Nederland kwam door de volgende oorzaken aan het woningtekort: Bankencrisis – Door de bankencrisis van 2008 is er een tekort van bouwpersoneel ontstaan en zijn bouwbedrijven massaal failliet gegaan. Overheid – Voorheen maakte de overheid de beslissingen over huisvesting.
De belangrijkste conclusie: tot 2025 zal de omvang van de woningnood in ons land toenemen. Momenteel komt het tekort uit op zo'n 279.000 woningen (3,5% van de totale huizenvoorraad), maar over drie jaar zal het gaan om ongeveer 316.000 woningen (3,9% van de totale huizenvoorraad).
Als het om woondruk gaat, scoren Utrecht en Amersfoort hoog. In beide steden zijn gemiddeld zo'n 140 kandidaten voor 100 woningen. Daarmee staan beide steden als het gaat om woningnood in de top 10 van Nederland. Onder de 50 grootste gemeenten is de woondruk het laagst in Lelystad, Nissewaard en Emmen.
In Nederland is een tekort aan 390.000 woningen. Dat komt neer op ongeveer 5 procent van het totaal aantal woningen. Gemiddeld zijn er 105 zoekenden per 100 woningen. Volgens Atlas Research is het woningtekort in Nederland beduidend hoger dan uit cijfers van het ministerie van BZK zou blijken.
Ongelijke strijd. Volgens deskundigen is de wooncrisis een van de grootste maatschappelijke problemen van deze tijd. Er is een tekort van rond de 300.000 woningen, wachttijden voor sociale huurwoningen zijn lang en op de koophuizen die er zijn, is overbieden met een ton geen uitzondering meer.
Met een woningtekort van bijna 279.000 woningen (3,5% van de voorraad) is de druk op de Nederlandse woningmarkt ongekend hoog. Ondanks de huidige inspanningen van overheid en marktpartijen zal het tekort naar verwachting tot 2024 nog verder oplopen tot 316.000 woningen.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
Om de woningnood op te lossen, zijn er 100.000 nieuwe woningen per jaar nodig. Er moet meer huisvesting bijkomen voor studenten, betaalbare woningen voor starters, meer sociale woningbouw en meer huizen voor de middeninkomens.
In de beleidsdiscussie over de woningschaarste speelt het door ABF becijferde statistisch woningtekort een belangrijke rol – in 2021 geraamd op circa 279.000 woningen (ABF, 2021). Het Rijk gebruikt het statistisch woningtekort als indicator voor de spanning op de woningmarkt (Ministerie van BZK, 2021).
'Vaker tweede woning in toeristisch gebied, starter de dupe'
Maar de grootste tekorten zijn volgens de onderzoekers te vinden in de grote steden. Dit gaat onder meer om de regio rond Amsterdam. Ook in Delft, het Westland en in Flevoland zijn de tekorten relatief hoog.
Wat is er aan de hand met de woningmarkt? De woningproductie in Nederland blijft ver achter bij de ontwikkeling van de woningvraag. Het gevolg is een oplopend woningtekort en sterk stijgende prijzen, vooral in stedelijke gebieden in het westen van het land.
De belangrijkste oorzaak is het enorme tekort aan woningen. Meer over de oorzaken van de woningnood lees je hier. De woningmarkt is al decennialang overspannen. Daarnaast staat de hypotheekrente historisch laag, waardoor mensen heel goedkoop kunnen lenen.
Behalve Oost-Groningen, kampen ook de Achterhoek en Zeeland met ernstige krimp. In die laatste provincie trekken naar verwachting tot 2025 zo'n 88.000 mensen weg en er komen er nauwelijks bij. Vooral hoogopgeleide jongeren vertrekken.
Er vanuit gaande dat mensen tegen de 80 worden en rond de 20 op zichzelf gaan, kom je op ergens tussen de 15 en 20 jaar. Het kan ook aan het type huis liggen ; in sommige huizen woont niemand meer dan een paar jaar, in andere heb je echte ' plakkers' die het er makkelijk 40 jaar volhouden.
Onder normale omstandigheden stort een huis niet zomaar in. Er moet wel écht iets aan de hand zijn zoals een gasexplosie of aardbeving. Laat je huis periodiek inspecteren op gaslekkage. Vooral in oudere woningen, en door slechte aansluitingen van een gastoestel kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.
Wij verwachten niet dat de huizenprijzen in 2022 gaan dalen. Wel kan er enig verschil in prijsontwikkeling ontstaan door vraag en aanbod per woningtype, een stijging of juist een afvlakking. Daarom blijft het verstandig goed naar de markt te blijven kijken maar ook naar je eigen wensen en financiële mogelijkheden.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
In diezelfde peiode steeg de gemiddelde woningprijs in Nederland van ongeveer €23.578 (1970) naar ongeveer €272.816,24 (2010). Dat is een prijsontwikkeling van ongeveer 11,5x.
Een fulltimebaan en toch woont Rene noodgedwongen in een busje: zo groot is de woningnood in Duitsland. Ook in Duitse steden lopen de prijzen voor huur- en koopwoningen razendsnel op. In de stad Hamburg wordt woonruimte voor veel mensen onbetaalbaar. Zelfs een fulltimebaan is er geen garantie voor een betaalbare woning ...
Als er te weinig woningen zijn, dan stijgen de huur- en huizenprijzen en nemen de wachtrijen voor de sociale huur toe. Het tweede is een financieel vraagstuk. Woningbezit is óók een investering en dus spelen financiële factoren een grote rol in de huizenprijsontwikkeling en de verdeling van het woningbezit.
Kopen blijkt lastig, ook voor Korten. De kans op een huis is in veel gemeentes namelijk nihil voor alleenstaande starters met een modaal salaris (dat is rond de 38.000 euro) en zonder enorme spaarrekening of vermogende ouders, aldus Kassa. Korten verdient 42.000 euro bruto per jaar.
Hoe het in de Tweede Wereldoorlog toeging, die kennis ontberen zij, maar als nu bij ons door oorlogsgeweld een koophuis wordt verwoest, blijven de hypotheekverplichtingen in stand. ,,In het algemeen geldt dat die blijven doorlopen”, aldus de VvZ-woordvoerder.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.