Welke vinger gebruik ik voor het meten van saturatie? De meest gebruikte vinger voor het meten van saturatie is meestal de wijsvinger. Dit komt omdat de wijsvinger goed geschikt is voor het plaatsen van de saturatiemeter en een goede doorbloeding heeft, wat belangrijk is voor nauwkeurige metingen.
Het werkt het beste op uw middelvinger of wijsvinger van beide handen , het mag niet op uw oor worden gebruikt. De meting heeft tijd nodig om stabiel te worden. Houd de pulsoximeter ten minste een minuut op zijn plaats, of langer als de meting blijft veranderen. Noteer het hoogste resultaat als de meting vijf seconden lang niet is veranderd.
Te weinig zuurstof in het bloed kan leiden tot klachten als benauwdheid, moeheid, verwardheid en onrust. Neem contact op met je huisarts als je deze symptomen ervaart.
Het toestel meet de hoeveelheid hemoglobine die verzadigd is met zuurstof. Normale zuurstofsaturatiewaarde: 95-99%. Bij longpatiënten die extra zuurstof toegediend worden: streefwaarde van 92-93%. Bij minder dan 90% spreekt van hypoxemie (tekort aan zuurstof in het bloed).
Een goede saturatie ligt tussen de 95% en 100%. Bij een longziekte kan de saturatie lager zijn, maar onder de 90% is niet goed. Als de uitslag onder de 95% is, meet je na tien minuten aan een andere vinger. Is de saturatie nu nog te laag, neem dan contact op met de huisarts.
Het bloed vervoert de zuurstof door uw lichaam. Als het zuurstofgehalte in uw bloed erg laag is, kunt u extra zuurstof krijgen met een neusbril of een kapje. U krijgt dan extra zuurstof door een slangetje in uw neus.
Het wordt meestal uitgedrukt als een percentage en geeft aan hoe verzadigd het hemoglobine is met zuurstof. Een hogere saturatie betekent dat een groter percentage van het hemoglobine zuurstof draagt, terwijl een lagere saturatie kan duiden op een verminderde zuurstofopname in het bloed.
Een oudere persoon, met andere pathologieën, kan als veilig worden beschouwd, zelfs met verzadigingswaarden tussen 91 en 94%. In ieder geval, zelfs met waarden van hypoxemie lieva is het noodzakelijk om contact op te nemen met de behandelende arts.
Tijdens flinke fysieke inspanning neemt het gebruik van de zuurstof door de spieren toe en is het normaal dat een lichte daling van het zuurstofgehalte plaatsvindt. Verkeerd ademen kan ook een reden zijn die tot hypoxemie leidt. Door inzetten van ademhalingstechnieken kan het zuurstof in het bloed weer stijgen.
Een gezonde zuurstofsaturatie ligt tussen de 95 en 99 procent. Heb je COPD, dan is de normale saturatie lager (zo'n 92 procent). Bij een te hoge zuurstofsaturatie hoef je je geen zorgen te maken: een SPO2 van 100 procent is dus niet gevaarlijk.
Als één of meer van de kransslagaders vernauwd of verstopt is, krijgt het hart te weinig zuurstofrijk bloed. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van aanvallen van pijn op de borst en kortademigheid. Als een gedeelte van de hartspier afsterft door langer aanhoudend zuurstofgebrek, spreken we van een hartinfarct.
Afhankelijk van de leeftijd van de patiënt is dat normaal 70 tot 80 procent, maar mensen met vernauwde luchtwegen, zoals astmalijders, scoren aanzienlijk lager. Van de drie 'blaastesten' wordt het beste resultaat doorgegeven aan de longarts.
Als je benauwd bent, voelt het alsof je niet genoeg adem en lucht krijgt. Andere woorden die gebruikt worden voor benauwdheid zijn: kortademigheid, buiten adem zijn, ademnood, of naar lucht happen. Met een moeilijk woord wordt benauwdheid ook wel dyspneu genoemd.
Een lage perfusie (als gevolg van hypothermie, laag hartminuutvolume, verhoogde systemische vaatweerstand, ernstige bloedarmoede, etc.), veneuze pulsaties in een afhankelijke ledemaat, overmatig omgevingslicht of beweging kunnen pulsoximetrie-artefacten veroorzaken.
Symptomen van zuurstoftekort
Onrust en opwinding (agitatie)Versnelde ademhaling (niet te verwarren met hyperventilatie)Versnelde hartslag.
De pulsoximeter gebruikt een koude lichtbron die licht door de vingertop laat schijnen, waardoor de top rood lijkt. Door het licht van de lichtbron die door de vinger gaat te analyseren, kan het apparaat het percentage zuurstof in de rode bloedcel bepalen.
Helaas is het zo dat wanneer iemand zit of ligt, het voor de bloedvaten moeilijker is om het bloed effectief naar de haarvaten te verplaatsen. Dit komt door de grotere weerstand die ontstaat door de vervorming van het zachte weefsel .
Zuurstofopname verbeteren
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Op fysiek en praktisch niveau zijn er dan ook meerdere maatregelen die je kunt nemen om de zuurstofopname in je bloed te verbeteren, en daarmee je saturatie op peil te houden. Je kunt bijvoorbeeld aan de volgende zaken denken: Elke dag voldoende bewegen.
Verzadiging is hoe helder of dof een kleur is. "Verzadigde" kleuren zijn helder en levendig, terwijl "desaturated" kleuren dof en grijs zijn . In feite is "grijs" een verzadiging, geen waarde of tint. Als je een tint volledig desatureert, wordt deze grijs!
Over het algemeen zijn de meeste saturatiemeters goed en betrouwbaar. Een goed model is de ACS-31. Er is ook een combinatie mogelijk waarbij u zowel de bloeddruk als het zuurstofgehalte kunt meten. Dat is praktisch en makkelijk.
Zuurstof heeft geen ernstige bijwerkingen. Wel kunt u last krijgen van: Een droge neus, vooral als u meer dan vier liter per minuut gebruikt. Met een luchtbevochtiger is dit deels te voorkomen. Tegen irritatie van het neus- slijmvlies helpt carbomeerwatergel.
Een longontsteking kan ernstig of mild verlopen. Ernstig betekent dat je kind ineens erg ziek is. Hij ademt snel en steunend en heeft hoge koorts (hoger dan 39 graden). Het zuurstofgehalte in het bloed kan lager zijn.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Plaats in rust 3 vingers op de gestrekte pols van de andere hand, tussen de pees van de duim en de zijkant van het polsbeen en oefen een lichte druk uit. Tel dan het aantal slagen gedurende 30 seconden en verdubbel dit om het aantal slagen per minuut te verkrijgen.
Kenmerkende vage klachten
pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen;kortademigheid of benauwdheid;misselijkheid en duizeligheid;hartkloppingen.