Er zijn 4 basisvormen: du, de la, de l', des.
De vormen van het delend lidwoord: du, de la, de l', des. Zoals je in de titel van dit tussenkopje ziet staan, kent het delend lidwoord in het Frans 4 basisvormen: du, de la, de l' en des. Wanneer je welke vorm gebruikt, hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het toe behoort.
Het Nederlands heeft drie lidwoorden: de, het en een. De en het zijn de bepaalde lidwoorden. Een is het onbepaald lidwoord. Lidwoorden staan voor een zelfstandig naamwoord, zoals vrouw, bus, uur.
Het bepaald lidwoord de of het is in het Frans le, la, l' of les. Le komt voor een mannelijk zelfstandig naamwoord, la voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord en l' voor een zelfstandig naamwoord dat met een klinker of een stomme h begint.
In het Frans zijn zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud altijd mannelijk of vrouwelijk. Bij mannelijke woorden is het 'le' (de/het) of 'un' (een) en bij vrouwelijke woorden is het 'la' (de/het) of 'une' (een).
Der, die en das zijn Duitse lidwoorden die gekoppeld zijn aan een geslacht. Ieder zelfstandig naamwoord heeft in Duitsland namelijk een eigen geslacht. Bij mannelijke woorden is het lidwoord der, bij vrouwelijke woorden die en bij onzijdige woorden das. De meeste Duitse woorden zijn vrouwelijk.
Voorbeelden van talen zonder lidwoorden zijn het Latijn, het Russisch en het Fins. Andere talen, waaronder het Iers (an) en het Esperanto (la), kennen alleen een bepaald lidwoord. Ook het Nederlands kende oorspronkelijk geen lidwoorden. In het Oudnederlands ontbraken ze nog, het Middelnederlands kende ze echter al wel.
Onbepaalde lidwoorden un, une, des (een, enkele): gebruikt om te praten over iets wat niet gepsecificeerd is, of een unieke hoeveelheid van iets. Un avion va plus vite qu'une voiture.
De of het. het nederlands heeft twee bepaalde lidwoorden: de voor mannelijke en vrouwelijke woorden en het voor onzijdige woorden.
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een. Deze lidwoorden staan altijd voor een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de tafel, het eten, een bank. De en het zijn bepaalde lidwoorden.
Het-woorden zijn onzijdige woorden. De-woorden kunnen mannelijk en/of vrouwelijk zijn.
Er zijn drie lidwoorden: de, het en een. Een is het onbepaald lidwoord: het duidt iets aan wat nog niet nader bekend is op het ogenblik dat er het eerst over wordt gesproken.
In het Duits zijn zelfstandige naamwoorden mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Bij mannelijke woorden is het lidwoord 'der', bij vrouwelijke woorden 'die' en bij onzijdige woorden 'das'.
Onbepaald: een, geen
de en het ('t) zijn bepaalde lidwoorden, een ('n) en geen noemen we onbepaald.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zij.
Wanneer je twijfelt, zoek je gewoon het zelfstandig naamwoord op in het woordenboek. Kijk of er een 'm', een 'v' of een 'o' achter staat. Als een woord mannelijk (m) of vrouwelijk (v) is, betekent dat dat je 'de' moet gebruiken. Is een woord onzijdig (o), dan gebruik je het lidwoord 'het'!
Lidwoorden zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. In de Nederlandse taal zijn er drie lidwoorden: 'De', 'het' en 'een'. 'De' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden en 'een' is het onbepaald lidwoord.
Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”.Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
De lidwoorden van de Nederlandse taal bestaan simpel gezegd uit drie woordjes: de, het en een. Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord of voor woorden die zelfstandig gebruikt worden zoals een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord. De en het zijn de bepaalde lidwoorden, een is het onbepaalde lidwoord.
Je weet: woorden met het lidwoord 'das' zijn onzijdig in het Duits. Om hiervan meervoud te maken, gebruik je de uitgang '-e'. Voorbeelden: Das Papier => die Papiere; Das Heft => die Hefte; Das Gerät => die Geräte.
Lidwoorden Frans
De lidwoorden heb je ook in het Frans in twee vormen: het bepaald lidwoord (l'article défini) en het onbepaald lidwoord (l'article indéfini).
Verder heeft het Turks geen lidwoorden. Het kent alleen het onbepaalde lidwoord bir (een). In zinnen krijgt het woord dat het belangrijkste is de klemtoon.
Naamvallen komen voor bij zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. In het hedendaags Nederlands zijn de meeste naamvalsonderscheidingen verdwenen.
De zelfstandige naamwoorden worden traditioneel verdeeld in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden; onzijdige zelfstandige naamwoorden zijn het-woorden.