Een "natuurlijke" taal zoals het Nederlands wordt niet uitgevonden; ze ontstaat in een gemeenschap van sprekers. Het Nederlands behoort tot een grote groep talen, die we de Indo-Europese talen noemen.
Het Proto-Indo-Europees is de gemeenschappelijke voorouder van bijna alle huidige Europese talen én van allerlei talen die in India en Iran worden gesproken. Waarschijnlijk is de Indo-Europese taalfamilie zo'n 8.000 jaar geleden in Turkije ontstaan. Vanuit daar hebben de talen zich over Europa en Azië verspreid.
Rond het begin van de jaartelling kwam er vanuit Noord-Duitsland een Germaanse kolonisatie. Toen sprak men hier dus Germaans. Na de volksverhuizingen, dus ongeveer rond het jaar 500 na Christus, zijn uit de Germaanse dialecten aparte talen ontstaan, waaronder het Oudnederlands.
Het Nederlands heeft als vroege voorouder het Oudnederfrankisch, een verzameling Istvaeoonse dialecten ontstaan na 500 als gevolg van de dialectische differentiatie binnen de West-Germaanse groep.
Geschiedenis van Onze Taal
De vereniging 'Genootschap Onze Taal' werd op 16 mei 1931 opgericht door dertig taalpuristen. Zij maakten zich zorgen over het groeiende aantal Duitse woorden en constructies ('germanismen') in het Nederlands. Het eerste nummer van het tijdschrift Onze Taal verscheen in maart 1932.
Een beter antwoord is: het Soemerisch. Dat is namelijk de taal van de oudste bewaard gebleven teksten, op kleitabletten van 3200 v. Chr. Maar praten deed de mens al vele tienduizenden jaren eerder dan schrijven, dus de alleroudste taal is het Soemerisch niet echt.
Het Nederlands wordt met het Duits, Engels, Zweeds en Deens gerekend tot de Germaanse talen. De onderlinge verstaanbaarheid tussen deze talen verschilt. Deens en Zweeds zijn onderling het meest verstaanbaar, maar ook Nederlands en Duits zijn over en weer verstaanbaar.
De oudste mensen waarvan op Nederlands grondgebied vondsten zijn gedaan, waren de Neanderthalers. Het is omstreden in hoeverre de huidige bevolking hiervan nog afstamt. Nog in dit Paleolithicum kwam 35.000 jaar geleden de moderne mens West-Europa binnen, vermoedelijk als kleine groepen jager-verzamelaars.
Reacties. Duits. Heel veel Nederlandse woorden zijn van het Duits afgeleid. Nederlands is eigenlijk een mengelmoes van allerlei soorten talen, zoals: Duits, Frans en Engels.
Zie Taalfamilie en Taalverwantschap voor de hoofdartikelen over dit onderwerp. Nederlands is een West-Germaanse taal en is daarmee nauw verwant aan onder meer het Engels en het Duits.
Het Nederlands is hoorbaar verwant aan het Duits en aan het Engels, maar ook aan het Grieks en zelfs aan het Perzisch. Samen met nog zo'n 400 andere talen maken ze deel uit van de Indo-Europese talen, de grootste taalfamilie ter wereld.
1810-1848 Koninkrijk der Nederlanden
Nederland werd toen een koninkrijk, tot 1831 samen met België. Het koninkrijk werd geregeerd door een absoluut heersende koning. Een revolutionaire grondwetsherziening in 1848 maakte van Nederland een constitutionele monarchie, wat het land nog steeds is.
Sommige daarvan zijn in de late middeleeuwen in het Zweeds terechtgekomen dankzij handelscontacten: het Nederduits, dat sterk op het Nederlands lijkt, was destijds de handelstaal in de Hanzesteden. Vooral aan het begin van de 17de eeuw was de Nederlandse invloed op het Zweeds groot.
Het woordje 'hè?' wordt waarschijnlijk universeel gebruikt over de hele wereld. Dat blijkt uit een nieuwe studie van drie taalwetenschappers uit Nijmegen. De sprekers van tenminste tien talen op vijf verschillende continenten gebruiken het woord 'hè?
Het ontstaan van talen is een gevolg van de omvang van de aarde. Neem 2 groepen mensen die dezelfde taal spreken en zet ze in 2 verschillende uithoeken van de wereld. Na een paar generaties beginnen er verschillen te ontstaan in uitspraak en dictie.
Nederlands heeft eenvoudigere grammatica en is lexicaal meer vergelijkbaar met Engels dan Duits. Daarom zou het juiste antwoord logischerwijs moeten zijn dat: Nederlands makkelijker is! Echter, het leren van een taal is niet alleen een kwestie van hoe vertrouwd de grammatica en woorden zijn met talen die je al kent.
Nederland als natiestaat heeft zijn wortels in de zestiende eeuw. In 1581 werd via een officiële verklaring, de zogenoemde Acte van Verlatinghe, de Spaanse vorst Philips II afgezet als hun heerser.
Er ontstaat een nieuw belangrijk gebied in de Vroege Middeleeuwen: Holland. In 1250 is het graafschap qua omvang af. De Hollandse Graven krijgen steeds meer macht. In Noord-Holland zijn de Friezen verjaagd.
In 1957 werden in het Verdrag van Rome de Europese Economische Gemeenschap en Euratom opgericht. Deze twee organisaties vormden samen met de EGKS de basis voor de Europese Gemeenschap (EG), zoals de Europese Unie tot 1993 heette.
Ook Nederland had koloniën: Nederlands-Indië (nu Indonesië), Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea. Daarnaast heeft Nederland nog koloniale bezittingen gehad in New York, Brazilië, Dejima, Sri Lanka langs de kust van Guinee en in Zuid-Afrika.
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen.
De meeste woorden stammen uit de Middeleeuwen. Waarschijnlijk komen die uit het Nederduits, een verzamelnaam voor West-Germaanse dialecten uit Duitsland en Nederland. In de late Middeleeuwen kwamen woorden uit Nederland via handel tussen Hanzesteden in Oost-Europa terecht.
Latijn (Lingua Latina) is een dode Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. De Latijnen waren een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde.