Er zijn binnen de rechtspraak verschillende rechtsgebieden, zoals strafrecht, civiel recht, bestuursrecht, en familie- en jeugdrecht.
Grotendeels wordt het recht opgedeeld in vijf categorieën: bestuursrecht, staatsrecht, burgerlijk recht, strafrecht en internationaal recht.
In de rechtspraak is er in Nederland officieel sprake van drie rechtsgebieden: bestuursrecht, civiel recht en strafrecht. Daarnaast is er een flink aantal juridische specialisaties die ook vaak als een rechtsgebied worden aangeduid.
In het Nederlandse recht zijn rechtsbron: 1 de wet; 2 de jurisprudentie (de rechtspraak); 3 de gewoonte; 4 verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Niet al het geldende recht staat dus in de wet.
En wat is geen rechtsbron verdragen; de wetten of geschreven rechtsregels; (rechtsspraak) jurisprudentie gewoonterecht of gewoonte (ongeschreven rechtsregels); rechtsleer of doctrine; Geen rechtsbron: verkeersboete, mediamarkt contract en huurovereenkomst en abitrage( gebruik maken van verschillende prijsverschillen ...
Het Nederlands recht is het geheel van wettelijke regels die gelden in Nederland. Deze vind je vooral in wetten, verdragen en rechtspraak. Dit recht is automatisch van toepassing op Nederlanders en iedereen die zich in het Koninkrijk bevindt.
De Grondwet bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat de grondrechten. Het tweede deel bevat verschillende hoofdstukken over de staatsinstellingen en hun functioneren, zoals de regering (Koning en ministers), de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) en hoe die gezamenlijk wetten maken.
Onder het publiekrecht vallen. » Meer over bestuursrecht bestuursrecht, staatsrecht, strafrecht en belastingrecht. De term overheid moet ruim gezien worden: de rijksoverheid, de gemeenten en provincies maar ook bestuursorganen zoals het UWV en de Belastingdienst.
Het burgerlijk recht ziet op de relatie tussen burgers en bedrijven onderling. Het burgerlijk recht geldt dus niet voor de overheid. Het bestuursrecht en het strafrecht ziet op de relatie tussen de overheid enerzijds en burgers en bedrijven anderzijds.
Het privaatrecht is het geheel van regels over de verhouding tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling en tussen burgers en bedrijven. Het staat daarmee tegenover het publiekrecht, dat de verhouding regelt van burgers tot de overheid.
Civiel recht is een van de drie rechtsgebieden binnen de Nederlandse rechtspraak. De andere rechtsgebieden zijn bestuursrecht en strafrecht.
De rechterlijke macht bewaakt de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechtspraak en garandeert gelijke rechten voor iedereen. De Rechtspraak is onafhankelijk en valt niet onder het gezag van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Iedereen heeft recht op eerlijke, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak.
Wie het niet eens is met een uitspraak van de rechtbank, kan in hoger beroep gaan. Er zijn 4 gerechtshoven.
Taakomschrijving Rechtbanken
Nederland heeft 11 rechtbanken. Elke rechtbank behandelt zaken van verschillende rechtsgebieden. De rechtbank oordeelt over zaken zoals echtscheidingen, misdrijven, geldvorderingen, en de meeste bestuursrechtelijke geschillen.
Nationaal recht omvat alle wetten en regels die vanuit één land zijn opgesteld. In principe houden deze wetten op bij de landsgrens. Over de landsgrens gelden de wetten en regels van het desbetreffende land.
Het staatsrecht gaat over de organisatie van het openbaar bestuur en de regelgeving rondom de verschillende organen van de overheid.
Wist je dat Strafrecht een track (specialisatie) is van de masteropleiding Publiekrecht? Staats- en bestuursrecht is de andere track van deze master.
Het internationaal publiekrecht of volkenrecht: dit recht reguleert de betrekkingen tussen staten en internationale organisaties, waarbij het gaat om gebieden als de mensenrechten, het verdragsrecht, het zeerecht, het internationaal strafrecht en het internationaal humanitair recht.
Belangrijkste rechtsbron; Een wet is een besluit dat algemene regels bevat, afkomstig van een overheidsorgaan dat bevoegd is tot het geven van zulke regels; De wet moet zich richten tot eenieder en rechten geven of plichten opleggen.
Er zijn vijf categorieën formele rechtsbronnen. Drie categorieën zijn van dwingende aard: de wet, het gewoonterecht en de algemene rechtsbeginselen. De twee andere categorieën zijn niet dwingend, maar louter "gezaghebbend": het betreft de rechtspraak en de rechtsleer.
Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof noemt de belangrijkste rechtsbronnen: internationale verdragen,internationale gewoonte en. door beschaafde naties erkende algemene rechtsbeginselen.