In het BSO, KSO en TSO worden de studierichtingen onderverdeeld in acht studiedomeinen: economie en organisatie, kunst en creatie, land- en tuinbouw, maatschappij en welzijn, sport, stem (science,technology, engineering, mathematics), taal en cultuur en voeding en horeca.
In het technisch secundair onderwijs krijg je naast een algemene vorming ook technische vakken en praktijkvakken. Binnen het TSO bestaan veel studierichtingen.
Als je je TSO afmaakt, behaal je meteen ook een diploma hoger secundair onderwijs, waarmee je naar het hoger onderwijs kan. Het TSO wil de leerlingen naast een brede algemene vorming ook de basisbegrippen bijbrengen van een aantal technieken bv. elektrotechnieken, sociale en technische wetenschappen,...
In deze onderwijsvorm krijg je een brede theoretische vorming die je niet rechtstreeks voorbereidt op een beroep. Handenarbeid komt in deze onderwijsvorm niet aan bod.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Het kan zijn dat je kind in het secundair onderwijs wil veranderen van studierichting, onderwijsvorm (ASO, TSO, KSO, BSO) of leerjaar. Dit kan in dezelfde school zijn maar ook als je kind van school verandert. Dit is wel aan een aantal voorwaarden gebonden.
Kan ik op elk moment veranderen van onderwijsvorm of studierichting? Overstappen kan maar tot een bepaalde datum in de loop van het schooljaar. Tot wanneer precies hangt af van het jaar waarin je zit. In het 1ste en 2de jaar kan je doorheen het schooljaar veranderen als de klassenraad dat toelaat.
De specialisatiejaren Landbouwmechanisatie (TSO3) en Tuinbouwmechanisatie (BSO3) zou de raad laten opgaan in een structuuronderdeel Land- en Tuinbouwmechanisatie, zowel op BSO- (waar het al bestaat) als TSO-niveau.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
Ja, dat mag. Elke leerling met een diploma secundair onderwijs (aso, bso, kso, tso) mag naar het hoger onderwijs. Let op: als je een richting volgt in het beroepsonderwijs (bso) dan moet je eerst een specialisatiejaar (7e jaar) volgen om je diploma te halen en te kunnen verder studeren.
Je behaalt je getuigschrift of diploma als je 50% hebt voor alle vakken van je studierichting. Je krijgt meteen een melding via het EC-platform.
Onderwijskiezer.be:
Op onderwijskiezer.be vind je verschillende vragenlijsten die peilen naar je interesses, studiehouding, studiemotivatie en nog veel meer. Als je alle vragen beantwoordt, verschijnt een grafiek waarop je dan kan doorklikken naar de info over de studierichtingen die bij jou passen.
Het bso leidt naar vele beroepen in zowel het industriële domein (autotechniek, lassen etc.) als in vele andere domeinen: personenzorg, kantoor en verkoop, land- en tuinbouw, bouw, voeding e.a. Het volledige overzicht vindt men op de website van het ministerie.
Het technisch onderwijs (TSO) biedt net als het algemeen secundair onderwijs een theoretische opleiding, maar biedt daarnaast ook keuzevakken die concreter en technischer zijn. Het beroepsonderwijs (BSO) laat toe om meteen na de studies een beroep uit te oefenen. Het is sterk op de praktijk gericht.
Kun je met BSO dokter worden? Maar de enige groep die ergens een 100 procent slaagscore behaalt, is die van de TSO/BSO'ers die geneeskunde aanvatten. De drie studenten die dat tussen 2001-2007 riskeerden, slaagden alledrie.
A2 is de oude benaming voor het huidige 'diploma secundair onderwijs'. Hoewel de benaming al officieel werd afgeschaft in de 70-er jaren, wordt deze nog veel gebruikt. Benaming voor een intussen niet meer bestaand onderwijsniveau, namelijk Lager Secundair Technisch. De term wordt soms nog gebruikt bij vacatures.
Je kan op verschillende manieren een diploma secundair onderwijs behalen. Je kan tot je 25ste naar een secundaire school gaan om je diploma te behalen. In ASO/TSO/KSO ga je tot het 6de jaar naar school voor een diploma. In BSO ga je tot het 7de jaar naar school om een diploma te behalen.
De opstroomoptie is bedoeld voor leerlingen die na 2B willen doorstromen naar 2A of naar het derde jaar ASO, KSO of TSO. Sommige basisopties worden opgedeeld in pakketten.
De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt. Wilt u toch het leerjaar overdoen, dan moet de delibererende klassenraad hiermee akkoord gaan. Kreeg u een B-attest met uitgebreide clausulering dan mag u altijd overzitten als u dat wil.
Eenmaal je je diploma secundair onderwijs op zak hebt, kan je kiezen om te gaan werken maar je kan ook verder studeren. Dat wil zeggen dat je naar een hogeschool of een universiteit kan gaan om een bachelor en/ of een master te behalen. Dat kan niet alleen na een tso-richting, maar evengoed na een bso-richting.
Het kunstsecundair onderwijs (kso) is een van de vier onderwijsvormen in de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap.
In het vijfde jaar middelbaar is een B-attest en dus een heroriëntering naar een andere richting niet meer mogelijk voor leerlingen die niet slagen voor een vak. In uitzonderlijke gevallen kan de klassenraad beslissen om een herexamen te organiseren, maar al jaren zijn de scholen de herexamens aan het afbouwen.
In het BSO, KSO en TSO worden de studierichtingen onderverdeeld in acht studiedomeinen: economie en organisatie, kunst en creatie, land- en tuinbouw, maatschappij en welzijn, sport, stem (science,technology, engineering, mathematics), taal en cultuur en voeding en horeca.