Zaaien & Planten Gele plantuien kunnen vanaf eind maart worden geplant maar het is geen probleem als je de uien later in de grond zet. In maart is het namelijk nog zo koud dat de plantjes sowieso erg langzaam groeien en je dus weinig winst behaalt door de uien eerder te planten.
Als je een zaadje van een ui in de grond stopt, kan er een klein uienplantje uit groeien. Na een tijd wordt deze uienplant onderaan dikker. Die verdikking wordt straks een nieuwe ui. De buitenste blaadjes van de bol worden al bruin.
Je kunt doorgeschoten of bloeiende uien nog steeds oogsten.Ze zijn dan nog steeds eetbaar. Je kunt de bloeistengel verwijderen in een poging de energie weer naar het bolletje te laten gaan. Alleen voor de zaadteelt is het nuttig om uien tot bloei te laten komen.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.
Ui / Ajuin planten (Allium Cepa)
Zaaiafstand : In rijtjes dun uitzaaien en uitdunnen op : 8x 20 tot 15 x 30, hoe meer plaats tussen de planten, hoe groter ze gaan worden. Plantafstand : (plantui) 20 cm tussen de rijen en 10 cm tussen de uien , hoe meer plaats tussen de planten, hoe groter ze gaan worden.
Een ander voorbeeld is de wortelvlieg, die op zoek is naar wortels om haar eitjes op af te zetten. Door uien naast wortels te planten, worden de wortelvliegen misleid door de geur van de uien, waardoor ze de wortels niet zullen aantasten. Terzelfdertijd wordt de uienvlieg verdreven door de geur van de wortels.
Uien groeien onder de grond, het zijn tweejarige planten. Je zaait ze in het ene jaar, hier groeien kleine uitjes uit, pootuien of plantuien genoemd. Deze pootuien bewaar je droog en koel en plant je na de winter in het volgende voorjaar uit. Ze groeien in één zomer uit tot een stevige, smakelijke bol.
1. Bosui/lente-ui. Snijd je bosui ongeveer 5 centimeter van de onderkant af en zet ze in een glas met een laagje water. Ververs het water om de dag en na twee weken heb je nieuwe bosuien.
Hooi helpt het beste: een laagje hooi om de planten leverde meer en grotere uien op dan een laagje stro of afgemaaid gras. Lang hooi laat zich wel wat lastiger om de uienplantjes leggen en daarom knip ik het met een heggenschaar in een emmer of plastic bak in kleine stukjes.”
Geef de uien tijdens de eerste 3 weken twee keer per week water. Op dat moment hebben je uien al een wortelgestel. Na die twee weken vermijd je water, zeker als de grond bevroren is. Eens de grond na de winter opwarmt kun je je gieter weer boven halen wanneer je ziet dat de grond hard, gebarsten of droog is.
Doorschieten voorkomen
Het vroegtijdig of gewoon ongewenst bloeien van planten, voorkom je vooral door zaailingen na het opkomen een stukje koeler te zetten. Veel warmte bevordert vaak het doorschieten. Zorg dat je planten niet te lang droog laat staan of te veel water geeft.
Wanneer uien doorschieten, wil dat zeggen dat de plant zijn energie stopt in bloeien en zaad produceren om de overlevingskansen van de volgende generatie te verzekeren. En als ajuin bloeit, verdikt de bol niet meer. Je kunt de kleine uitjes echter nog altijd oogsten en ze zijn perfect eetbaar.
Uien en sjalotten zijn oogstbaar wanneer het loof dor begint te worden en tegen de grond gaat. Wil je het proces versnellen, help ze dan een handje door ze allemaal dezelfde kant op te duwen.
De ui is een tweejarig gewas. In het eerste jaar ontstaat uit een minuscuul uienzaadje een eetbare bol. Als je deze bol niet zou oogsten maar in de grond zou laten zitten, ontstaat in het tweede jaar een bloemstengel in de plant. Kortom, de ui gaat bloeien en zaadjes maken.
Uien kunnen tegen vorst als ze al geoogst zijn en ook als ze in de grond zitten. Als bolgewas overleven ze 's winters namelijk door de bol in de aarde, pas in de zomer gaat de plant zich weer boven de grond laten zien. Alleen Boedhisten gebruiken geen uien in de keuken.
Plantuien mogen vroeg de grond in omdat ze vorst goed kunnen verdragen. Als ze bevroren zijn moet je ze niet aanraken want dan heb je kans op beschadiging. Rode plantuien zijn gevoeliger voor koude stress, wat bloemstengel vorming kan veroorzaken.
Je kunt uien oogsten zodra de loof slap hangt. Deze valt namelijk om en zal uiteindelijk verdrogen. Laat de loof ongeveer 3 weken liggen, en trek ze er vervolgens uit.
De oogst vindt afhankelijk van het ras plaats in augustus of september. De laat geoogste uien worden meestal bewaard. De buitenste rok droogt in tot een droge, strogele huid, die de bol tijdens de bewaring beschermt.
Uien: asperges, bonen, stambonen, erwten, koolsoorten. Wortels: bieten.
In principe kun je alles van de bosui (of lente-ui) eten, met uitzondering van het kontje met de worteltjes. Maar… gooi dit gedeelte vooral niet weg, want je kunt hier namelijk oneindig vaak nieuwe bosui-stengels van maken.
Je hoeft uien met uitlopers niet direct weg te gooien. Echter hebben uitlopers een bittere smaak, vooral wanneer je ze rauw verwerkt in een gerecht. Om dit te voorkomen kun je de uitlopers gemakkelijk verwijderen door de ui doormidden te snijden en de uitloper los te halen met je vingers.
Bosui heeft een zachte, zoete smaak die een beetje doet denken aan prei. Rauw en in ringetjes gesneden past bosui goed in salades of soepen. Maar ook bij gestoofde groenten, op een boterham of in een omelet is bosui heel lekker.
Ui planten doen de meeste mensen in het voorjaar, ongeveer vanaf half februari tot half april. Ik kies zelf altijd voor plantui planten in de herfst. Dat kun je doen tussen september en half november.
Plant de uien met een tussenruimte van 10 tot 15 cm en met 30 cm tussen de rijen. Druk de grond rond de plantuitjes zachtjes aan en geef ze genoeg water. Vogels zien de puntjes van de uienbollen soms aan voor wormen, dus dek de uien eventueel af met vliesdoek tot het eerste groen verschijnt.
Laat minimaal drie weken op een warme, droge plek uitdrogen (liefst in de zon) en draai ze elke paar dagen om totdat de stengels volledig droog en broos zijn. Vlecht tenslotte de stengels bij elkaar (zoals bij knoflook) of hang de gedroogde uien op een droge, koele plek in een mand, net, of een oude panty.