Op de valutamarkt worden wisselkoersen bepaald door vraag en aanbod. Net als op andere markten bepalen zij de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid van een valuta. Op de markt voor euro's wordt de prijs bijvoorbeeld bepaald door de vraag naar euro's en het aanbod van euro's.
Geld heeft, ongeacht de vorm, drie verschillende functies. Het is een ruilmiddel – een betaalmiddel met een waarde waarin iedereen vertrouwen heeft. Geld is ook een rekeneenheid waarmee de prijs van goederen en diensten kan worden bepaald. En het is een waardeopslagmiddel.
De Europese Centrale Bank heeft officieel maar één doel: het bewaken van de interne waarde van de euro. Dat betekent dat de Centrale Bank ervoor moet zorgen dat de inflatie in Europa beperkt blijft. Voor inflatie geldt de regel 'niet teveel en niet te weinig'. Zo'n kleine 2% lijkt economisch gezien het meest gunstig.
Over de oorsprong van geld is niet veel bekend. De eerste vermelding van geld komt uit Mesopotamië, het tegenwoordige Irak. Volgens oude kleitabletten met spijkerschrift was puur zilver het eerste gestandaardiseerde betaalmiddel. De kostbare staven werden in stukken gehakt en gewogen bij een handelstransactie.
De idee dat geld werd uitgevonden om de ruilhandel te vergemakkelijken is naar alle waarschijnlijkheid een fabeltje. De samenlevingen in de millennia voor onze jaartelling waren met name gestructureerd rond status, rond “geschenken” die heen en weer gingen en rond de wederzijdse “schuld” die dat met zich meebracht.
Om als geld gebruikt te kunnen worden heeft edelmetaal dus de juiste eigenschappen: Het is kostbaar en duurzaam. Omdat munten gemaakt werden van edelmetaal hadden ze een bepaalde waarde in goud of zilver. We noemen dat intrinsieke waarde: het is een muntje, maar het is ook nog steeds een stukje goud of zilver.
De geldhoeveelheid van een land bestaat uit chartaal geld (bankbiljetten en munten) en giraal geld (de balans in direct opvraagbare tegoeden op betaal- en spaarrekeningen).
In de westerse wereld werden de eerste munten vervaardigd in het midden van de zevende eeuw v. Chr., in Lydië (Klein-Azië). Het waren druppels elektrum, een natuurlijke legering van goud en zilver, met een afbeelding aan de ene kant en een betekenisloze stempel aan de andere.
Sinds 2002 hebben we de gulden weliswaar verruild voor de euro, maar wie denkt dat de gulden helemaal verdwenen is, heeft het mis. Want nog dagelijks worden er guldens bij de Nederlandsche Bank (DNB) ingeleverd en er zijn nog 25 miljoen guldenbiljetten in omloop.
De 'westerse' traditie stamt waarschijnlijk uit Lydië in Klein-Azië. De eerste munten, die in de 7e eeuw v. Chr. werden vervaardigd, bestonden uit een druppel elektrum, een natuurlijk mengsel van goud en zilver, waar aan twee kanten een stempel in werd geslagen.
De ECB wijst productievolumes toe aan een aantal nationale centrale banken, die vervolgens een bepaald aandeel in de totale jaarlijkse productie van één of meer coupures leveren. Elke bank draagt zelf de productiekosten voor het toegewezen aandeel.
Een bank trekt geld aan in de vorm van spaargeld van consumenten, bedrijven en overheden. Daarnaast lenen banken geld van elkaar of van beleggers. Over al het kapitaal dat ze aantrekt moet de bank rente betalen. Je krijgt bijvoorbeeld rente over je geld als je dit op een spaarrekening zet bij de bank.
We houden de prijzen stabiel door ervoor te zorgen dat de inflatie (dat wil zeggen het tempo waarin de totale prijzen voor goederen en diensten in de loop van de tijd veranderen) laag, stabiel en voorspelbaar blijft. We streven naar een inflatiepercentage van 2% op de middellange termijn.
Het €500-biljet werd niet opgenomen in de Europa-serie en wordt vanaf 27 april 2019 niet meer in omloop gebracht. De eerste serie, waarvan de eerste biljetten in 2002 in omloop kwamen, wordt geleidelijk vervangen door de Europa-serie. Alle eurobiljetten zijn wettig betaalmiddel in het gehele eurogebied.
Nu consumenten en ondernemers samen het digitale betalingsverkeer hebben omarmd, lijkt het verdwijnen van contant geld slechts een kwestie van tijd. Volgens een onderzoek van onlinebank Knab verwacht 57 procent van de Nederlanders dat je tegen 2030 bijna nergens meer contant kunt betalen.
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent. De hoge waarde van de munten uit Koeweit en Bahrein lijkt veel kracht uit te stralen.
De waarde van een 10 gulden 1968 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 10 gulden biljet uit 1968 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
Een wereldrecord in muntenland, op 8 juni 2021 is de duurste munt ooit geveild! Een Amerikaanse Double Eagle uit 1933 bracht maar liefst 18,8 miljoen dollar op, omgerekend 15,5 miljoen euro.
De Koeweitse dinar is zelfs 3 euro waard. Daarmee is de munt de duurste munt ter wereld. Ten minste, als je bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent.
De gemiddelde Nederlander ziet bijna nooit zo'n paarse flap van 500 euro, maar in het criminele circuit is het een geliefd betaalmiddel. De briefjes zijn nog steeds een wettig betaalmiddel, maar worden sinds 2019 niet meer opnieuw gedrukt.
De centrale banken van Duitsland en Oostenrijk zullen vanaf vrijdag 26 april geen 500 eurobiljetten meer uitgeven. De andere zeventien Europese centrale banken haalden het paarse biljet in januari dit jaar al uit de omloop.
Onder giraal geld valt alleen het geld waarmee je rechstreeks anderen kunt betalen. Geld dat vast staat op een spaarrekening telt dus niet mee voor de voorraad giraal geld die in omloop is. Alleen het geld dat direct gebruikt kan worden voor betalingen telt mee voor de hoeveelheid giraal geld.