Het bestuur geeft leiding aan de stichting en bestaat uit één of meerdere directeur-bestuurders. De directeur-bestuurder is in dienst van de stichting en wordt door de stichting betaald. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de stichting en haar beleid, ook als er maar één directeur-bestuurder is.
De voorzitter is het gezicht van de stichting. De rol omhelst voornamelijk de dagelijkse leiding van het bestuur.
Een stichting kent geen leden. Voor de dagelijkse gang van zaken en het nemen van beslissingen heeft de stichting een bestuur. Meestal bestaat het bestuur uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Dat hoeven niet altijd verschillende mensen te zijn; een enkel persoon kan ook al deze functies uitvoeren.
Een stichting heeft altijd een bestuur. In de statuten kunt u bepalen dat er ook een Raad van Toezicht is. Dit is niet verplicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur.
De formeel opgerichte stichting heeft volledige rechtspersoonlijkheid. De stichting gaat zelf verplichtingen aan. De stichting zelf is verantwoordelijk voor de verplichtingen van de stichting en niet het bestuur of de bestuurders.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft enkele taken buiten het strafrecht. Eén daarvan is het externe toezicht op rechtspersonen als stichtingen, verenigingen en BV's.
Een stichting kan worden bestuurd door zowel statutaire als door titulaire bestuurders of een directeur. Bij het oprichten en besturen van de stichting is het belangrijk om de verschillen daartussen te weten. Een bestuurder kan een statutaire bestuurder zijn, die is dan benoemd in de statuten en heeft een speciale rol.
Lees eerst de statuten door. Vaak staat hier wel een minimum aantal bestuurders in genoemd, maar geen maximum aantal. Als de stichting de ANBI status heeft, dan moeten er minimaal 3 bestuurders zijn. De statuten kunnen ook bepalen dat er een oneven aantal bestuurders moet zijn.
Beheerder van de financiën. De penningmeester is, als lid van het bestuur, samen met de andere bestuurders verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen de vereniging. Daarnaast is een penningmeester de persoon binnen de vereniging die zich bezighoudt met de financiën.
Een stichting kan niet zonder bestuur. Bij de oprichting worden één of meerdere personen benoemd. Te zijner tijd zullen er bestuurders vervangen worden. De statuten van de stichting moeten bepalen hoe deze nieuwe of andere bestuurders worden benoemd.
Bestuursleden van stichtingen en verenigingen die zijn opgericht zonder een notariële akte zijn elk hoofdelijk aansprakelijk. Elk bestuurslid kan dus aansprakelijk gesteld worden voor het volledige bedrag aan schulden.
Doorgaans bestaat een bestuur minimaal uit een voorzitter (en vicevoorzitter), een secretaris en een penningmeester. De leden van het bestuur die geen specifieke functie of taak hebben, worden wel 'algemeen lid' genoemd.
Een stichting heeft geen leden of aandeelhouders, maar wel een bestuur dat de stichting vertegenwoordigt. Het bestuur kan worden benoemd door de oprichter(s) of door de leden van het bestuur zelf. Een stichting heeft geen winstoogmerk en mag geen winst uitkeren aan oprichters of bestuurders.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de stichting en zal vergaderingen leiden. Ook zal de voorzitter een coördinerende rol hebben met betrekking tot de andere bestuurstaken. De secretaris is als het ware de 'notulist' van het bestuur.
Vaak heeft een stichting meerdere bestuurders dit is echter niet verplicht. Een stichting kan door één (rechts)persoon worden opgericht. Het is dus mogelijk een 'gewone' stichting op te richten met één bestuurder.
Iemand is in dienst bij uw stichting of vereniging als aan 3 voorwaarden is voldaan: Uw stichting of vereniging betaalt de medewerker loon voor het werk. Er is een gezagsverhouding tussen uw stichting of vereniging en de medewerker. De medewerker kan of mag het werk niet door iemand anders laten doen.
Verschil voorzitter en directeur
De directeur is op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam voor de stichting. Ook wel titulair bestuurder genoemd. De statutaire bestuurder, de voorzitter, is op grond van de statuten benoemd. Hij/zij is de juridische en officiële bestuurder van de stichting.
Hoe een stichting opgericht en bestuurd moet worden, is geregeld in het stichtingenrecht. Een stichting heeft maar één verplicht orgaan: het bestuur. Meestal bestaat dat uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur kan andere organen instellen, zoals commissies.
In een stichting is het bestuur het hoogste en enige wettelijk voorgeschreven orgaan. Dit betekent dat alle bevoegdheden die niet in de wet of volgens de statuten aan andere organen is toegekend, onder het bestuur vallen. Het bestuur is tevens bevoegd om tot ontslag van een bestuurder over te gaan.
Het begrip bestuur staat voor het orgaan dat de eindverantwoordelijkheid draagt voor de belangrijkste organisatorische, inhoudelijke en financiële besluiten van een organisatie. Het begrip toezicht staat voor het orgaan of de organen die toezien op het bestuur.
Een stichting mag geen salaris toekennen aan de bestuurders, zij kunnen slechts een vergoeding voor hun kosten ontvangen. Als het besturen van de stichting een dagtaak wordt, kan dit een punt van aandacht worden. De stichting mag geen winst uitkeren aan de oprichters.
Winst maken met een commercieel ondernemingsdoel is niet toegestaan. Als een stichting als doel heeft om winst te maken, dan is het belastingplichtig. Vormen van stichtingen die belasting moeten afdragen zijn bijvoorbeeld sportclubs en -verenigingen en culturele instellingen.
Hoe lang mag je voorzitter zijn? Wettelijk gezien kun je onbeperkt voorzitter zijn.