Een stof is ontplofbaar als deze ook zonder aanwezigheid van zuurstof tot ontploffing kan komen. Voorbeelden van ontplofbare stoffen zijn buskruit, niet gestabiliseerde kunstmest, picrinezuur, benzoylperoxide en
Alle brandbare stoffen in de juiste verhouding met lucht (m.n. zuurstof) en een ontstekings- bron kunnen een explosie geven.
Veel materialen kunnen onder bepaalde omstandigheden explosiegevaarlijk stof worden. Voorbeelden zijn: Hout, textiel, kunststof. Landbouwproducten zoals meel, suiker, graan, tabak en specerijen.
(b) onder de uitdrukking “explosieve stof van een speciale categorie” wordt verstaan: explosief voor onderzoeks- en ontwikkelingsdoeleinden (RDX), penta-erythritoltetra-nitraat (PETN), hoogsmeltende explosieven (HMX), tri-nitrotolueen (TNT), laagtemperatuur-plastische explosieven (LTPE), explosieve samenstellingen (CE) (2, 4, 6-fenylmethylnitamine ...
Brandbaar stof, of explosief stof, is een bijproduct van productieprocessen waarin brandbare grondstoffen worden verwerkt. Deze materialen zijn hout, lichte metalen, verschillende soorten chemicaliën, maar ook landbouwproducten zoals graan, specerijen en tabak.
Bezit, detonatie of anderszins een maximaal gevaar opleverend; zoals dynamiet, nitroglycerine, picrinezuur, loodazide, kwikfulminaat, zwartkruit, slaghoedjes en ontstekingspatronen .
Ontplofbare stoffen zijn stoffen of preparaten die door slag, stoot, wrijving of vonk of open vlam tot ontploffing (zeer vlugge verbranding) kunnen komen of die in bepaalde mengsels, bij bepaalde temperaturen en concentraties, explosief kunnen reageren.
Het juiste antwoord is Nitrochloroform .
Hitte, licht, mechanische schokken, detonatie en bepaalde katalysatoren kunnen explosieve reacties initiëren. Verbindingen die de functionele groepen azide, acetylide, diazo, nitroso, haloamine, peroxide en ozonide bevatten, zijn gevoelig voor schokken, hitte en kunnen heftig exploderen.
Stofexplosiegevaar. Voor het optreden van een stofontploffing is het nodig dat een brandbare vaste stof in fijn verdeelde vorm (denk hierbij aan poeder) wordt opgewerveld en intensief met lucht (of een ander zuurstofhoudend gas) wordt gemengd alvorens te worden ontstoken.
Wat maar weinig mensen weten, is dat ook hele alledaagse soorten 'stof' explosief kunnen zijn. Zelfs iets schijnbaar onschuldigs als een poeder kan ontbranden (check dit filmpje maar eens). En wat voor melkpoeder geldt, geldt ook voor bloem, poedersuiker, maïzena, houtzaagsel, oploskoffie, veevoeder, …
Voorbeelden van zeer zorgwekkende stoffen zijn lood, koper, vinylchloride en benzeen. Ze kunnen op verschillende manieren in de lucht, de bodem of het water terechtkomen. Landbouw, industrie en verkeer kunnen hiervan de oorzaak zijn. Maar ook huishoudens kunnen zorgen voor vervuiling.
Het gebruik van ontvlambare stoffen in afgesloten ruimtes kan leiden tot explosies, wat ernstige schade kan veroorzaken aan mensen, installaties en bedrijven. Deze schade kan worden veroorzaakt door de ontwrichting van gebouwen, rondvliegende brokstukken en scherven, evenals branden die vaak volgen op een explosie.
Natriumchloraat 40 % m/m.
Organische stoffen zijn brandbaar, zoals hout, bloem, suiker, graan en sojabonen. Ook medicijnen en pesticiden, rubber, textiel en bepaalde soorten plastics vormen deeltjes die brandbaar zijn. Dit geldt zelfs voor materialen zoals aluminium en ijzer, die in grote stukken niet brandbaar zijn, maar wel in stofvorm.
Een explosie is te omschreven als een snelle verbranding met een drukeffect. De snelle verbranding zorgt ervoor dat er een grote hoeveelheid gas ontstaat die door de snelheid een drukgolf (en een vlamfront) veroorzaakt. Alle brandbare stoffen kunnen in de juiste verhouding met lucht een explosie geven.
De OSHA-laboratoriumnorm definieert een explosief als een chemische stof die een plotselinge, vrijwel onmiddellijke vrijgave van druk, gas en hitte veroorzaakt wanneer deze wordt blootgesteld aan een plotselinge schok, druk of hoge temperatuur .
Voorbeelden van chemicaliën die na blootstelling aan lucht na verloop van tijd explosieve peroxiden vormen: Di-isopropylether (isopropylether), Di-ethylether (ether),Divinylether, Divinylacetyleen, Vinylideenchloride,Natriumamide, Kaliumamide en Kaliummetaal .
1.1 Het basisconcept van de thermische explosietheorie
1 zelfs onder isotherme omstandigheden, met als gevolg dat de temperatuur van de chemische stof steeds sneller blijft stijgen en vroeg of laat de uiteindelijke thermische explosie van de chemische stof veroorzaakt .
De reagerende deeltjes worden reagentia of reactanten genoemd. De verbindingen die door een chemisch proces worden gevormd, noemt men de reactieproducten.
EXPLOSIEVEN. DEFINITIES. 1. Een explosieve stof is een vaste of vloeibare stof (of een mengsel van stoffen) die op zichzelf in staat is om door een chemische reactie gas te produceren bij een zodanige temperatuur en druk en met een zodanige snelheid dat schade aan de omgeving wordt veroorzaakt.
Als de temperatuur lager is dan het smeltpunt, is een stof in vaste toestand. De aantrekkingskrachten tussen deeltjes zijn zo groot, dat de deeltjes op een vaste plek blijven zitten. Je krijgt dan een vast patroon van deeltjes, waarin ze niet bewegen en de ruimte tussen de deeltjes zeer klein is.
Onder de juiste omstandigheden kunnen sommige brandbare stoffen zichzelf ontbranden als gevolg van statische elektriciteit die ontstaat doordat deeltjes tegen elkaar wrijven . De ontsteking zorgt ervoor dat het stof snel verbrandt, een proces dat deflagratie wordt genoemd en een golf van hoge luchtdruk creëert.
Maar ook de omgeving waarin je woont en werkt, beïnvloedt je gezondheid. Van een aantal zaken weten we zeker dat ze schadelijk kunnen zijn voor je gezondheid: luchtvervuiling, vocht en schadelijke stoffen in huis, geluids- en geuroverlast, asbest, radon en uv-straling. Veel van de risico's kun je zelf verminderen.
Vanaf 1 februari 2021 is de verkoop van producten waarin meer dan 15 procent zwavelzuur zit aan consumenten verboden, behalve als de consument een vergunning heeft.