Op hardcourt en all weather banen wordt vaak gespeeld met de Wilson US Open tennisbal. Dit is de gasgevulde bal die gebruikt wordt tijdens de US Open. De bal gaat erg lang mee en is daarom ook erg geschikt om te gebruiken op hardcourt.
Omdat een tennisbal nooit 100% luchtdicht is, loopt het gas langzaam uit de tennisbal. Dit is één van de redenen is dat professionele tennisspelers elke 9 games nieuwe tennisballen gebruiken. Voor recreatieve spelers gaan de gasgevulde ballen 2 à 3 wedstrijden mee.
Tijdens de competitie of toernooien worden gasgevulde tennisballen gebruikt om mee te spelen. Gasgevulde tennisballen zijn comfortabeler om mee te tennissen en hebben als het ware meer gevoel. Een gasgevulde bal gaat echter wel minder lang mee in vergelijking met de drukloze tennisbal.
Er zijn twee soorten tennisballen met elk hun specifieke speeleigenschappen: drukloze (pressureless) en gasgevulde (pressurised) tennisballen. Zeker als je gevoelig bent voor (arm)blessures is het handig de verschillen te kennen. Zoals de naam al zegt, staan drukloze ballen niet onder druk.
Oudetennisballen haalt de ballen op en geeft de clubs er zelfs een vergoeding voor. Daarna zorgt de organisatie dat de ballen hergebruikt worden, bijvoorbeeld door scholen, voor honden of op kinderdagverblijven. Al ruim 120 tennisclubs geven op deze manier tennisballen een tweede leven.
Slechts een klein deel van de vijf miljoen tennisballen wordt echter een nieuw leven geboden. Dit terwijl oude ballen niet alleen kunnen dienen als vloertegels voor een sportvloer, maar ook verwerkt kunnen worden tot schoenzolen en dakplaten.
Padelballen hebben allemaal een verschillende levensduur. Dit is namelijk sterk afhankelijk van de speler, het speelveld en de omgeving. Voor de gemiddelde speler die een paar keer per week speelt, hebben de meeste padelballen een levensduur van zo'n 4-5 wedstrijden, zo tussen de 6 en 10 uurtjes.
Het 'haar' op een tennisbal is wol, of een synthetisch surrogaat zoals nylon. Het geeft de bal ruwheid, waardoor hij grip heeft op het racket en op de grond. Door die ruwheid kan de tennisspeler draaiing geven aan de bal.
De binnenbal bestaat uit twee helften. Die helften worden in een pers onder druk tot bal gemaakt. Vlak voor het moment dat de twee halve ballen op elkaar worden gelijmd wordt de druk in de pers opgevoerd. Op het moment dat de druk exact goed is, worden de twee helften met rubberlijm aan elkaar gelijmd.
De belangrijkste reden om met gele tennisballen te gaan spelen was de zichtbaarheid voor de televisiekijker. Volgens onderzoek zijn oranje ballen het best zichtbaar voor het publiek, maar op televisie was deze kleur weer minder goed zichtbaar.
de diameter van de bal moet tussen de 65,4 en 68,6 mm (2,57-2,70 inch) zijn; de massa tussen de 56,0 en 59,4 gram; de stuiterhoogte: de bal moet tussen de 1,38 en 1,51 meter hoog opstuiteren van een betonnen ondergrond, als hij van ongeveer 2,54 m (100 inch) hoogte wordt losgelaten.
Op gravel, smashcourt en french court wordt het meest gespeeld met de Wilson French Open tennisbal. Deze tennisbal wordt dan ook gebruikt tijdens Roland Garros. Deze bal heeft een hoog balcomfort in combinatie met een goede stuiterkracht. Dit maakt hem uitermate geschikt voor het spelen op gravel.
Om de bal toe te laten moet de stuiterhoogte tussen 135 cm en 147 cm liggen. Zowel de dikte als de elasticiteit van de balkern bepalen hoe hoog de tennisbal stuitert.
Geschiedenis van de golfbal
Met een golfbal word het spel golf gespeeld. Volgens de regels mag een golfbal niet kleiner zijn dan 4,257 en niet zwaarder zijn dan 45,93 gram.
De omtrek mag niet groter zijn dan 70 cm en niet minder dan 68 cm. Het gewicht moet liggen tussen de 410 en 450 gram bij het begin van de wedstrijd. De druk moet liggen tussen de 0,6 en 1,1 atmosfeer op zeeniveau.
Je moet ze dan 4-8 weken in de Tennisball Saver bewaren. Victor is het gaan testen en vertelt over de resultaten: "Ik heb van elke bal de stuiterhoogte gemeten en op de bal zelf genoteerd. Zes ballen hebben zes weken lang in twee Tennisball Savers gezeten. Gemiddeld zijn ze 9 cm hoger gaan stuiteren.
De nieuwe tennisbal werd voor het eerst gebruikt in de jaren 1850. Ongeveer twee decennia later, in 1874, had de Engelse uitvinder Walter Clopton Wingfield het “gazontennis” gepatenteerd.
Het US open draait er in zijn eentje 95.000 ballen doorheen, Wimbledon 54.000, Roland Garros 65.000.
De belangrijkste reden waarom je nooit in de regen moet spelen is omdat je racket hier niet goed tegen kan. De kern van je racket bestaat uit een foam en foam absorbeert vocht. Dit zorgt ervoor dat wanneer je in de regen padelt je racket zwakker wordt en uiteindelijk scheurt. Dit wil je ten alle tijden voorkomen.
Alle padelballen hebben een verschillende levenscyclus, afhankelijk van de speler, het oppervlak van de baan en de omgeving. Echter, voor de gemiddelde speler die een paar keer per week speelt, zal de meerderheid van de padelballen een levensduur hebben van 4-5 wedstrijden.
Een tennisbal moet in diameter groter zijn dan 6,35 cm en kleiner dan 6,67 cm, terwijl padelballen in diameter groter moeten zijn dan 6,35 cm en kleiner dan 6,77 cm. Kortom een verschil van 10 millimeter. Gewicht. Het gewicht is ook net anders tussen een padel bal en een tennisbal.
De trekhaak:
Plaats een tennisbal op de trekhaak. Het beschermt de trekhaak tegen roest.
Specialisten raden af om gewone tennisballen aan honden te geven. Ballen zoals deze of het Kong hondenspeelgoed hebben een speciale anti-schuurlaag op de buitenkant. Deze is 100% veilig voor de tanden van jouw hond. Niet zoals een gewone tennisbal dus.
Het stuiteren wordt veroorzaakt door de elastische eigenschap. Daardoor wordt de bal weggeduwd als hij de grond of een ander hard oppervlak heeft geraakt. Als je een stuiterbal gooit, moet je oppassen in de buurt van ruiten of breekbare voorwerpen.
Een verkoper van ballen wil weten hoe goed de ballen die hij verkoopt stuiteren. Jij krijgt van hem de opdracht om een snelle, goed uitvoerbare methode te bedenken waarmee je kunt bepalen hoe goed een bepaalde bal stuitert. De methode moet voor elke bal een getal opleveren. Dit getal noemt hij de stuiterfactor.