Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag).
Ruiters in draf of galop op de linkerhand hebben voorrang op ruiters in draf of galop op de rechterhand. Het is echter niet de bedoeling om deze voorrang af te dwingen. Snellere gang heeft voorrang op langzamere gang. Als men op dezelfde hand rijdt, geldt altijd dat de snellere gang voorrang heeft.
Binnenbeen en buitenbeen
Als je linksom rijdt, noemen we dat 'op de linkerhand'. Je rechterhand en je rechterbeen zijn dan aan de kant van de wand of het hek, dat zijn dus je buitenhand en je buitenbeen. Je linkerhand en linkerbeen we noemen dan je binnenhand en je binnenbeen.
Als je pony niet soepel is kan hij van last al snel het bit vast willen pakken. Pony is erg soepel alleen heeft hij wel moeite met zijn balans. Bit pakt hij vooral vast als er veel interessants om zich heen gebeurt. Normaal geen probleem maar op wedstrijd wel erg vervelend want dan is er natuurlijk van alles gaande.
De hoefslag is een term die wordt gebruikt bij de dressuur van het paardrijden. Hiermee wordt een baan in de bak bedoeld. De hoefslag is 20 x 40 m of 20 x 60 m groot.
Als ruiter of menner ben je in het verkeer een bestuurder. Voor jou gelden dan dezelfde voorrangsregels als voor fietsers, bromfietsers en autobestuurders. Rechts heeft dus altijd voorrang, tenzij anders is aangegeven.
Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (het RVV natuurlijk, wie kent het niet?) schrijft voor dat ruiters het ruiterpad moeten gebruiken of de berm of rijbaan, als een ruiterpad ontbreekt. De plaats op de weg waar je als ruiter zou moeten rijden, is volgens het RVV zo veel mogelijk rechts.
Afspraken: Je bent een bestuurder als je fietst. Als je paardrijdt of loopt met een paard aan de teugel, dan ben je ook een bestuurder. Op een skelter, een step, skeelers of een skateboard ben je voetganger.
van de wegcode bepaalt dat buiten de bebouwde kom, de maximumsnelheid beperkt is tot 120 km/u op autosnelwegen en op openbare wegen verdeeld in vier of meer rijstroken waarvan er ten minste twee bestemd zijn voor iedere rijrichting, voor zover de rijrichtingen anders dan door wegmarkeringen gescheiden zijn. OPGELET !!
Wij raden aan een tok te dragen die strookt met de huidige veiligheidsmaatregelen. Zelfs als jouw gids of andere ruiters geen tok dragen, mag dit jouw beslissing niet beïnvloeden. Het is jouw hoofd! Op bepaalde tochten is een tok zelfs verplicht.
Ook een bestuurder die uit de auto stapt en zijn auto verder duwt, blijft een bestuurder. Een bestuurder is ook iemand die trek- of last- of rijdieren of vee op de openbare weg geleidt of bewaakt.
Neen. Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
Invalidenvoertuigen die zich op het trottoir of voetpad bewegen volgen de regels van voetgangers, en zijn dus geen bestuurders. Alle zich op rijbaan bewegende invalidenvoertuigen zijn bestuurders. Het maakt dus hierbij niet of het een handbewogen rolstoel of bijvoorbeeld een scootmobiel betreft.
Fietsers vallen in de wet onder bestuurders. Voetgangers vallen hier niet onder. Dat maakt dat de voorrangssituaties voor fietsers niet hetzelfde zijn als voor voetgangers. Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen, dus ook aan fietsers.
Het dragen van een veiligheidshelm is voor veel ruiters tegenwoordig een vanzelfsprekendheid. Vanaf 1 januari 2021 wordt dit op alle KNHS evenementen voor alle niveaus een verplichting. Met name in de hogere dressuurklasses en in het mennen zagen we ook nog wel eens een hoed of pet als hoofddeksel voorbij komen.
Volgens onze verkeerswetgeving (Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) zijn ruiters en koetsiers bestuurders. Dat geldt ook voor geleiders van rij- en trekdieren en vee. Bestuurders zijn immers alle weggebruikers, behalve voetgangers.
Tram in aantocht? Let dan goed op want trams hebben altijd voorrang op alle weggebruikers, tenzij het verkeer geregeld wordt door een bevoegd persoon. Zelfs wanneer je op een voorrangsweg rijdt, fietst of wandelt, moet je de tram voorrang verlenen.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Bestuurders op de onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op de verharde weg, ook als die bestuurders van links komen. Op een gelijkwaardig kruispunt staat niets aangegeven. Hier gelden de gewone verkeersregels: Bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders van rechts.
Bestuurders van een paard moeten het ruiterpad gebruiken als dat er is. Als er geen ruiterpad is mogen bestuurders van een paard in de berm of op de rijbaan lopen. Het fietspad is formeel niet toegestaan. Kies de voor u meest veilige en comfortabele plek op de weg.
Een ruiter is iemand die een paard berijdt.
Z1, dit staat voor Zwaar, Z2, en tot slot, ZZ-Licht, deze klasse is sinds 1 april 2011 toegevoegd aan de basissport en is sindsdien het hoogste niveau wat je kan rijden in de basisdressuur. Als je hierna nog verder wilt gaan moet je de overstap maken naar de 'Subtop'.
Bij het longeren sta je in het midden van een cirkel terwijl je paard in rondjes om je heen beweegt. Het voordeel hiervan is dat je je paard onbelast, dus zonder ruiter op de rug, kan trainen. Je kan de opleiding en africhting van een jong paard beginnen met grondwerk.
Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen. Zo moeten bestuurders bijvoorbeeld stoppen aan een zebrapad. Ook moeten ze extra aandachtig zijn in speelstraten of op oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers.