De wind kan dan vandaan komen uit het noordnoordoosten (NNO), oostnoordoosten (ONO), oostzuidoosten (OZO), zuidzuidoosten (ZZO), zuidzuidwesten (ZZW), westzuidwesten (WZW), westnoordwesten(WNW) en uit het noordnoordwesten (NNW).
Je moet het kompas horizontaal houden (of leg het plat op de grond) zodat de wijzer kan draaien. Draai tot de rode naald de N van noord aanwijst, nu sta je met je neus naar het noorden.Achter je is dan het zuiden, rechts het oosten en links van je het westen. Dit noemen we de windrichtingen.
Dit geldt ook voor een 'stroming' van bijvoorbeeld een regengebied of een hogedrukgebied; een westelijke stroming gaat van west naar oost. Er zijn enkele geheugensteuntjes om deze windrichtingen te onthouden: Nooit Opstaan Zonder Wekker, Nooit Oorlog Zonder Wapens en Nooit Op Zondag Werken.
Er zitten 360 graden in een cirkel en een kompas ís een cirkel. Bovenaan zit het noorden, onderaan het zuiden, links het oosten en rechts het westen. Het noorden staat op 360° (° betekent graden), het zuiden op 180°, het oosten op 90° en het westen op 270°.
De bekendste windstreken zijn Noord, Oost, Zuid en West. Deze (hoofd-)windstreken zijn te combineren in kleinere windstreken, bijvoorbeeld in het noordoosten (tussen het noorden en het oosten in) en het noordnoordoosten (tussen noorden en noordoosten in).
Tussen zuid en oost ligt zuid-oost. Tussen zuid en west ligt zuid-west. En als laatste tussen noord en west, noord-west.
De vier hoofdrichtingen, of hoofdpunten, zijn de vier belangrijkste kompasrichtingen: noord, zuid, oost en west , die gewoonlijk worden aangeduid met respectievelijk hun initialen N, S, E en W. Relatief ten opzichte van het noorden liggen de richtingen oost, zuid en west op intervallen van 90 graden in de richting van de klok.
De manier waarop een windvaan door de heersende winden wordt gericht, geeft aan uit welke richting de wind waait . De grotere opening van een windzak wijst naar de richting waaruit de wind waait; de staart, met de kleinere opening, wijst in dezelfde richting als de wind waait.
In alle maanden is zuidwest de overheersende windrichting, vooral in de winter- en herfstmaanden. In de herfst- en wintermaanden waait de wind zo'n 30% van de dagen uit het zuidwesten. In het voorjaar is te zien dat de windrichtingen noord en noordoost bijna net zo vaak voorkomen als de zuidwestenwinden.
Op de zon kan je ook steeds afgaan, ook al heb je geen kompas. Rond de middag staat de zon ongeveer in het zuiden, dit is op haar hoogste punt.Zo weet je dus dat aan de andere kant het noorden ligt. 's Ochtends staat de zon in het oosten en s' avonds in het westen. Vele bloemen en planten groeien naar het licht.
Noordwestenwind. Noordwestenwinden zijn meestal wat kouder dan westenwinden en kunnen tijdens koud winterweer sneeuwbuien meevoeren. In de zomer is het fris met buien en tussendoor zon. In het voorjaar kunnen uitgestrekte wolkenvelden vanaf de Noordzee ons land bereiken.
Een concreet voorbeeld: de wind waait van noord naar zuid (dus een noordenwind). Dan wijst de staart van de haan naar het zuiden en de kop naar het noorden. Met andere woorden: de haan kijkt naar de richting waar de wind vandaan komt, in dit geval naar het noorden.
Noord-oost-zuid-west-ezelsbruggetje
Gelukkig is er ook voor de windroos een handig ezelsbruggetje en dat is dit zinnetje: Nooit op zonder wekker. Zo weet je de volgorde van de windroos altijd, want de eerste letter van ieder woord staat voor een windrichting: De N van nooit is het noorden.
De wind komt uit het noordoosten en is zwak tot matig, in het Waddengebied krachtig, windkracht 6. Vanmiddag is het bewolkt. In het zuiden regent het af en toe, later ook in het midden. De maximumtemperatuur ligt rond 3°C.
Een positieve V-wind komt uit het zuiden, en een negatieve V-wind komt uit het noorden. De windrichting kan worden berekend met behulp van trigonometrische functies: Hoek = arctan(V/U) , dit is geldig zolang U niet gelijk is aan nul.
Het kaartje toont een weersituatie met een hoge- en een lagedrukgebied. De pijlen geven de stromingsrichting en dus de richting waar de wind heen waait. De windrichting volgt min of meer de richting van de isobaren; zonder het effect van de draaiing van de aarde zou de wind loodrecht op de isobaren staan.
De overheersende windrichting hier in de VS is van west naar oost , wat verklaart waarom de meeste stormsystemen in die richting bewegen. Echter, afhankelijk van bepaalde factoren, zoals de plaatsing en positionering van de straalstroom, kunnen sommige stormsystemen van zuid naar noord bewegen, en zelfs van oost naar west!
Dat zit zo: normaal gesproken zijn er lagedrukgebieden in de buurt van IJsland, en hogedrukgebieden nabij Portugal. Daartussen staat gemiddeld een stroming uit het westen in Europa. De NAO geeft aan of het luchtdrukverschil groter of kIeiner is dan normaal.
Bij het opstijgen is er doorgaans een windzak aanwezig die informatie geeft over de wind . Daarnaast zijn er nog verschillende andere manieren waarop een piloot, door de manier waarop het vliegtuig vliegt, inzicht kan krijgen in de windsnelheid en -richting.
Gebruik één van de onderstaande ezelsbruggetjes om de 4 windstreken (noord, oost, zuid en west) te onthouden.
Zuid-zuidoost (ZZO)
De zon komt op in de algemene richting van het oosten en gaat elke dag onder in de algemene richting van het westen, dus u kunt de locatie van zonsopgang of zonsondergang gebruiken om een idee te krijgen van de richting. Kijk naar de zonsopgang en u kijkt naar het oosten; het noorden is aan uw linkerhand en het zuiden is aan uw rechterhand .
Er zijn grofweg 8 verschillende studierichtingen: economie, gedrag & maatschappij, gezondheid, interdisciplinair, landbouw & natuur, recht, kunst & cultuur en techniek. Om het overzicht te behouden, helpt het om eerst één of twee studierichtingen te kiezen die je interesse hebben en je daarin te gaan verdiepen.
Een kompasroos bestaat voornamelijk uit vier hoofdwindrichtingen: noord, oost, zuid en west. Deze zijn elk 90 graden van elkaar gescheiden en secundair verdeeld in vier ordinale (interkardinale) richtingen : noordoost, zuidoost, zuidwest en noordwest. Deze bevinden zich elk halverwege tussen twee hoofdwindrichtingen.