Bij beginnende dementie geldt dat je naaste in eerste instantie altijd over zichzelf beslist. Bij de eerste tekenen van wilsonbekwaamheid mag een ander dus zeker niet zomaar alle beslissingen van haar overnemen.
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of de procedure voor een rechterlijke machtiging (rm) gestart moet worden. Meestal doen ze dit na een melding van een arts, partner of kind. Ook als een ander familielid, curator, mentor of voogd kun je een rm opname aanvragen.
Vaststellen van de diagnose
Vermoedt de huisarts dat er daadwerkelijk sprake is van dementie, dan verwijst hij door naar een specialist. De specialist stelt uiteindelijk vast of er sprake is van dementie en welke ziekte de dementie veroorzaakt.
Als u zelf niet meer kunt beslissen over uw medische behandeling, kijkt de arts eerst of u een wilsverklaring heeft geschreven. Hierin staat wat er moet gebeuren in zo'n situatie. Er staat ook of u iemand die namens u praat, heeft aangewezen. Als dit niet zo is, dan vraagt de arts uw naasten om te beslissen.
Je naaste heeft niets geregeld
Is er door je naaste met dementie geen vertegenwoordiger aangewezen en vastgelegd, dan is de partner de vertegenwoordiger. Is er geen partner? Dan is een ander naast familielid zoals een ouder, kind, broer of zus de vertegenwoordiger.
Mensen met dementie kunnen met een paar kleine aanpassingen twee tot drie jaar langer thuis blijven wonen.
Huisarts, verpleeghuisarts en andere medisch specialisten zoals een tandarts mogen wilsonbekwaamheid vaststellen als het gaat om de medische behandeling van hun patiënt. Ze mogen niet bepalen of je naaste nog kan beslissen over, bijvoorbeeld, de verkoop van het huis.
Bij beginnende dementie zijn mensen nog prima in staat zelf keuzes te maken. Ze willen juist meepraten. Mijn advies is neem hen serieus. Mensen met dementie kunnen zich kwetsbaar voelen en zich in de communicatie geremd voelen.
Iemand is wilsonbekwaam als hij de informatie van de arts niet (meer) kan begrijpen en afwegen, niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn en/of geen besluit kan nemen. Wilsbekwaamheid is afhankelijk van de context en de vraag die gesteld wordt.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Moeite met het opnemen en verwerken van nieuwe informatie. Wisselingen in stemming of juist onverschilligheid. Overzicht verliezen in drukke situaties zoals op het werk (bij complexe situaties) of in het huishouden. Gedragsveranderingen zoals minder remmingen en/of initiatiefverlies (apathie).
Overleg met de huisarts en eventueel de wijkverpleging
Heeft uw moeder niet alleen hulp nodig, maar ook zorg? Praat eens met haar huisarts. Hij of zij kan misschien een rol spelen. De huisarts is op de hoogte van de medische situatie en kan een keer bij uw moeder op bezoek gaan.
Binnen zes weken na de aanvraag bij het CIZ krijg je schriftelijk bericht of je naaste in aanmerking komt voor opname. Is dat het geval, dan geeft het CIZ deze beslissing door aan het zorgkantoor en kun je je naaste aanmelden bij het verpleeghuis van jullie keuze.
Als uw familielid of zijn vertegenwoordiger duidelijk geen opname wil, is er verzet. Het CIZ kan dan geen besluit tot opname en verblijf geven. Wij vragen in dat geval aan de rechter om een beslissing te nemen. We hebben dan een medische verklaring nodig van een onafhankelijke arts.
Ook het kleurenspectrum verkleint bij mensen met dementie. Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Onderzoek door de huisarts
Het onderzoek van de huisarts begint met een aantal vragen om te zien hoe het geheugen ervoor staat. Als het nodig is, laat hij urine- en bloedonderzoek doen. Dit onderzoek kan een andere verklaring voor de klachten uitsluiten.
Wie stelt de onbekwaamheid vast? Afhankelijk van de keuze die gemaakt moet worden, stelt een professional de wilsonbekwaamheid of handelingsonbekwaamheid vast. Bij medische beslissingen is dat een arts of rechter, bij financiële handelingen is dat een notaris of kantonrechter.
Handelingsonbekwaamheid is door de wetgever ingevoerd om kwetsbare mensen die hun belangen niet goed kunnen behartigen, te beschermen in het rechtsverkeer. Dit kan worden ingeroepen door iemand onder curatele te plaatsen. Wanneer iemand onder curatele gesteld is, is hij automatisch handelingsonbekwaam.
Heeft je naaste niets geregeld en is ze wilsonbekwaam, dan is voor financiële zaken een beschermingsbewind of curatele nodig. De kantonrechter is de persoon die de vertegenwoordiger benoemt. Zowel beschermingsbewind als curatele zijn ingrijpende maatregelen om de belangen van je naaste te beschermen.
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe.
Gemiddeld is de verwachting tussen de één en de twintig jaar na de diagnose. Voor de ziekte van Alzheimer is de gemiddelde levensverwachting acht tot tien jaar. Lees meer over de levensverwachting bij de verschillende vormen van dementie.