Antwoord: De beroemde keizer Julius Caesar heeft ooit de kalender bedacht, eerst alleen 10 maanden en later 12 maanden met februari als laatste maand van het jaar! De maand waarin de keizer werd geboren werd ter ere van hem genoemd: Juli (Julius). De lengte van een maand is gebaseerd op de omlooptijd van de maan.
Oorspronkelijk kende de Romeinse kalender maar tien maanden en begon het jaar in maart. De laatste maand van het jaar, december, werd gevolgd door een naamloze winterperiode. Deze twee maanden kregen in de zevende eeuw voor Christus de namen januari en februari. Later werd januari de eerste maand van het jaar.
De namen van de maanden komen uit de Romeinse tijd.Ze zijn genoemd naar goden, heersers en getallen. Bij de Romeinen liep het jaar van maart tot februari.
Numa Pompilius voegt twee maanden aan het jaar toe: januari en februari. De maand januari vernoemen de Romeinen naar de Romeinse god Janus. Deze god van het nieuwe begin heeft twee gezichten en kijkt twee richtingen uit.
De lengte van een maand is gebaseerd op de omlooptijd van de maan. In de tegenwoordige kalenders, die het zonnejaar volgen is de lengte van de maand zo aangepast dat er 12 maanden in een jaar van 365 dagen gaan. Schrikkeljaren vullen de ontbrekende dagen aan.
De cyclus van de maan werd gebruikt om de hoeveelheid maanden per jaar vast te stellen.In een jaar voltooide de maan iets meer dan 12 cycli (van 29 of 30 dagen). De kalender bestond daarom uit twaalf maanden van 30 dagen en vijf losse dagen aan het eind van het jaar.
Met deze maatregel stelde paus Gregorius XIII in 1582 de kalender in zoals we die nu kennen. De verdeling van de week in zeven dagen werd echter bedacht door keizer Theodosius die het Christendom tot de belangrijkste godsdienst verhief.
Het jaar 0 heeft nooit bestaan.In de officiële tijdrekening schiet het van -1 naar 1.Toch is ervoor gekozen om 0 op de slingerlijn als keerpunt tussen vóór Christus en na Christus op te voeren.
De Nederlandse weekdagen zijn sindsdien een mengelmoes van Romeinse namen en Germaanse namen. De Germaanse goden stammen dikwijls af van die in de Noordse mythologie. In de Noordse mythologie staan de Asen (Æsir) centraal. De stamvader van deze godenfamilie is Odin, die door de Germanen Wodan werd genoemd.
De maand heeft 31 dagen. Augustus is vernoemd naar de Romeinse princeps Gaius Iulius Caesar Octavianus (Augustus).
Oktober is de tiende maand van het jaar in de gregoriaanse kalender en heeft 31 dagen. De naam komt van octo, het Latijnse woord voor acht. Oktober was namelijk volgens de Romeinse kalender oorspronkelijk de achtste maand van het jaar, omdat volgens deze kalender tot 153 v. Chr. het nieuwe jaar op 1 maart begon.
Een maand is 1/12 deel van een jaar. Een jaar heeft dus 12 maanden. De maanden van het jaar zijn: januari (31), februari (28/29), maart (31), april (30), mei (31), juni (30), juli (31), augustus (31), september (30), oktober (31), november (30) en december (31).
De naam voor de maand januari hebben we van de oude Romeinen overgenomen. Die hadden een god Janus, die speciaal op alle deuren en poorten lette. Daarom was hij ook de god van de overgangen, van een nieuw begin.
Een rij kuilen die 10.000 jaar geleden is uitgehouwen, zou de oudste kalender ter wereld voorstellen. Die is maar liefst 5.000 jaar ouder dan de huidige gekende exemplaren. Tijdens de opgravingen op de mesolithische site Warren Field in het Schotse Aberdeenshire zijn twaalf in een rots uitgehouwen kuilen ontdekt.
Een van de meest interessante dingen van januari en februari is dat deze twee maanden vroeger niet bestonden. De oorspronkelijke Romeinse kalender telde tot 713 v. Chr. slechts tien maanden.
Jezus werd niet geboren in het jaar 0
Als Jezus echt in de tijd van koning Herodes werd geboren, zoals in het Bijbelboek Mattheus te lezen is, moet hij vóór 4 voor Christus ter wereld zijn gekomen. Want in dat jaar overleed Herodes.
De Bijbelse Jezus is 2 jaar jonger dan de historische Jezus. Hij is niet op 25 december in het jaar 0 geboren, maar op 17 juni in 2 voor Christus. Conclusie: onze jaartelling is 2 jaar te laat begonnen.
De 21e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 21e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 2001 tot en met 2100.
Donderdag is genoemd naar de Germaanse god Donar (Thor), de god van de donder. Donar werd vereenzelvigd met de Romeinse god van het onweer, Jupiter. Vandaar ook dat de dies Iovis ('de dag van Jupiter') door de Germanen naar Donar werd vernoemd.
Wereldwijd bestaan verschillende kalendersystemen maar de gregoriaanse kalender wordt door velen als de universele standaard gezien. Een kalender bepaalt de lengte en de indeling van het jaar en is gebaseerd op maatstaven die de astronomie aanreikt.
Standaard wordt de werkweek gedefinieerd als maandag tot en met vrijdag met een werkdag van 9.00 tot 17.00 uur. De eerste dag van de week is zondag.
Elk jaar dat deelbaar is door 4 is een schrikkeljaar, zoals 2016, 2020, 2024, 2028. Let op: De bovenstaande regel is niet van toepassing op eeuwjaren. Eeuwen zoals 1900 en 2000 hebben enkel een schrikkeldag als ze deelbaar zijn door 400.
Het eerste volk dat een jaar van 365 dagen gebruikte, waren de Egyptenaren. Hun jaar was opgebouwd uit 12 maanden van 30 dagen, met 5 extra dagen (de zogenaamde epagomenen). In dit jaar, vielen de maanfasen steeds op een andere dag van de maand.
De Aarde heeft 365 dagen en afgerond 6 uur nodig (365 14 dag) om een baan rond de Zon te beschrijven. Door elke 4 jaar een datum tussen te voegen, loopt de kalender weer in de pas met de aarde. Die datum is 29 februari, de schrikkeldag.