten zoals melk, eieren en room aan het ijs toegevoegd waardoor een smeuïger mengsel ontstond. Zo ontstond de naam 'roomijs' om het product te onderscheiden van het oorspronkelijke 'ijs' dat geen zuivelingrediënten bevatte.
De eerste ijslolly, de 'Epsicle', later 'popsicle' genoemd, werd bedacht door de Amerikaan Frank Epperson uit San Francisco. In 1905 had hij als kind ontdekt dat een restje limonade dat in een vergeten glas na een nachtje vrieskou in de tuin vastgevroren was rond het roerstokje best nog lekker smaakte.
In Kanazawa in Japan heeft een bedrijf ijs ontwikkeld dat niet smelt. Het ijs wordt gemaakt van aardbeien. Het is ontdekt toen het Biotherapy Development Research Center Co. op zoek was naar een doel voor aardbeien die niet mooi genoeg zijn om te verkopen.
rond het jaar 1300 bracht Matco Polo vanuit China een recept mee dat veel lijkt op de heden ten daagse sherbet een mengsel van sorbet en melkijs. In de eeuwen daarna vond een ontwikkeling plaats in de recepten die ongeveer in de 16e eeuw leidde tot het roomijs wat wij nu kennen.
Geschiedenis. De geschiedenis van ijs gaat terug naar de tijd van de Romeinen, waar men de allereerste keer sprak van een sorbet. De Romeinen waren er verzot op en serveerden hun gasten diverse ijsgerechten bereid met sneeuw, gemengd met honing, rozenwater en fruit.
Consumptie-ijs kan in vier soorten worden onderverdeeld. Zo is er schepijs, softijs, sorbetijs en waterijs. Varianten van consumptie-ijs zijn gelato, melkijs, roomijs. Ook schaafijs kan als een speciale variant van consumptie-ijs genoemd worden.
Zo zijn er meer dan 70 smaken. Bijvoorbeeld citroenijs is op waterbasis en bananenijs of vanille-ijs op melkbasis. De melk of het water gaat in een gekoeld vat dat langzaam ronddraait. Daar worden de ingrediënten aan toegevoegd.
Ola is een Unilevermerk van consumptie-ijs sinds 1960. Op 3 februari 1956 werd het bedrijf opgericht in België. De naam Ola is afgeleid van het margarinemerk Hola.
Het woord ijsco is namelijk afgeleid van 'Automatische IJscompagnie der Amsterdamsche banketbakkers', een bedrijf dat vanaf de jaren 10 van de twintigste eeuw ijswagentjes exploiteerde. Op de zijkant van de wagentjes stond ijsco., wat tot soortnaam is geworden.
In de goedkoopste variant kost Ola's Raket 0,20 euro per ijsje, tegen 0,24 euro in de duurdere supermarkten. De huismerkprijzen liggen bij alle supermarkten lager dan die van Ola's Raket. Hier spant Digros de kroon met een bodemprijs van 0,14 euro per Space Arrow, tegen 0,22 euro voor een Sparrunner.
In de vroege 15e eeuw werd het roomijs uitgevonden door (vermoedelijk) de Siciliaan Ruggeri. Het werd zo'n enorm succes dat het vroeg om een grootschalige bereiding.
Italiaans ijs is de variant van consumptie-ijs die in Italië is ontstaan. Belangrijke ingrediënten naast water zijn suiker of andere zoetstoffen en uiteenlopende smaakstoffen als fruit, noten en etherische oliën. Er bestaan meer dan honderd varianten. Italiaans ijs kan ook melk, room, eieren en bindmiddelen bevatten.
De oorsprong van het roomijs wordt toegeschreven aan verschillende Europese vorstenhuizen, maar zeker is dat de eerste ijssalon in 1686 door een Italiaan werd geopend in Parijs. IJs was eeuwenlang een lekkernij die alleen de allerrijksten zich konden veroorloven.
Roomijs bestaat uit room, melk en suiker. Het is onder meer in Nederland wettelijk bepaald dat roomijs enkel vet mag bevatten van melk en geen enkel ander eiwit mag bevatten anders dan melkeiwitten. Er worden vaak eidooiers toegevoegd aan roomijs, waarmee het dan geen roomijs meer genoemd mag worden.
Roomijs wordt gemaakt van melk, room, suiker, water en andere ingrediënten zoals chocolade, vanille en allerhande vruchtenextracten. Roomijs bevat minstens 8 % vet en 25 tot 30 % suiker en brengt per 100 g (twee bolletjes ijs) ongeveer 200 kcal aan.
Schepijs is meestal roomijs dat met een ijsschep uit een grote bak wordt geschept. Dit wordt dan in de vorm van bolletjes op een oubliehoorn van koek of tussen twee wafeltjes geserveerd. Dit kan geserveerd worden in een ijssalon, maar ook vanuit een ijsco-kar of in de snackbar.
Opeens weet je het: je wordt ijsbereider!
Waarom is italiaans ijs zo beroemd? Italiaans ijs, dat je in een ijssalon koopt, is beroemd omdat het gemaakt is met verse ingrediënten en omdat het een beperkte hoeveelheid suikers, vetten en zuivelproducten bevat. Suiker en vet zijn belangrijk voor het maken van een zacht en romig ijs.
Softijs bestaat sinds 1934. Een Amerikaanse ijsventer kwam met een lekke band stil te staan op een parkeerplaats en verkocht zijn zacht smeltende ijs aan voorbijgangers.
Het vindt zijn oorsprong in het Arabische شُرَّابَات (sharbāt, zonder leestekens ook wel geschreven als "شربات"), dat "drank" of "sap" betekent. Het verder afgeleide šurba of šarba (شَرْبَة) betekent "koele drank".
Een standaard softijsje heeft de smaak van vanille, maar vaak is er ook keuze uit aardbei, chocola en banaan. Tegenwoordig worden er vaak ook meer trendy smaken aangeboden zoals tropisch fruit en koffie.