Bij ernstig hartfalen kan uw hart al bij heel weinig inspanning niet meer zorgen voor genoeg zuurstof en voeding. De bloedvaten raken vol. Er kan vocht uit lekken. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
Kortademigheid en benauwdheid bij inspanning.Kortademigheid en benauwdheid bij platliggen in bed.Concentratieproblemen.Moeilijke stoelgang.
Als één of meer van de kransslagaders vernauwd of verstopt is, krijgt het hart te weinig zuurstofrijk bloed. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van aanvallen van pijn op de borst en kortademigheid. Als een gedeelte van de hartspier afsterft door langer aanhoudend zuurstofgebrek, spreken we van een hartinfarct.
De symptomen van een slechte conditie zijn onder andere snel buiten adem zijn, duizeligheid, hartkloppingen, een hoge hartslag in rust en weinig energie hebben.
Je hebt met je cardioloog gesproken over je hartfalen waarvoor geen behandeling meer mogelijk is. Dit noemen we terminaal hartfalen. Je hebt in overleg met je cardioloog besloten om in principe af te zien van verdere ziekenhuisopnames. De cardioloog informeert je huisarts en draagt de zorg over.
Kenmerkende vage klachten
pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen; kortademigheid of benauwdheid; misselijkheid en duizeligheid; hartkloppingen.
Vaak plassen`s nachts; het hart hoeft 's nachts vaak minder hard te werken waardoor het bloed weer beter weggepompt wordt. Er stroomt meer bloed door de nieren waardoor je vaker moet plassen. Minder gaan plassen; dit komt door de slechtere doorbloeding van de nieren.
Als u merkt dat het hoesten of de piepende ademhaling erger wordt en uw ademhaling bemoeilijkt, kan dit wijzen op een verergering van het hartfalen en moet u contact opnemen met uw arts. Een droge, aanhoudende hoest kan ook een bijwerking zijn van een van de medicijnen die u slikt voor het hartfalen.
Hartproblemen en zweten gaan vaak samen.Zweten komt voornamelijk voor bij hartritmestoornissen en een hartinfarct. Bij bepaalde zeldzamere hartziekten kunnen ook koude rillingen (koud zweet) voorkomen. Dit is voornamelijk een symptoom van een hartontsteking.
Veel patiënten met hartfalen zijn dragers van een Interne Cardio Defibrillator, een apparaat dat veelal onder het sleutelbeen is aangebracht. Dat kan, door ongewenste defibrillaties, in de laatste levensfase irriteren.
Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart. Voorbeelden zijn bisoprolol, carvedilol en metoprolol. Angiotensine-II-blokkers verbeteren mogelijk de pompkracht van het hart.
De oorzaak van overlijden was bij 23,1% progressief hartfalen en bij 27,8% plotse hartdood (inclusief longembolie). In de overige 49,1% van de gevallen werd een niet-cardiale doodsoorzaak vastgesteld.
Gelukkig, het is geen kanker! Maar veel mensen weten niet dat bijna de helft van de patiënten die met hartfalen worden opgenomen, binnen een jaar overlijdt.
Andere klachten kunnen zijn: koude handen en voeten. ritmestoornissen. opgeblazen gevoel en een moeilijke stoelgang.
Drink zure dranken in plaats van zoete dranken. Zure dranken lessen de dorst, zoete dranken maken je dorstig. Vermijd zout. Nu is dat sowieso aan te raden bij hartfalen.
Uiteindelijk kan het uw levensduur verkorten. De progressie van hartfalen is onvoorspelbaar en varieert van persoon tot persoon. In veel gevallen blijven de symptomen vrij lang (maanden of jaren) stabiel voordat deze verergeren. Soms nemen de ernst en de symptomen geleidelijk toe.
Bij hartfalen adviseren we u om dagelijks twee keer dertig minuten te bewegen (bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen).
Denk hierbij aan sporten, zoals: hardlopen, spinning, roeien, mountainbiken en zwemmen. Zelfs met een stevige pas wandelen, verbeter je je uithoudingsvermogen al. Je conditie verbeteren op alle vlakken doe je het beste door een mix aan sporten te beoefenen. Dus een mix van kracht- en cardiotraining.
Met name door een duursport te beoefenen of te kiezen voor intervaltraining, zul je snel resultaat boeken. Denk aan sporten als hardlopen, fietsen, wandelen en zwemmen. Ook met wat minder traditionele duursporten zoals touwtje springen, skeeleren of roeien breng je jouw conditie op peil.