'De beste naaf voor het vlakke Nederland en lichte heuvels is de Nexus 8′, zegt TestKees. 'In de lichtste versnelling kun je ongeveer 8 km/h fietsen met een traptempo van 60 omwentelingen. Licht genoeg om met volle ondersteuning bijna alle heuvels op te komen.
Shimano Nexus 8 versnellingsnaaf
De Nexus 8 naaf is echter meer dan een Nexus 7 met één versnelling meer; de 8 heeft een breder bereik, loopt efficiënter en is kwalitatief beter. Er zijn zelfs mensen die een Nexus 8 versnellingsnaaf in een mountainbike bouwen en hem voor off-road gebruik inzetten!
Fietst u dagelijks, vooral in de stad en wilt u zelf weinig onderhoud uitvoeren? Dan is een naafversnelling iets voor u. Fietst u vaker grote afstanden of regelmatig op heuvelachtig terrein en vindt u wat onderhoud geen enkel probleem? Kies dan voor een derailleur.
Een fiets zonder versnellingen gaat minder snel stuk en je kunt het achterwiel makkelijker uit je fiets lichten. Als je toch versnellingen wilt, kun je het best een fiets met drie of acht versnellingen kopen.
De 11/28 of 11/30 cassettes zijn geschikt voor heuvelachtige parcoursen en voor sommigen al in de bergen. Voor de meeste fietsers zijn echter de 11/32 en 11/34 cassettes het meest geschikt voor in het hooggebergte.
Sterke mannen combineren een compact crankstel met een cassette tot 27t-30t achter (klim tussen 1u 15 en 1u 40) en de minder talentvollen nemen 34 of 36 tanden en je kan soepel blijven draaien.
Voor de meeste etappes kiezen de renners voor een cassette met 11-28 verhouding. Het kleinste tandwiel is daarbij 11 tanden groot en het grootste tandwiel heeft er 28. Tijdens zware bergritten kiezen sommige renners voor een lichter verzet, bijvoorbeeld 11-30. Dit zie je vooral vel bij de renners van Ineos Grenadiers.
Gebruik de formule: Versnelling (a) = Verandering in snelheid (Δv) / Tijdsinterval (Δt) = (v2 - v1) / (t1 - t2). Trek de beginsnelheid af van de eindsnelheid, en deel het resultaat door de tijdsinterval. Het eindresultaat is je gemiddelde versnelling over die tijdsperiode.
Veel mensen maken zich zorgen of de lichtste versnelling van een 1x12 derailleur wel licht genoeg is. Een gangbaar 2x11 systeem heeft als lichtste overbreging 26-42 wat resulteert in een verzet van 0,62. Bij 1x12 heb je doorgaans een 32 tands voorblad en een 50 tands tandwiel als grootste achter ( Shimano XTR = 51t ).
De eerste versnelling is de lichtste en hiermee kun je prima een viaduct of brug op fietsen. Versnelling twee is over het algemeen de meest gebruikte versnelling. De tweede versnelling loopt licht en fietst het prettigst met een normale cruise snelheid van circa 18 kilometer per uur.
De 11/28 of 11/30 cassettes zijn geschikt voor heuvelachtige parcoursen en voor sommigen al in de bergen. Voor de meeste fietsers zijn echter de 11/32 en 11/34 cassettes het meest geschikt voor in het hooggebergte.
Er zijn verschillende verhalen over hoelang deze naaf mee zou moeten gaan. Wanneer je hem goed onderhoud zou hij in ieder geval 15.000 kilometer mee moeten gaan. Dit kan bij goed gebruik nog veel langer zijn. Vaak houd deze naaf het langer vol dan de rest van de fiets.
Een vastzittende kettingschakel kan leiden tot doortrappen en schakelproblemen. Om dit probleem op te lossen, is het nodig de vastzittende schakel in de ketting te vinden. Dat kan door eerst de ketting over het kleinste achtertandwiel te schakelen en een achterwaartse draai met de pedalen te maken.
Zet het zadel op de goede hoogte. Als je zadel te laag staat, trapt de fiets veel zwaarder. Je hebt hem op de juiste hoogte staan, als je been licht gebogen is als de trapper op zijn laagst staat (hoeveel dat aan Watt kost, kan TestKees helaas niet meten). Zet je stuur lager.
Elke versnelling is een combinatie van het aantal tanden op de kettingblad en het aantal tanden op het tandwiel. Als we kettingbladen hebben met 50/34 tanden en de cassette heeft een bereik van 11 tot 28 tanden, dan krijgen we 50×11 als hoogste versnelling en 34×28 als laagste versnelling.
Een van de meest voor de hand liggende voordelen is natuurlijk het feit dat je met een 1x-versnellingsgroep een hoop gewicht bespaart. Het voorderailleur én de bijbehorende shifter zijn namelijk overbodig bij dit systeem en ook het crankstel is een stuk lichter geworden dankzij het gebruik van minder voorbladen.
Het voordeel van 12 speed is de kleinere overstap tussen de tandwieltjes. Zo kun je beter je ideale cadans rijden en beter presteren. Op 11 speed is dat ook mogelijk als je een 'vlakke' cassette hebt.
Ja dat kan. Kettingen van 8 tot en met 12 speed hebben dezelfde breedte rollen en passen dus op dezelfde bladen (bij een 1x setup in ieder geval). Je moet alleen wel de offset letten. Dat wil bij direct mount bladen nog weleens verschillen in verband met een boost of non-boost kettinglijn.
Versnelling betekent dat er een verandering in snelheid is. Het voorwerp kan sneller gaan, maar ook langzamer . Versnelling wordt in de natuurkunde aangegeven met de letter a. De grootheid van versnelling is: m/s 2 .
Berekening verzet:
Een verzet reken je uit door het aantal tanden van het voortandwiel (32T) te delen door het aantal tanden van het grootste achtertandwiel (34T) en dit dan te vermenigvuldigen door de omtrek van het wiel (1,802M). 32 : 34 = 0,94 x 1,802 =1,696 meter per trapper omwenteling.
Als je te maken hebt met een eenparig versnelde beweging, dan is de versnelling (a) een positief getal. Bij een eenparig vertraagde beweging is dit een negatief getal. Deze negatieve versnelling wordt ook wel een 'vertraging' genoemd.
Re: Welk verzet voor de Alp d'Huez ? In principe zou 30x25 voldoende moeten zijn als je alleen de Alp op gaat en een redelijke conditie hebt. Als je wilt kun je ook een groter tandwiel monteren. Als je een lange kooi hebt, moet een 30 eventueel ook wel kunnen.
Iedereen die de Mont Ventoux beklimt verdient respect. Dan weten jullie dat vast. Maar dit is wel de makkelijkste beklimming van de Mont Ventoux. Sault ligt al op 765 meter hoogte en over 26 kilometer neemt de route de tijd om boven te komen.
Het zou mooi zijn als je in de laatste 2-3 maanden voorafgaand je trip naar de Mont Ventoux een aantal (toer)tochten te fietsen waarbij je flink wat hoogtemeters pakt, zodat je beenspieren meer wennen aan het klimmen. Bij het klimmen gebruik je andere spieren dan tijdens het rijden op het vlakke.