Als er geen enkele andere verlichting verplicht is, mag je stadslicht voeren. Het is dus toegestaan om overdag, bij voldoende licht, rond te rijden met stadslicht. Als het donker is, of als er sprake is van slecht licht, dan moet je volgens de wet ook je dimlicht of mistlicht voeren, naast stadslicht.
Stadslicht is verplicht als je 's nachts (of bij slecht zicht overdag) buiten de bebouwde kom of op de rijbaan parkeert. Het is niet toegestaan om uitsluitend stadslicht te voeren op de momenten dat verlichting verplicht is. Dimlicht moet in die gevallen ook zijn ingeschakeld, of bij mist de mistlampen voor.
Welke lichten aanzetten om 's nachts te rijden? Zet je dimlichten aan van zonsondergang tot zonsopgang. Als je alleen op de weg bent in een slecht of niet verlichte zone, mag je ook je grootlicht gebruiken. Zet ze wel tijdig weer uit, om andere bestuurders niet te verblinden.
Groot licht mag alleen gevoerd worden als er geen ander verkeer in de buurt is. Mistlicht mag alleen gevoerd worden als mist, sneeuwval of regen het zicht ernstig belemmert. Het mistachterlicht mag alleen gebruikt worden als het zicht minder is dan 50 m. Dagrijlicht is verlichting die overdag gebruikt mag worden.
Wat is stadslicht en dimlicht? Dimlicht is een groot licht, maar het is gedimd en hindert daarom niemand. Met dimlicht wordt er standaard in het donker gereden in het verkeer. Terwijl stadslicht in bepaalde gevallen gebruikt mag worden zoals parkeren op de openbare weg in het donker.
Stadslichten of parkeerlichten zijn vooral bedoeld om de auto zichtbaar te maken voor overig verkeer. De weg wordt niet extra verlicht. Deze verlichting gebruik je als je bijvoorbeeld geparkeerd staat. Het worden daarom ook wel 'parkeerlichten' genoemd.
Bij stadslicht branden de achterlichten, de kentekenplaatverlichting en twee kleine lampjes aan de voorkant. De lampjes aan de voorzijde maken het voertuig wel zichtbaar, maar verlichten niet het weggedeelte voor de auto.
De lichten die we het vaakst gebruiken, zijn de dimlichten. Deze lichten steken we aan wanneer de avond valt of het donker is. Ook bij regenweer, sneeuw, mist en andere omstandigheden waarbij het onmogelijk is om verder te kijken dan 200 meter is het verplicht om de dimlichten aan te steken.
Het verschil
Stadslichten dienen alleen gevoerd te worden wanneer uw auto geparkeerd staat in een donkere straat. Dimlichten dienen gevoerd te worden bij slecht zicht, zowel in het donker als overdag bij bijvoorbeeld regenbuien. Dagrijverlichting dient er voor om uw voertuig overdag beter zichtbaar te maken.
de parkeerlichten of standlichten die net zoals dagrijverlichting alleen dienen om gezien te worden door andere weggebruikers. de dimlichten zorgen dat u gezien wordt door de andere weggebruikers én verbeteren het zicht van de bestuurder tot ca. 30 meter.
In de ochtend- of avondschemer is het voor veel weggebruikers echter niet duidelijk welke verlichting ze het beste kunnen voeren. In 2011 is automatische dagrijverlichting verplicht gesteld voor alle nieuwe (type) auto's. Sinds 2012 geldt dit ook voor vrachtwagens en bussen.
Er zijn twee verschillende manieren om je lichten aan te zetten: – Bij mij in de auto kun je het topje van de hendel, dat links aan het stuur vast zit, naar voren draaien. Draai de hendel 1 slag naar voren en je stadslicht staat aan. Draai de hendel 2 slagen naar voren en je dimlicht staat aan.
Hoe ver schijnt dimlicht? Dit hangt af van het voertuig dat je hebt en hoe de koplamp is gebouwd. Het dimlicht kan worden afgesteld en gepositioneerd voor het beste resultaat. Over het algemeen varieert de afstand tussen de 45 en 80 meter, maar dit kan natuurlijk verschillen per model.
1. De grote lichten, dimlichten , stadslichten en achteruitrijlichten mogen niet anders dan wit of geel stralen.
Stadslicht is bedoeld om een geparkeerd voertuig zichtbaar te maken. Een betere naam zou 'standlicht' of 'parkeerlicht' zijn. De typering 'stadslicht' stamt nog uit de jaren '50, toen het gebruikelijk was binnen de bebouwde kom uitsluitend stadslichten te voeren.
Je gebruikt het binnen de bebouwde kom als er geen of weinig straatverlichting is, en het is verplicht als je 's nachts of overdag bij slecht zicht parkeert buiten de bebouwde kom of naast de rijbaan. Bij sommige auto's kan het parkeer- of stadslicht aan één kant van de auto worden ingeschakeld.
Op momenten dat verlichting verplicht is, is het niet toegestaan om uitsluitend stadslicht te voeren. In die gevallen moet dimlicht ook ingeschakeld zijn, of als het mistig is de mistlampen aan de voorzijde van de auto. Als je 's nachts rijdt buiten de bebouwde kom is stadslicht verplicht.
Stadslichten branden minder fel, terwijl dagrijlicht juist bedoeld is om de zichtbaarheid van een auto te vergroten. Het is vooral belangrijk dat autofabrikanten het dagrijlicht automatisch koppelen aan de achterlichten en gelukkig hebben sommige merken daartoe enkele jaren geleden al het initiatief genomen.
Blauwachtig licht: dit zijn kleuren als universeel wit en daglicht wit, die ons feitelijk wakker weten te houden en dus ons slaapritme verstoren. Roodachtig licht zoals warm wit brengt ons in een ontspannen staat.
Dat blijkt uit het onderzoek waarop Wisse van der Meijden promoveerde aan het Amsterdam UMC. Volgens hem maakt blootstelling aan helder rood licht het makkelijker om in slaap te vallen. In tegenstelling tot blauw licht dat van smartphones en televisie komt.
Hoe zit het met mistachterlichten? Wettelijk is aan de achterzijde minimaal één mistlicht verplicht, maar je mag er twee monteren. Mistachterlichten stralen een helder rood licht uit en het is alleen toegestaan om te gebruiken wanneer het zicht minder is dan 50 meter door zware sneeuwval of dichte mist.
Dagrijverlichting moet wit van kleur zijn en moet uitschakelen of overgaan in stadslicht wanneer het dimlicht wordt ingeschakeld. In de huidige wet staat dat dagrijverlichting verplicht is, maar er staat niet dat het verplicht is dat de achterlichten automatisch moeten aangaan.
We kennen drie soorten licht; direct licht, indirect licht en diffuus licht.
Dagrijverlichting is een nieuw type verlichting om je auto overdag beter zichtbaar te maken. Het zijn ledlampjes die zeer weinig stroom verbruiken, dit in tegenstelling tot de meeste dimlichten. Het overdag voeren van dagrijverlichting heeft dus bijna geen effect op het verbruik.
Een auto moet wel 1 of twee rode achtermistlichten hebben die verplicht moeten schijnen: bij mist, als de zichtbaarheid minder dan ongeveer 100 meter bedraagt; bij sneeuwval, als de zichtbaarheid minder dan ongeveer 100 meter bedraagt; bij hevige regen moeten ze in België altijd branden.