We kunnen er zeker van zijn dat de Koran aan Mohammed werd 'geopenbaard' en vervolgens in de Arabische taal werd gepropageerd omdat de profeet uit Saoedi-Arabië kwam en dus Arabisch als moedertaal sprak.
De Arabische Taal is de Taal van de Koran en de Islam
"De taal die Allah heeft gekozen is de Arabische taal. Hij stuurde zijn kostbare boek (de Koran) geschreven in het Arabisch, de taal van de laatste profeet. Daarom is het de plicht van iedereen om Arabisch te leren."
Lingua Adamica (taal van Adam) verwijst naar de oertaal gesproken door Adam en/of God in het Aards Paradijs. De aard, identificatie en relevantie van deze oertaal zijn lange tijd het onderwerp van debat geweest in zowel de Joodse, christelijke als islamitische literatuur.
De algemene opvatting binnen de islam is dat de boodschappers Nuh, Ibrahim, Musa, Isa en Mohammed een hogere profetische graad hebben dan de overige profeten. Deze vijf boodschappers worden dan ook Oeloel-Azm-profeten genoemd.
Klassiek Arabisch. Dit is het Arabisch van de koran. Modern standaard Arabisch. De standaardvorm van het Arabisch die in het hele gebied gebruikt wordt op schrift, maar eigenlijk nergens in de zuivere vorm gesproken wordt.
Het Arabisch behoort tot de Semitische talen. Arabisch is de taal van de Koran en het wordt daarom gezien als de moedertaal van de Islamitische wereld.
Hiërogliefen is de geschreven oudste taal ter wereld. De Egyptische taal is echter al een tijdje een dode taal. Egyptenaren spreken nu een Egyptische variant van het Arabisch.
Dat wil zeggen: de boodschap van Allah en zijn profeet Mohammed te verkondigen en gehoorzaamheid aan de wetten van de Allerhoogste en zijn profeet zo nodig met geweld af te dwingen.
Het moderne Hebreeuws is doorspekt met woorden en uitdrukkingen uit het Aramees. Verondersteld wordt dat de meeste joden in Israël en Judea in het begin van onze jaartelling een vorm van West-Aramees als dagelijkse omgangstaal spraken. Dit Joods-Aramees zou de taal van Jezus zijn geweest.
Allahoe akbar (الله أَكْبَر, Allāhu akbar) is een Arabische zinsnede die ook de takbīr of takbeer (تَكْبِير) wordt genoemd en meestal vertaald wordt als "God is de grootste". Anderen vertalen de woorden ook wel met "God is groot", "God is zeer groot" of "God is groter".
Voor de duidelijkheid. Adam en Eva hebben nooit bestaan. Er is niet 1 setje mensen geweest die de beschaving (als je het zo kunt noemen) op aarde heeft voortgebracht. De taal die de schrijvers van de verhalen voor ogen hadden, zullen de taal zijn geweest die ze zelf spraken (Waarschijnlijk Aramees).
Klassiek Arabisch, met wortels in oude Semitische talen, is een literaire vorm van Arabisch (in tegenstelling tot dialectisch Arabisch) die minstens 1500 jaar oud is. Het eerste bewijs van Arabisch schrift, de Inscriptie van Zabad uit het jaar 512, werd gevonden in Syrië.
Allah is een samentrekking van al ilah, Arabisch voor 'de god'.
Het geloof in de profeten, zowel bekend van naam als niet bekend van naam, wordt doorgaans gezien als een van de Zuilen van geloof binnen de islam. Alle profeten in de islam zijn al bekend: er komen in een hedendaagse gebedsdienst geen profeten meer bij.
De laatste tien dagen
Dit is de nacht waarop de eerste verzen werden geopenbaard aan de profeet Mohammed. Moslims geloven dat in deze nacht extra zegeningen worden gegeven en zonden worden vergeven. Ze proberen extra te bidden en de Koran te lezen in de hoop dat ze worden vergeven en beloond door God.
Moslims geloven dat Adam de eerste profeet is en Mohammed de laatste. De islam erkent ook Jezus als profeet, Isa noemen moslims hem, maar zij geloven niet dat hij de zoon van God was, noch dat hij gekruisigd is.
De profeet Ayyub komt viermaal voor in de Koran (onder andere in Soera Het Vee) en wordt doorgaans in de islamitische traditie als symbool gezien voor geduld.
Iedere keer sloeg Bileam de ezelin, de laatste keer met een stok. Na de derde keer liet God de ezelin spreken en vroeg zij Bileam waarom hij haar sloeg. Hierna zag Bileam de engel, die tegen Bileam zei dat als de ezelin niet was uitgeweken, hij Bileam zou hebben gedood.
Het verhaal van Mozes laat zien hoe oud het verschijnsel stotteren is en dat in het verre verleden mensen er al onder leden. Maar het laat tegelijkertijd zien dat stotteren niet in de weg hoeft te staan van een succesvol leven.
Met name in de soera's al-Bakara, Imran, Nisa en Ibrahim geeft de Koran informatie over de profeet Ishaq. Met Gods toestemming kon hij dode dieren weer tot leven wekken en liet hij op verzoek van het volk van Jeruzalem een berg beven waarna zij in Ishaq geloofden.
' 'Volgens de islamitische traditie ontving de profeet Mohammed de geschriften die de basis van de Koran vormden tussen de jaren 610 en 632. Op dit moment is zijn goddelijke boodschap dus niet beschreven in de Koran die vandaag de dag verschijnt.