Het parlement (de Staten-Generaal) controleert de regering. Ministers leggen in het parlement verantwoording af over hun beleid.
De politiek in Nederland vindt plaats binnen een parlementaire democratie, een constitutionele monarchie en een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nederland is een consensusdemocratie, waar de politieke instituties gericht zijn op een brede consensus tussen politieke actoren.
Ministeries en Rijksdiensten
De ministeries staan onder politieke leiding van een minister en een staatssecretaris. Dat betekent dat de ministers en staatssecretaris politiek verantwoordelijk zijn voor de ministeries. Er zijn ook ministers zonder portefeuille.
De federale wetgevende macht maakt de wetten en controleert de uitvoerende macht. Ze wordt uitgeoefend door het parlement en de koning.
De overheid is het hoogste gezag op een bepaald grondgebied. In Nederland hebben we een parlementaire democratie. Daarin heeft de volksvertegenwoordiging, het parlement, het laatste woord. Verder bestaat de overheid uit een regering met een staatshoofd.
Hieronder vallen bijna alle overheidsinstanties, zoals bijvoorbeeld ministeries, waterschappen, provincies, gemeentes, het UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de politie.
Rijksoverheid: ministeries en uitvoerende diensten
Bij uitvoerende diensten voeren ambtenaren het beleid uit. Bijvoorbeeld politiemensen, militairen en inspecteurs.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
De rechtsprekende macht (Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, rechtbanken, gerechtshoven en Hoge Raad) controleert de toepassing van wetten en regelgeving. De trias politica is in Nederland niet volledig aanwezig.
Als hoogste ambtenaar is bij ieder ministerie een secretaris-generaal (SG) werkzaam. Zijn taak is geregeld in een Koninklijk Besluit uit 1988. Een belangrijk onderdeel van zijn of haar taak is de politiek-strategische advisering aan de politieke leiding.
De inkomsten van de overheid bestaan vooral uit de belastingen en premies die burgers en bedrijven betalen. De overheid geeft dit geld uit aan voorzieningen zoals scholen, wegen en ziekenhuizen.
Het salaris van een Secretaris-Generaal Ministerie begint bij € 9098 per maand. Hieronder vind je meer informatie over hoeveel een Secretaris-Generaal Ministerie verdient.
Voorzitter van het college van burgemeester en wethouders
Het college van B&W bestuurt de gemeente; de burgemeester is voorzitter van het college. De burgemeester: let erop dat het college het beleid op tijd voorbereidt, vaststelt en uitvoert. kan zelf onderwerpen voorstellen en in het college bespreken.
Sinds 1851 bepaalt de Gemeentewet dat de raad 'aan het hoofd van de gemeente' staat, dat de gemeenteraad dus de baas is.
Het recht als hoogste gezag
Als iemand de wet heeft overtreden, dan kan de rechter een straf en/of een verbod opleggen. Het tegenovergestelde van de rechtsstaat is de politiestaat of de totalitaire staat. Een politiestaat is een staat waarin de overheid doet wat zij wil.
Een minister is een persoon die deelneemt aan de regering van een land en tevens politiek verantwoordelijk is voor een beleidsterrein van dat land. Het woord minister is overgenomen uit het Latijn, waar het woord 'minister' dienaar betekent. Oorspronkelijk werd het vooral gebruikt om huisdienaren aan te duiden.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal, kortweg Eerste Kamer of Senaat, vormt tezamen met de Tweede Kamer de Nederlandse Staten-Generaal. De Kamer heeft 75 zetels.
Daarbij zijn de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers betrokken. De Commissie maakt het voorstel. De Raad van Ministers (met daarin de Nederlandse minister) en het Europees Parlement stellen in de meeste gevallen samen de wet vast.
De Koning heeft, bij uitsluiting en zonder restrictie, de volle uitoefening der Regering en van alle de Magt, benoodigd om de uitvoering der Wetten van den Staat te verzekeren, en dezelve te doen eerbiedigen. De uitvoerende magt berust bij den Koning.
De uitvoerende macht, die voert dingen uit. Dit is bijvoorbeeld de politie, maar ook het leger.
De politie zorgt dus dat burgers de wetgeving naleven door op te treden tegen overtredingen en misdrijven. Daarnaast beschermt zij iedereen die in Nederland woont of verblijft en verleent zij hulp aan mensen die deze nodig hebben.
De korpschef heeft de leiding over de nationale politie. De minister van Justitie en Veiligheid (JenV) is eindverantwoordelijk voor het goed functioneren van de politie. De Inspectie Justitie en Veiligheid ziet erop toe dat de politie haar taken goed uitvoert.
Iedere agent in opleiding heeft de rang aspirant, of deze nu een opleiding volgt voor hoofdagent, surveillant of agent. De hoogste rang is eerste hoofdcommissaris, daar is er maar één van in Nederland, dat is Henk van Essen, hij is dus de baas van de Nederlandse politie.
De brandweer en de politie krijgen uit de belastingopbrengst betaald. En de mensen in ons land die geen geld hebben, hebben ook geld nodig om te wonen en te eten.