Wie betaalt het bodemonderzoek? Vaak wordt gevraagd of de kosten van het bodemonderzoek voor koper of verkoper zijn. De bodemonderzoek kosten worden in de meeste gevallen betaald door de vervuilende partij.
Bij bodemverontreiniging geldt immers in principe de regel: "de vervuiler betaalt". Dit wil zeggen dat in eerste instantie de veroorzaker van de verontreiniging ook de sanering moet bekostigen. De veroorzaker van een verontreiniging hoeft echter niet altijd de saneringskosten te betalen.
Ben ik verantwoordelijk voor de bodemverontreiniging rond mijn huis? Als eigenaar van een stuk grond bent u verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze grond. U moet bodemvervuiling voorkomen en de verontreiniging die u veroorzaakt zo snel mogelijk en geheel verwijderen (saneren).
Wanneer sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging als bedoeld in de Wet Bodembescherming (Wbb), oefent de overheid enige regie en controle uit te aanzien van de sanering van en (na)zorg voor de saneringslocatie.
Op dit moment kost een verkennend bodemonderzoek gemiddeld 5.000 euro, net als een gedetailleerd bodemonderzoek. Voor een risico-onderzoek moet men ongeveer 3.000 euro rekenen. Deze cijfers zijn echter geen absolute waarde, aangezien de prijs afhangt van verschillende factoren.
Verkopers van 'risicogrond' (bijvoorbeeld als er vroeger aardolie werd opgeslagen of als er afvalstoffen werden verwerkt) moeten eerst een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren om te achterhalen of er sporen van vervuiling zijn. Is dat het geval, dan volgt nog een beschrijvend bodemonderzoek.
Uitvoering van een verkennend bodemonderzoek neemt circa 3 weken in beslag. In goed overleg kan deze tijdsduur bekort worden. Over het algemeen is een bodemonderzoek tot globaal 5 jaar na uitvoering nog actueel/bruikbaar.
Een bodemonderzoek is verplicht als u een bouwvergunning hebt aangevraagd (omgevingsvergunning, activiteit bouw). Of als u een aanschrijving hebt ontvangen voor funderingsherstel. In een aantal gevallen hoeft u geen bodemonderzoek te doen. U moet dan wel een ontheffing aanvragen.
Een risicogrond kan niet met een blanco bodemattest verkocht worden. De verkoper moet eerst een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren. Als daaruit blijkt dat de bodem vervuild is, dan moet er een beschrijvend bodemonderzoek gebeuren.
Via de website www.degrotegrondvraag.be kan je als grondeigenaar controleren. Je vult je adres in. En aan de hand van de beschikbare informatie van de Vlaamse steden en gemeenten zie je meteen of de grond een risicogrond is.
Bij diverse DCM dealers kan je terecht voor een analyse van je grond. Met speciale testapparatuur wordt de pH-waarde (zuurtegraad) en de voedingswaarde van je grond gemeten. De aanwezige voeding in je grond en de juiste zuurtegraad zijn namelijk van levensbelang voor je gazon en andere planten in je tuin.
Gronden waarvoor aanwijzingen bestaan dat de concentraties van stoffen in het vaste deel van de bodem hoger liggen dan de richtwaarden en die aangewezen werden door de minister.
De geldigheid van een Bodemonderzoek is bepaalt door de overheid. Hoewel de leeftijd van een bodemonderzoek niet wettelijk is vastgelegd, hanteert de overheid een houdbaarheidsduur van bodemonderzoek van vijf jaar.
Dan kan er het best een bodemonderzoek plaatsvinden. Wie dit onderzoek moet betalen, is per geval verschillend. Vaak is het mogelijk om de omgevingsdienst te vragen om bodemonderzoek. Weigeren zij, dan kun je dit melden bij de Rijksoverheid.
Bodemverontreiniging is de term die wordt gebruikt wanneer door toedoen van de mens stoffen of materialen in de bodem of het grondwater zijn terechtgekomen die schadelijk zijn voor het ecosysteem of de mens.
Een bodemvervuiling heeft vaak eerder effecten op planten en dieren dan op mensen. Dat is ook wel logisch, want bodemdieren en planten hebben veel directer contact met de stoffen in de grond dan mensen. Het komt dan ook vaak voor dat er wel een bodemvervuiling is, maar geen risico voor mensen.
Geotechnisch onderzoek
Een gespecialiseerd bedrijf voert dit onderzoek uit. Deze bedrijven maken een sondering. Een adviseur bepaald aan de hand van de sondering wat de opbouw van de grond is. Ook bepaald de adviseur waar de draagkrachtige laag zich bevind.
Het is van belang om een bodemonderzoek uit te voeren om inzicht te krijgen in de mate van bodemverontreiniging, de kwaliteit van de bodem en zijn specifieke kenmerken. Deze gegevens zijn van belang voor bedrijven die grond willen bebouwen, omdat het wettelijk verboden is om te bouwen op een verontreinigde bodem.
Een grondsondering is vandaag niet verplicht, maar zeker aan te raden. Het kan je duizenden euro's besparen. De kwaliteit van je grond heeft namelijk rechtstreekse gevolgen voor je (ver)bouwproject. Als je perceel onvoldoende draagkrachtig is, zal je extra moeten investeren in je fundering.
Aflevertermijn van de bodemattesten
Indien de OVAM over de grond geen gegevens heeft in het Grondeninformatieregister, wordt het bodemattest binnen de 14 kalenderdagen afgeleverd. Zijn er wel gegevens bij de OVAM gekend dan wordt het bodemattest binnen de 60 kalenderdagen afgeleverd.
Een bodemonderzoek dat uitgevoerd is conform NEN5740 heeft een geldigheid van maximaal 5 jaar voor de aanvraag van een bouwvergunning. Indien bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden na uitvoering van het bodemonderzoek, dient het bodemonderzoek geactualiseerd te worden.
Er is geen maximale geldigheidstermijn vastgesteld voor AP04 onderzoek. De geldigheid van een AP04 keuring is onder andere afhankelijk van wat er in de tussenliggende periode is gebeurd met de locatie of de partij en welke verontreinigingen eventueel zijn aangetroffen in de bodem of grond.
In het oriënterend bodemonderzoek onderzoekt men de bodemtoestand van een grond. In de eerste plaats neemt de bodemsaneringsdeskundige de nodige grond- en grondwaterstalen ter hoogte van de 'risicozones'. Dit zijn zones met verhoogde kans op bodemverontreiniging.