Is het schoolzwemmen verplicht, dan is de school verantwoordelijk voor de kosten. De school mag u wel om een vrijwillige bijdrage vragen.
Gemiddeld betaal je voor een A-diploma zo'n 500 euro. In sommige plaatsen kan dat zelfs tot 900 euro oplopen. Stel dat je drie kinderen hebt die alle drie afzwemmen voor diploma's A, B en C, dan ben je als ouders aan het einde van de rit 4500 euro lichter. Voor veel ouders is dit simpelweg niet te betalen.
Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport & Cultuur en Nationaal Fonds Kinderhulp maken, vaak samen met gemeenten, deelname aan zwemles toch mogelijk. Deze organisaties leveren een onmisbare bijdrage aan de zwemveiligheid van kinderen.
De kosten voor een volledig lespakket (diploma A) verschillen natuurlijk per zwembad, maar zullen tussen de € 700 en € 1100,- liggen. Aangezien er voor het B- en C-diploma minder lessen nodig zijn, zullen de kosten tussen € 200 en € 300,- liggen.
Neem contact op met je gemeente. Er zijn vaak regelingen beschikbaar die het mogelijk maken de zwemlessen te bekostigen. Hier zijn voorwaarden aan verbonden. De regelingen, de beschikbaarheid hiervan en voorwaarden kunnen per gemeente verschillen.
Eerder geleerde vaardigheden kunnen worden 'opgefrist' en zelfvertrouwen worden 'opgekrikt', waardoor de zwemveiligheid (weer) toeneemt. Daarnaast is schoolzwemmen een uitgelezen kans om geleerde vaardigheden toe te passen en kinderen beter voor te bereiden.
Uitgangspunt voor het gemiddelde kind om diploma A te halen is een lesduur van in totaal 48 klokuren. Voor diploma B staan nog eens 12 klokuren, en voor C nog 12 klokuren. Er zijn grote verschillen tussen kinderen in Nederland. De totale duur hangt deels af van kenmerken van de kinderen.
De meeste kosten zitten hem in onderhoud, personeel en gas, water en licht. De meeste Nederlandse gemeentes hebben een zwembad. Sterker nog: de gemiddelde afstand tot een bad is 2,5 kilometer. Dat is uitzonderlijk: er is geen enkel ander land ter wereld dat er zoveel heeft als wij.
Het loont dus echt om te “shoppen” als je je kind op wilt geven voor zwemles. Gemiddeld kost een les €10 per keer. Daarbij betaal je vaak nog inschrijfkosten en diplomageld. Dit ligt beiden gemiddeld tussen de €20 en €25.
De adviesleeftijd om te starten met zwemles voor het A-diploma is viereneenhalf tot vijf jaar. Er zijn ouders die liever eerder willen starten met zwemles, namelijk als hun kind vier of zelfs drie jaar is.
Wat valt onder de alimentatie
Als jullie eenmaal een alimentatiebedrag hebben afgesproken of als de hoogte van de alimentatie is vastgesteld door de rechter, dan vallen in principe alle kosten van de kinderen hieronder. Dus eten, drinken, kleding, kosten voor kinderopvang, zwemles, clubjes enz.
De meeste zwembaden bieden als basis één keer zwemles van 45 -60 minuten per week aan. Als je daar voor kiest, kun je, in het geval van 'uurslessen', in ruim een jaar het A-diploma halen. Bij twee keer in de week een uur zwemles, kan je kind het halen in ruim een half jaar. En zo kun je nog andere rekensommetjes maken.
Kinderalimentatie tot 21 jaar
De onderhoudsplicht voor kinderen geldt tot het kind 21 jaar is. In bijzondere gevallen is er ook daarna nog een onderhoudsplicht. Bijvoorbeeld als het kind gehandicapt is en niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien.
Moet mijn kind deelnemen aan onderwijsactiviteiten zoals schoolzwemmen en schoolreisjes? Uw kind moet meedoen aan activiteiten als schoolzwemmen, excursies en schoolreisjes als deze horen bij het lesprogramma.
In Nederland gaan over het algemeen vrijwel alle Kinderen op zwemles. Uitzonderingen daargelaten waar te denken valt aan 'de nieuwe Nederlands' (met een niet westerse achtergrond), vluchtelingen en mindervalide personen. Zwemles is niet verplicht bij wet, een diploma kan iedereen maken, zwemles mag iedereen geven.
De meeste reglementen bepalen aan welke activiteiten een personeelslid al of niet moet deelnemen. In nagenoeg alle reglementen zijn vergaderingen en schoolfeesten als verplicht bij te wonen activiteiten opgenomen. Andere activiteiten – die niet verder gespecifieerd zijn – vallen onder vrijwillige deelname.
Als een kind met 5½ jaar start met zwemles, dan is hij/zij ongeveer 1½ jaar bezig om zijn/haar A-diploma te halen. Het halen van het B en C diploma duurt korter. Meestal zijn ze nog 3-6 maanden bezig met het behalen van de diploma's B én C.
Zwemdiploma A = 51 klokuren (gemiddeld)
Het behalen van het zwemdiploma A duurt het langst. Binnen dit traject leert het kind de basisbeginselen van het zwemmen en leert vertrouwt te raken met het water. Om het A-diploma te halen, is er ongeveer 40 á 50 uur aan zwemles nodig.
Meestal zo'n 3 kinderen.
De nadelen van zwemmen
Er zitten helaas ook nadelen aan het zwemmen. Zo weet je niet zeker of het zwembadwater waar je in zwemt schoon genoeg is. Ook moet je rekening houden met de openingstijden van het zwembad en met een constante chloorlucht.
"Een zwembad is op zichzelf staand lastig rendabel te krijgen. Daar heeft het bijvoorbeeld een voordelig huurcontract voor nodig, ofwel een subsidie", zegt algemeen directeur Edzard Enschedé van Sportfondsen B.V. Dat bedrijf exploiteert zo'n driehonderd sportaccommodaties, waaronder veel zwembaden.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld fietsen of hardlopen - waarmee je vooral je benen traint - is zwemmen een echte fullbody workout. Je ontwikkelt en versterkt je schouder- en armspieren, terwijl je tegelijkertijd je core moet aanspannen om horizontaal in het water te liggen.
We gaan uit van een gemiddelde duur van 64 lessen van 45 minuten voor het A-diploma. 16 lessen voor het B-diploma en 16 weken voor het C-diploma. De 65 lessen voor het A-diploma worden verdeeld over 4 niveaus/ baden waarbij de gemiddelde leerling 16 weken over een niveau/bad zal doen.
Daarnaast behalen kinderen die twee keer per week zwemmen sneller een zwemdiploma, zonder dat dit altijd hoeft te gebeuren in minder klokuren dan een kind dat 1x per week zwemt! Des te ouder een kind, des te sterker is hij of zij zowel mentaal als fysiek.
Dat betekent dus alle zwemslagen op korte afstand. Dit is dan ook meteen het grote verschil tussen het A en B diploma. Bij het B diploma wordt er namelijk niet alleen kwalitatief meer verwacht van de zwemslagen, maar ook meer van het uithoudingsvermogen, uitdrijfmoment, de rust in de slag en het oriënteren onder water.