Waar vind je de vis? De beroemde fjorden van Romsdal en Møre zijn enkele van de beste visplekken van Noorwegen. Hier vind je de meeste van de meest voorkomende vissoorten van Noorwegen: kabeljauw, heilbot, inktvis, lang, gerookt, donker, roodbaars, schelvis, meerval en wijting.
In de fjorden zwemmen zeehonden, bruinvissen en verschillende soorten vissen. Je kunt er walvissen en orka's tegengekomen. En in de lucht zijn adelaars, papegaaiduikers en andere vogels te zien. Vrijwel iedereen kent het prachtige (en kwetsbare) Great Barrier Reef.
Je mag overal vissen zolang het maar zout water is. Je hebt daar geen vergunning of visakte voor nodig. Je mag vissen met een hengel of een handlijn , maar niet meer dan 2 hengels of handlijnen per persoon. Let er alleen op, dat je binnen honderd meter van waar een rivier in de zee uitmond, je niet mag vissen.
De kabeljauw is een alleseter die zich zelfs wel eens vergrijpt aan kleinere soortgenoten. Krabben, garnalen, visjes, schelpdieren en vooral zeepieren en zagers vormen echter aan de hengel het hoofdmenu. Grote zwarte zeepieren en verse franse tappen zijn het allerbeste aas, met de zager als goede tweede.
Voor de meeste vissers is de blankvoorn een goede bekende. Dat geldt zeker voor de jeugdige hengelaars. Vrijwel iedere visser begint met het vissen op “witjes”, met als hoofdmoot de blankvoorn. Niet zo vreemd overigens: de blankvoorn is vrij gemakkelijk vangbaar.
Het vangen van een wilde steur is waarschijnlijk de zwaarste klus in de zoetwatervisserij.
Aan het eind van de dag zal het water echter warm zijn van de zon die er uren op geschenen heeft en zullen de vissen geneigd zijn om meer dan normaal te eten omdat er in de winter te weinig voedsel voor ze is. De schemering is daarom een uitstekend tijdstip om te gaan vissen.
Gul vissen diep water
Net als zoetwatervissen hebben de meeste zeevissen een voorkeur voor warmer water. Dit betekent dat ze in de winter wegtrekken uit de relatief koudere ondiepe wateren en op zoek gaan naar de diepte. Diepe wateren bevinden zich veelal ver buiten de kust maar laat je hier niet door misleiden.
Noorwegen is veruit de grootste producent met een wereldwijd aandeel van zo'n 50%, gevolgd door Zuid-Chili die royaal een kwart van alle zalm aan land brengt. Verder wordt de vis gekweekt in, onder andere, Noord-Amerika, Schotland, Ierland en de Faeröereilanden.
in Noorwegen mag men 18kg visfilet pp meenemen.
Vanaf 1 januari 2021 zijn er wéér nieuwe regels voor de sportvissers in Noorwegen omtrent het meebrengen van vis uit Noorwegen naar oa Nederland of België. Deze nieuwe regels zijn 10-12-20 bekend gemaakt en uiteraard heeft Cordes Travel deze per direkt kenbaar gemaakt.
Om in Noorwegen te vissen op meren, rivieren en beken, moet je een visvergunning hebben ('fiskekort' in het Noors). Visvergunningen worden uitgegeven door plaatselijke landeigenaren en visorganisaties. Online zijn vergunningen verkrijgbaar op inatur.no.
Een dunne, gevlochten (dyneema) lijn is noodzakelijk omdat je anders niet diep genoeg (ongeveer 50 meter) met bijvoorbeeld de relatief lichte (90 /100 gram) shad kunt komen. Nylon lijn is eigenlijk niet geschikt voor het vissen in Noorwegen omdat er meestal sprake is van dieper water dan in Nederland / Belgie.
Om zalm te mogen vissen heb je in Noorwegen een visvergunning van 270 nok nodig, let op, het kan ook een pachtwater zijn dus informeer alvorens te gaan vissen. Het opengestelde visseizoen is van 15 juni tot 15 september, daarbuiten mag er in zalmrivieren niet gevist worden.
Fjærlandsfjorden, Noorwegen
De fjorden zijn zo kristalhelder en kalm dat het haast lijkt alsof ze van zijde zijn gemaakt. Een van de beste plekken voor een duik in de buitenlucht is Fjærland, een klein dorpje in de buurt van Bergen, waar houten hutten langs de oevers van Fjærlandsfjorden staan.
In deze periode heb je een zeer koude temperatuur en soms neerslag. De hoogste gemiddelde temperatuur in Nordfjorden is 14°C in juli en de laagste is -7°C in januari. De maximale watertemperatuur is 18°C en de laagste watertemperatuur is -1°C.
Elke zomer vind je ongeveer 100.000 vissers verspreid over ongeveer 450 Noorse rivieren. De langste waterloop die Atlantische zalm bevat, is de Tanarivier en zijn vele zijrivieren in Finnmark, samen goed voor ongeveer 1.100 kilometer. Aan de andere kant van het spectrum heb je de Akerselva-rivier in Oslo.
Het verschil in calorieën
Door het verschil in voeding, is wilde zalm veel minder vet dan kweekzalm en daardoor bevat wilde zalm ook significant minder calorieën. Het verschil is ook echt wel groot te noemen.
Verspreiding: Noord-Atlantische Oceaan, Noordzee en Oostzee. In Nederlandse kustwateren zeldzaam. Uit de Nederlandse rivieren is de oorspronkelijke zalmstand verdwenen, maar door uitzettingen in zijrivieren van Rijn en Maas wordt de zalm nu weer vaker gevangen.
Atlantische zalm in het wild
Als volwassen dier leeft de zalm hoofdzakelijk in noordelijke zeeën en de Noord-Atlantische Oceaan. In zee eet de zalm uitsluitend vis; de groeifase duurt daar van één tot vier jaar. Ze leven en zwemmen meestal op ongeveer 10 meter diepte.
Kabeljauw komt voor in de Atlantische Oceaan, de Noordelijke IJszee, de Oostzee en de Noordzee. De vis wordt het hele jaar door gevangen. De belangrijkste vangstplaatsen van kabeljauw zijn de Lofoten en de Doggersbank. De Lofoten zijn een eilandengroep in het noorden van Noorwegen.
Om op kabeljauw te vissen heb je een sterke hengel met pilker nodig. De ideale lengte van een boothengel varieert van 2.10 meter tot 2.40 meter. We raden voor het kabeljauwvissen zo'n 250 tot 300 gram lood aan. Om hem te vangen moet je de interesse van de kabeljauw lokken.
Met een lijn van 35/00, lood van een gram of 150, en een haak in de maat 2/0 ben je klaar om gul te vangen. Als aas kan je het beste zeepieren, krabbetjes, mesheften of zagers gebruiken. Vanaf de boot kan je ook met natuurlijk aas gul vissen maar er wordt ook wel met zeevis kunstaas goed gevangen.
Het lokken van vissen
Als je de vissen wil lokken, kun je dat het beste doen door wat balletjes voer bij je dobber te gooien. Zo lok je de vis naar je haakje en maak je meer kans dat de vis ook daadwerkelijk jouw haakje kiest. Het is hierbij belangrijk dat je dit visvoer aanmaakt.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
April en mei. Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag je niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis vissen en moet je iedere snoek, snoekbaars of baars die je eventueel vangt, direct terugzetten (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).