Het koppelteken (-) is het korte liggend streepje dat gebruikt wordt om de delen van sommige samenstellingen, afleidingen en samenkoppelingen te verbinden. Hetzelfde liggend streepje wordt gebruikt als weglatingsstreepje in een samentrekking, om aan te geven op welke plaats een woorddeel is weggelaten.
HOOFDREGEL: Schrijf koppeltekens tussen de delen van een woordgroep zonder duidelijk kernwoord als die het linkerdeel van een samenstelling vormt. Het gaat meestal om een woordgroep van drie of meer woorden, dikwijls met een voorzetsel (zoals aan, voor, met) of met een voegwoord (zoals en).
Gebruik altijd een koppelteken bij de voorvoegsels all-, ex- en self-, en bij het achtervoegsel -elect . 8. Gebruik een koppelteken bij alle samengestelde getallen tussen eenentwintig en negenennegentig, en wanneer u breuken als woorden schrijft.
Bestaat het woord uit twee losse woorden die een samenstelling vormen, dan schrijf je een koppelteken. Ontstaat er geen verwarring, dan schrijf je gewoon alles aan elkaar. Is het woord geen samenstelling, maar bijvoorbeeld een meervoud of een enkel woord, dan schrijf je een trema.
Een streepje, dat langer is dan een koppelteken, wordt gebruikt om bereiken, pauzes of nadruk aan te geven. Veelvoorkomende typen zijn het en-streepje (–) voor bereiken en het em-streepje (—) voor onderbrekingen of nadruk .
Wat zijn afbreekstreepjes? Een afbreekstreepje is een woord dat minstens één afbreekstreepje bevat . Doorgaans zijn afbreekstreepjes samengestelde woorden, wat betekent dat het afbreekstreepje twee of meer woorden met elkaar verbindt. Er zijn andere toepassingen van afbreekstreepjes die we in geschriften gebruiken die geen samengestelde woorden zijn.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
De meeste samengestelde adjectiefregels zijn alleen van toepassing als het samengestelde adjectief voorafgaat aan de term die het modificeert. Als een samengesteld adjectief volgt op de term , gebruik dan geen koppelteken, omdat relaties voldoende duidelijk zijn zonder koppelteken.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling. Beide varianten voor televisie zijn goed.
Een koppelteken (-) is een korte regel binnen een woord die wordt gebruikt om twee afzonderlijke woorden samen te voegen of om een woord aan het einde van een afgedrukte tekstregel te scheiden. Het wordt ook gebruikt met bepaalde voorvoegsels en voor de duidelijkheid. *Maak een koppelteken tussen twee woorden als ze als één bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt voor een zelfstandig naamwoord, maar niet erna .
Met een koppelteken verbind je een woord, een letter of een getal met een andere woord. Dit doe je om het woord makkelijker te kunnen lezen. Kijk bijvoorbeeld naar het volgende woord: stage-uren. Zonder een koppelteken moet je drie keer kijken wat er nou eigenlijk staat: stageuren.
Gebruik over het algemeen een koppelteken om een samengestelde modifier te maken als deze voor het zelfstandig naamwoord staat dat het modificeert , en gebruik koppeltekens in een permanente samenstelling als het woordenboek het op die manier gespeld vermeldt. Koppeltekens komen ook voor in getallen, breuken en, af en toe, woorden die voorvoegsels bevatten.
Het koppelteken. Zoals je hierboven kunt zien, beïnvloedt het koppelteken de uitspraak van een woord. Zonder koppelteken spreek je 'mee-eten' namelijk uit als 'meeten'.
Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk. Bij botsende klinkers: klinkers die ook als vaste combinatie gelezen kunnen worden. Auto-uitlaat, milieu-instituut.
Het woord koffiedrinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
En dan heb je nog vaste woordgroepjes die samen één betekenis hebben. Ook daar gebruik je koppeltekens: Een kant-en-klaar-maaltijd, het staakt-het-vuren, nek-aan-nek.
Die tekens gebruiken we als we de delen van een woord niet zonder meer aaneen kunnen schrijven, bijvoorbeeld als er klinkerbotsing is (auto-ongeluk, poëzie) of als er op de grens tussen twee delen een hoofdletter staat (anti-Amerikaans).
'Samenstelling' is een belangrijk begrip, want een basisregel van de Nederlandse spelling is dat je samenstellingen aan elkaar moet schrijven. Bij korte samenstellingen gaat dat meestal goed. Fouten als rug zak en voet bal komen niet zo vaak voor.
met bierbeslag , adj.
Het en-streepje is langer dan een koppelteken, maar korter dan een em-streepje (–). Het wordt voornamelijk gebruikt tussen datums om een tijdsbestek aan te geven.
Veelvoorkomende leestekens zijn de punt (.), de komma (,), het vraagteken (?)en het uitroepteken (!).
Dubbele witte middenstreep met daartussen groen
Is de dubbele streep in het midden doorgetrokken, dan mag je niet inhalen. Bij een onderbroken witte lijn mag dat uiteraard wel, tenzij er een bord staat dat dit verbiedt. De kleur groen komt trouwens van het idee van een middenberm.