Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking. Voorbeelden van een verstandelijke beperking zijn: Syndroom van Down.
Verstandelijke beperking: betekenis
Een verstandelijke beperking is een ontwikkelingsstoornis. Mensen die dit hebben, ontwikkelen zich minder snel dan leeftijdsgenoten. De gevolgen zijn vooral merkbaar op school, in de omgang met anderen en in hoeverre ze zichzelf kunnen redden in het dagelijks leven.
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Een verstandelijke beperking, of een verstandelijke ontwikkelingsstoornis, ook wel een verstandelijke handicap, intellectuele stoornis of mentale retardatie, en in het verleden geestelijke handicap, mentale handicap en zwakzinnigheid, is een ontwikkelingsstoornis waarbij iemands verstandelijke vermogens zich niet met ...
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Het meest gerapporteerd worden beperkingen in bewegen, gevolgd door beperkingen in horen en zien. Beperkingen nemen logischerwijs toe met leeftijd. Meer dan 40% van de 75-plussers ervaart één of meer beperkingen in het functioneren. Deze groep heeft ook vaker meerdere beperkingen.
'Stoornissen' betreffen afwijkingen op orgaanniveau, 'beperkingen' worden door een persoon ondervonden bij het uitvoeren van activiteiten, en 'handicaps' hebben betrekking op de sociale nadelen die een persoon ondervindt als gevolg van gezondheidsproblemen.
Beperkingen op lichamelijk gebied kunnen aangeboren en niet-aangeboren zijn.
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Als mensen een laag IQ hebben, noemen we dit een verstandelijke beperking. Veel mensen met een laag IQ redden zich goed zelf, we noemen dit dan een lichte verstandelijke beperking (LVB). Mensen met een lichte verstandelijke beperking vinden een aantal dingen wél vaak moeilijk. Het oplossen van problemen is moeilijk.
Het Diagnostiek Team van Humanitas DMH is gespecialiseerd in diagnostisch onderzoek bij mensen met een verstandelijke beperking. Van jong tot oud en van licht tot ernstig (meervoudig) beperkt. Wij kijken altijd naar de mens achter de scores. Zo dragen wij bij aan een beter begrip van de cliënt en zijn of haar omgeving.
Volgens DSM-5 is sprake van een verstandelijke beperking op het moment dat iemand globaal 2 of meer standaard deviaties (SD) onder het gemiddelde 100 scoort. Dit komt overeen met een IQ van ongeveer 70 of minder.
Ongeveer 30-40% van de kinderen met een LVB heeft psychische problemen. Een LVB kan samengaan met één of meer andere, psychiatrische stoornissen. De combinatie van een LVB met psychische problemen maakt een juiste beoordeling moeilijk.
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging, omgaan met geld en gebruik ...
De mate van een beperking
Op latere leeftijd blijft iemand met een verstandelijke beperking vaak moeilijkheden ervaren in de communicatie, de zelfverzorging, het zelfstandig kunnen wonen, sociale en relationele vaardigheden.
Uitvoeren van de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en bepaalde banen is mogelijk maar er is meer tijd nodig om hierin zelfstandig te worden. Aanzienlijke ondersteuning kan nodig zijn om te kunnen voldoen aan de sociale verwachtingen, werkgerelateerde zaken zoals planning, vervoer, gezondheid en geldbeheer.
Gemiddeld is dat bij iemand met matige verstandelijke beperkingen vanaf 50 jaar. Voor mensen met het syndroom van Down en mensen met (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen vanaf 40 jaar. Bij mensen met lichte verstandelijke beperkingen rond de leeftijd van 65.
Wanneer iemand een fysieke (of motorische) beperking heeft, is zijn bewegingsmogelijkheid verstoord. Onder deze diverse groep beperkingen vallen onder meer mensen met onvrijwillige bewegingen (spasmen of tremors), coördinatieproblemen, verlamming, artritis en mensen met ontbrekende ledematen.
Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
Term uit de psychiatrie voor een verstandelijke handicap; begrip dat staat voor de problematiek van mensen met beperkte intellectuele vermogens (IQ minder dan 70).
Van zwakbegaafdheid wordt gesproken als een persoon een IQ heeft van tussen de 70 en 85. Iemand die zwakbegaafd is heeft meer moeite met leren en heeft een vertraagde ontwikkeling. Het begrip zwakbegaafdheid is een andere term voor laagbegaafdheid of voor minder dan gemiddeld begaafd.
Als u een verstandelijke beperking heeft, kunt u gewoon een rijbewijs halen. Als u het theorie-examen en praktijkexamen haalt, krijgt u net als iedereen een autorijbewijs.