Je hebt als voetganger voorrang bij een zebrapad. Dit is opgenomen in de wet waar een zebrapad een voetgangersoversteekplaats (VOP) wordt genoemd. In de wet staat dat bestuurders van een auto, scooter of ander motorvoertuig een voetganger voorrang moeten verlenen bij een zebrapad. Hetzelfde geldt voor fietsers.
Neen. Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
Een voetganger krijgt altijd voorrang bij een zebrapad. Behalve indien het hem toegestaan is door verkeerslichten, mag een voetganger zich echter niet op een oversteekplaats voor voetgangers begeven waarover een tramspoor of een eigen trambedding loopt, wanneer een tram nadert.
U moet als bestuurder, blinden voorzien van een witte stok met één of meerdere rode ringen en mensen die zich moeilijk voortbewegen voor laten gaan. U moet als bestuurder, voetgangers en bestuurders van gehandicapten voertuigen die oversteken of van plan zijn over te steken bij een zebrapad voor laten gaan.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Bestuurders moeten voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteken, of kennelijk op het punt staan dit te doen, voor laten gaan. Onder voetgangers vallen ook mensen die met de fiets aan de hand lopen. Fietsers vallen daar niet onder.
Normaal hebben voetgangers geen voorrang. Als een voetganger bij een zebrapad staat moeten de bestuurders hun wel voorrang geven om over te steken. voorrangsregels voetgangers hebben ook voorkeur in situaties waarbij de bestuurders moeten afslaan.
In Artikel 49 lid 1 van de verkeerswet staat het duidelijk omschreven: bestuurders moeten blinden, voorzien van een witte stok met één of meer rode ringen, en overigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen, voor laten gaan in het verkeer.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Gelijkwaardig kruispunt in het verkeer
Het is heel belangrijk om te weten dat de voorrangsregels bij kruispunten alleen gelden voor bestuurders en niet voor voetgangers. De voorrangsregel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor', geldt ook voor voetgangers.
Iemand die niet goed kan zien en/of moeilijk kan lopen, moet u voor laten gaan als deze wil oversteken. Geef duidelijk aan dat u de persoon gezien heeft en voor laat gaan.
Een tram moet wel voorrang geven aan voetgangers, die oversteken of kennelijk gaan oversteken op een zebrapad. Binnen een bebouwde kom moet je een autobus voorrang geven bij een bushalte, als deze met een richtingwijzer aangeeft dat hij wil wegrijden.
Voor het gemak staan deze hieronder voor je op een rijtje: Bestuurders van rechts moet je altijd voorrang verlenen. Rechtdoor op dezelfde weg moet je voor laten gaan. De korte bocht moet je voor laten gaan.
Als u binnen twintig meter afstand van een zebrapad bent, moet u dat gebruiken om de straat over te steken. Voor u de straat oversteekt, moet u er zeker van zijn dat er geen verkeer aankomt of dat u veilig kunt oversteken zonder het verkeer nodeloos te hinderen. U moet altijd voorrang verlenen aan tram en trein.
Een voetganger moet een zebrapad gebruiken als dat zich binnen de 30 meter bevindt van de plaats waar hij de weg wil oversteken.In de regel heeft de voetganger voorrang aan een zebrapad.
Waar moet je nog opletten aan een oversteekplaats voor voetgangers? Je mag niet stilstaan of parkeren op het zebrapad en de vijf meter ervoor. Het is ook verboden om een auto in te halen die vertraagt of stopt voor een zebrapad. Bij traag verkeer mag je een zebrapad niet blokkeren.
De bestuurder die van rechts komt MOET voorrang verlenen aan de voetganger die het doorlopend voetpad gebruikt. Als bestuurder moet je immers een voetpad oversteken die voorbehouden is aan voetgangers en daarbij geldt ingevolge art. 12.4 de verplichting voorrang van rechts te geven voor de voetganger niet.
Een zebrapad is een gedeelte van de straat waar voetgangers ongehinderde doorgang dienen te krijgen bij het oversteken van de weg. Het wordt aangegeven met een aantal witte stroken in de lengterichting van de weg.
Mensen met skeelers, rolschaatsen, skateboard, kinderwagen, step of skelter zijn voetgangers. Ook de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die zich op het trottoir of voetpad begeeft, of oversteekt van het ene naar het ander trottoir/voetpad wordt gezien als voetganger.
Als iemand een voertuig aan de handmeevoert, zoals eenmotorfiets, een bromfiets, een fiets of een snorfiets, is het geen bestuurder meer, maar is het een voetganger. bestuurder. Iemand die met een paard of een pony loopt, is een bestuurder.
Op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
Voorrangsregels. Voorrangsregels gelden voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers. Voetgangers vallen niet in de categorie bestuurders, maar wel in de categorie verkeer en verkeersdeelnemers. De voorrangsweg wordt aangegeven door haaientanden en/of door voorrangsborden.
Invalidenvoertuigen die zich op het trottoir of voetpad bewegen volgen de regels van voetgangers, en zijn dus geen bestuurders. Alle zich op rijbaan bewegende invalidenvoertuigen zijn bestuurders. Het maakt dus hierbij niet of het een handbewogen rolstoel of bijvoorbeeld een scootmobiel betreft. Voorrang is geen recht!