Bij een basische ochtendurine, een pH hoger dan 7, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. De aanwezigheid van bacteriën in de urine maakt deze basisch.
In de urine in de blaas vermenigvuldigen zich bacteriën, die ook het slijmvlies van de blaas aanvallen. Van bacteriurie spreekt men wanneer significante hoeveelheden bacteriën in de urine worden aangetroffen.
Fors gestegen inflammatieparameters zoals een toename in leukocyten, eventueel met linksverschuiving, en een verhoogd CRP wijzen op een parenchymateuze uitbreiding van de urineweginfectie en duiden dus op een infectie met weefselinvasie.
Interstitiële cystitis (IC) noemen we ook wel blaaspijnsyndroom. Het is een chronische goedaardige aandoening van de urineblaas, die niet wordt veroorzaakt door bacteriën. Het gaat om een ontstekingsreactie van de blaaswand. Het lijkt op een blaasontsteking, maar antibiotica helpen niet.
Wanneer u denkt dat u mogelijk een blaasontsteking heeft, kunt u uw urine laten testen bij de huisarts. U vangt daarvoor wat (ochtend)urine op in een schoon potje en sluit dit goed af. Bij de apotheek kunt u goed afsluitbare opvangbakjes voor urine kopen.
Witte bloedcellen in de urine wijzen in het algemeen op een urineweginfectie. Er zijn dan ook bacteriën aanwezig. We spreken van een lage urineweginfectie als de infectie alleen de blaas betreft. Wanneer ook het nierbekken ontstoken is (nierbekkenontsteking), dan spreken we van een hogere urineweginfectie.
Indien leukocyten +, ++, +++ en/of nitriet + is, opmerking op rapport: "Verdenking op urineweginfectie, mogelijk (te) hoge uitslag". Indien hemoglobine +, ++, +++ is, opmerking op rapport: "Bloed in urine, mogelijk (te) hoge uitslag".
Bij een urineweginfectie kunnen de symptomen als vaak moeten plassen en een branderig gevoel weleens achterwege blijven, terwijl er toch een infectie gaande is. Soms is er dan wel van vermoeidheid sprake. Een urinetest kan aantonen of er van een infectie is en in dat geval kan antibiotica voorgeschreven worden.
Voor erytrocytenverlies afkomstig van nieren en urinewegen (hematurie) geldt: microscopische hematurie is meestal onschuldig; macroscopische hematurie die niet wordt verklaard door menstruatie, myoglobinurie na extreme inspanning, een urineweginfectie of nierstenen, is een alarmsymptoom en een indicatie voor verwijzing ...
Wanneer u denkt dat u mogelijk een blaasontsteking heeft, kunt u met Blaas-Check® uw urine testen (1e screening). U vangt daarvoor wat (ochtend)urine op in een schoon potje en voert de test uit. Voor de juiste uitvoering van de test leest u de bijsluiter van de test.
De twee belangrijkste bloedonderzoeken om vast te stellen of er ontstekingen zijn en hoe hevig de ontstekingen zijn, zijn het onderzoek op de snelheid van de bloedbezinking en het onderzoek op de aanwezigheid van het zogeheten C-reactieve proteïne (CRP).
CRP (C-reactief proteïne) is een eiwit dat gemaakt wordt in de lever. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het bloed al binnen 6-8 uren flink toe. Daardoor is de bepaling van CRP waardevol bij het vaststellen van ontstekingen of om het effect van een medische behandeling te volgen.
De uitslag geeft aan hoeveel CRP er in het bloed aanwezig is. Normaal is deze waarde kleiner dan 10. Als er een verdenking bestaat op een bedreigende infectie, dan wordt er bij waarden van 100 of meer meestal een antibioticum voorgeschreven. Soms zijn de CRP waardes matig verhoogd.
Eiwit in urine bij urineweginfectie
coli bacterie die zich via de plasbuis naar de blaaswand verplaatst. Bij aanhoudende klachten als ongemak met plassen, buikpijn, pijn in de flanken, koorts en bij risicogroepen wordt er een onderzoek gedaan naar bacteriën, eiwitten, suiker en bloedcellen in de urine.
Bij een urineweginfectie is het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen ontstoken. Een infectie van de lagere urinewegen heet een blaasontsteking. Een onbehandelde blaasontsteking kan leiden tot een nierbekkenontsteking. Een urineweginfectie ontstaat door bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers.
Het erytrocytentestveld dat wordt gebruikt in de meeste laboratoria, is gevoelig voor > 5-10 erytrocyten/ml (> 2 erytrocyten/gv). Bij > 3 erytrocyten/gv is er sprake van een microscopische hematurie. Dit is ongeveer 15 -20 erytrocyten/ml.
Wat is het? Erythrocytose is een toename van het totale volume aan erythrocyten of rode bloedcellen (RBC) in de bloedbaan. Het volume wordt berekend door het totale aantal rode bloedcellen in de bloedbaan te vermenigvuldigen met hun gemiddeld volume (mean corpuscular volume of MCV).
Er is sprake van een urineweginfectie na een positieve nitriettest of na een urinesediment met ten minste 20 bacteriën per gezichtsveld of een dipslide met ten minste 104 kolonievormende eenheden per ml urine bij vrouwen met klachten van een pijnlijke en/of frequente mictie.
Als u de klachten vervelend of pijnlijk vindt, kan uw arts een antibioticum geven. Artsen kiezen hierbij meestal voor het medicijn nitrofurantoïne. Nitrofurantoïne doodt bacteriën die blaasontsteking veroorzaken.
Gebruik minder verzurende voeding die ontstekingen in de hand werkt - dat geldt voor alle ontstekingen - zoals koffie, zwarte thee, vlees, vleeswaren, soja, suiker, granen, frisdranken en kaas. Zo'n 75-80% van je voeding bestaat idealiter uit basen: groente, fruit, water, wat zure zuivel, kruidenthee etc.
Drinken en plassen
Gebruik cranberry als u merkt dat u bij gebruik hiervan minder blaasontstekingen krijgt: bijvoorbeeld door 2 keer per dag cranberrysap te drinken of capsules te nemen. Het is bewezen dat een aantal bacteriën zich minder goed aan de blaaswand kunnen hechten door het gebruik van cranberry.
De waarde ligt meestal tussen 4 en 10. Een lagere uitslag wijst op een verminderde aanmaak of een verhoogde afbraak van witte bloedcellen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij medicijngebruik en na een infectie.
Eiwit in de urine is vaak een teken van nierschade. De nieren filteren het bloed, waardoor er urine ontstaat die vol zit met afvalstoffen. De filters in de nieren zorgen ervoor dat er alleen water en kleine afvalstoffen worden doorgelaten. Grotere stoffen zoals eiwitten worden door de filters tegengehouden.
Lage rugpijn en buikpijn
Een herkenbare klacht bij een blaasontsteking is uitstralingspijn naar de onderrug en buik. De blaas ligt onder in het bekken. De pijn die daar bij een blaasontsteking optreedt wordt door twee factoren veroorzaakt. Ten eerste is er een lokale zwelling in de blaas vanwege ontstekingsoedeem.