De verschillende talen die in Spanje worden gesproken zorgen regelmatig voor grote verwarring in het buitenland, waar men het vaak heeft over dialecten. Het gaat echter om in totaal vijf officiële talen (Spaans, Catalaans, Baskisch, Galicisch en Aranees) en twee niet-officiële talen (Asturisch en Aragonees).
Neef (m.) en nicht (v.) zijn twee verschillende familierelaties: Een zoon respectievelijk dochter van iemands broer/zus, ook wel oomzegger of tantezegger.
De taal is ontstaan rond het jaar 1651, toen de Engelse kolonisten de eerste Afrikaanse slaven naar Suriname haalden. Ze draagt grotendeels de sporen van het Engels en het Nederlands, daarnaast ook van het Portugees en van Afrikaanse talen.
Een wig, keg of keil is een schuin toelopend blok waarmee iets kan worden vastgeklemd of gekloofd. Het is een eenvoudig hulpmiddel. Er zijn wiggen van verschillend materiaal, zoals hout of staal.
@, uitgesproken als at of apenstaartje, is een symbolische afkorting van at of at the cost of (uit het Engels). Oorspronkelijk werd het gebruikt voor rekeningen, bijvoorbeeld: "7 widgets @ £2 ea. = £14". Het staat dus eigenlijk voor het Latijnse ad of het Franse à.
Het accent aigu (Latijn: acutus, scherp), in de drukkerij kort met kuut aangeduid, is een diakritisch teken in de vorm van een streepje boven een letter dat van linksonder naar rechtsboven wijst.
Het accent circonflexe, of kortweg de of het circonflexe of circumflex (Latijn: circumflexus, rond, gebogen), is een dakvormig diakritisch teken op een klinker of een medeklinker.
Het trema of deelteken is een diakritisch teken in de vorm van twee punten die, naast elkaar, boven een klinker geplaatst worden. Als het trema op de letter i geplaatst wordt, vervalt de gewone punt en wordt deze vervangen door het trema.
Ê (onderkast: ê) is een letter E met een accent circonflexe er op. Het is een letter in het Friulische, het Koerdische en het Vietnamese alfabet. De letter komt ook voor in het Afrikaans, Frans, Nederlands, Portugees, Welsh en het Albanees, maar alleen als een variant op de gewone "e".
Í (onderkast í) is een letter in het Faeröers, Hongaars, IJslands, Tsjechisch, Slowaaks en Tataars, waar het vaak een lange /i/-klinker aangeeft (ee in het Engelse woord feel).
Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
De Alt-toets bevindt zich op de meeste toetsenborden aan weerszijden van de spatiebalk; veel toetsenborden hebben maar één Alt-toets, links van de spatiebalk, en een Alt Gr toets aan de rechterkant van de spatiebalk.
Alt Gr, een afkorting van "alternate graphic", is een toets op het toetsenbord van een computer waarmee tekens met accenten of andere speciale tekens kunnen worden ingevoerd.
Enkele toetsen zijn hier nog niet hetzelfde als bij de moderne QWERTY-indeling: de C en de X zijn omgewisseld en de M zit nu naast de N. De opstelling van de toetsen op een modern, voor Microsoft Windows bedoeld computertoetsenbord.
De serie begint met A0, een vel met een oppervlakte van (per definitie) 1 vierkante meter. Doordat een vel A1 een half vel A0 is, heeft een vel A1 een oppervlakte van een halve vierkante meter. A2 heeft vervolgens een oppervlakte van een kwart vierkante meter enzovoorts.
De term A4 is zo ingeburgerd dat men spreekt van een A4'tje. Het formaat was oorspronkelijk gedefinieerd door een DIN-normering (DIN 476 uit 1922) en is later door de ISO overgenomen als de huidige norm ISO 216. Met name in Duitsland wordt het formaat nog steeds wel met DIN A4 aangeduid.
De B (ook wel si, of ti genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de A en een halve toon lager dan de C. Op een pianoklavier ligt de B steeds direct na de groep van drie zwarte toetsen. De vijfde snaar van een klassieke gitaar is gestemd op de B.
De VIF wordt berekend als 1/(1-R²) (de inverse van 1 min de determinatiecoëfficiënt). Nadelig is dat men voor elke verklarende variabele deze regressie moet doorvoeren. Over het algemeen wordt vanaf een VIF-waarde van 10 gesproken van ernstige multicollineariteit. Een VIF waarde groter dan 4 kan al problematisch zijn.
De One-way ANOVA veronderstelt dat het de drie groepen uit een multivariate normale verdeling afkomstig zijn (in iedere groep heeft de variabele een normale verdeling). Er wordt vervolgens getoetst of de gemiddelden van deze verdelingen gelijk zijn of niet.
De F-toets is een statistische toets om na te gaan of van twee normale verdelingen de varianties verschillen. De F-toets wordt gebruikt bij variantie-analyse en is een parametrische toets omdat de verdeling normaal moet zijn.
Adjusted R square betekent dat bij berekening van de verklaarde variantie rekening is gehouden met het aantal verklarende variabelen in het model.
Een t-toets is een parametrische statistische toets die onder andere gebruikt kan worden om na te gaan of het (populatie)gemiddelde van een normaal verdeelde grootheid afwijkt van een bepaalde waarde, dan wel of er een verschil is tussen de gemiddelden van twee groepen in de populatie.
De meest gebruikte t-toets is de ongepaarde t-toets. Deze toets vergelijkt de de gemiddelden van 2 onafhankelijk groepen. Voor gepaarde groepen is er de gepaarde t-toets en voor hypotheses over het gemiddelde in 1 groep de one sample t-toets.
De standaardafwijking wordt gebruikt om de spreiding – de mate waarin de waarden onderling verschillen – van een verdeling aan te geven. De standaardafwijking wordt, anders dan de variantie, in dezelfde eenheid uitgedrukt als de verwachtingswaarde of het gemiddelde.
Behalve door rekenfouten, ontstaat ook door vroegtijdige of te grove afronding van tussenresultaten gemakkelijk een onnauwkeurige waarde voor de variantie, soms zelfs een negatieve waarde.