Je kan de Pannenkoekenplant voeding geven, echter is het niet noodzakelijk. Als je de plant voeding geeft, raden we aan dit te doen in het voorjaar en in de zomer. Geef in de herfst en winter de plant geen voeding, de plant is dan namelijk in rust. Gebruik hiervoor algemene kamerplantenvoeding.
De pannenkoekplant houdt van een lichte standplaats, maar vermijd de volle zon om verbranding te voorkomen. Geef hem een à twee keer in de week een beetje water. Om te testen of dit nodig is, druk je je vinger even in de aarde: voelt deze droog aan, dan geef je een scheutje water.
De Pannenkoekenplant groeit een beetje als een palm: de top groeit hoger en hoger, terwijl de onderste bladeren eraf vallen zodat er een steeds hogere stam ontstaat. De top snoeien kan niet, dan stokt de groei. Dat de onderste bladeren verwelken en loslaten, is dus normaal.
De Pilea is niet een hele dorstige kamerplant, in de meeste gevallen is één keer per week water ruimschoots voldoende. Let er vooral op dat er geen water onderin de pot blijft staan waardoor de wortels gaan rotten. En eens in de week zijn bladeren besproeien met de plantenspuit zal hij je erg dankbaar voor zijn.
Luchtzuiverend. De Pilea is over het algemeen een fijne luchtzuiveraar, maar door zijn kleine formaat zal hij niet zo veel lucht zuiveren als zijn grotere concurrenten. Doordat de Pannenkoekplant vrij klein is, kan hij ook maar kleine beetjes zuiveren.
De pannenkoekplant heeft ronde bladeren die wel wat lijken op kleine pannenkoekjes. Het is een luchtzuiverende plant die ideaal is voor de slaapkamer. In de zomer kan de plant bloeien met kleine witte bloemetjes, maar dat doet hij alleen als er goed voor wordt gezorgd.
Plantenvoeding voor blije planten
Plantenvoeding zorgt ervoor dat je plant weerbaar is, nieuwe groei ontwikkelt en er gewoon veel beter uit ziet. Geef je planten vooral in het groeiseizoen, vanaf maart, extra voeding en geef nooit meer dan de verpakking aanraadt.
Hij houdt van een lichte plek en van een licht vochtige bodem. Laat de grond tussendoor niet helemaal uitdrogen. Hij wordt zo'n 40 cm hoog en kan kleine, witte bloempjes dragen. Het is een warmte minnende plant.
Een beetje verse potgrond kan wonderen doen voor de gezondheid van je hangende pannenkoekplant. Omdat de wortels van de planten in verse potgrond beter bij het water kunnen komen, kan de plant het ook beter opnemen. Dit komt natuurlijk ten goede aan hoe de pannenkoekplant er uiteindelijk weer uit gaat zien.
Pannenkoekplant licht / standplaats
Zet de Pilea peperomioides op een lichte plaats, uit direct zonlicht. Zorg er verder voor dat de plant niet op de tocht staat. Kleuren de bladeren geel en/of hangen ze slap? Dan staat de pannenkoekenplant waarschijnlijk te licht of te donker.
Het krullen van het blad verteld jou dat de plant te weinig water krijgt. Het tegenovergestelde kan de oorzaak zijn van een overschot aan water. Als het niet aan het water ligt dan komt het door de tocht of een tekort aan warmte.
Pannenkoekplanten hoef je niet te snoeien. Pluk blaadjes die lelijk geworden zijn af. Mocht je er per ongeluk een keer een blad afstoten (of als overijverige kinderhandjes een steeltje hebben geplukt) zet dat dan in een glaasje en wacht tot er wortels aan komen. Grote kans dat er een nieuwe Pannenkoekplant is geboren.
Zoals gezegd nemen hydrokorrels vocht op, om het daarna weer los te laten. Dit gebeurt wanneer de grond om de korrels heen droger wordt. Door hydrokorrels door de potgrond heen te mengen, zorg je ervoor dat je plant gelijkmatiger het vocht op kan nemen.
Plaats. De pannenkoekplant houdt niet van kou en kan dus niet buiten staan en mag ook zeker niet op de tocht staan. De bladeren zijn het mooist als er genoeg licht is, maar de volle zon is niet goed voor de plant. Bij volle zon krijgen de bladeren rimpels en wordt de plant geel.
Zet de plant het liefst op een plek met indirect licht, zelfs een beetje richting de schaduw. Hier zal je pan- nenkoekplant grotere en groenere bladeren krijgen. De grond mag tussendoor droogvallen en hoeft dus niet altijd vochtig te zijn.
Dat is een teken dat de plant teveel licht krijgt. Hij gaat er niet dood aan, maar hij wordt wel net wat minder mooi. Als u zijn groeiomstandigheden aanpast naar zijn wensen zal hij het hoogstwaarschijnlijk vrij snel weer goed gaan doen.
Kamerplanten hebben voeding nodig om te groeien, maar teveel is schadelijk voor de plant. Geef daarom bij twijfel geen plantenvoeding of in ieder geval minder als op de verpakking staat vermeld.
Plantenvoeding is een ondersteuning van de groei en geef je dus voornamelijk in het groeiseizoen, wat voor de meeste planten in de lente en de zomer is. Als je plant in de winter in een ruststand gaat, is extra voeding niet nodig. Vanaf maart, als de dagen weer langer worden, kun je beginnen met voeding geven.
Kamerplant bemesten
Het is heel gemakkelijk te mengen met het water in de gieter. Gebruik vijf tot tien milliliter vloeibare mest per liter water en geef zo alle kamerplanten tijdens de groeiperiode – van maart tot september – één keer per week een beetje extra voeding.
De Pannenkoekenplant hoeft u niet vaak te verpotten; ongeveer eens in de twee jaar. Dit komt omdat de plant niet heel snel groeit. Het verpotten kunt u het best doen in de lente of vlak na aankoop. Dan is de plant het best in staat om zich aan te passen aan de nieuwe pot.
We kennen hem allemaal wel: de Mini Pilea Peperomioides – of te wel de Pannenkoekplant. Deze plant is zeer gewild omdat hij snel groeit, en je hem gemakkelijk kunt stekken. Maar belangrijker dan dat: niet giftig voor jouw kleine spruit.
Heeft jouw pannenkoekplant nog niet genoeg wortels om zelfstandig te groeien? Dan kan je het stekje laten wortelen op water. Zorg ervoor dat de blaadjes en steeltjes van de plant niet in het water staan, dit kan ervoor zorgen dat de blaadjes gaat rotten.