We leggen hier uit wat de vier gesprekstypen zijn: dialoog, debat, tirade en redevoering. We laten zien hoe elk soort gesprek zich verhoudt tot de twee bovengenoemde aspecten.
ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt, wil of zegt. Vult het niet in voor een ander, doe geen aannames zonder dit echt te controleren bij de ander.
Wat zijn gesprekstechnieken? Gesprekstechnieken zijn tactieken om meer uit communicatie te halen. Denk aan vraagtechnieken, non-verbale communicatie, presentatie en schakelen met de communicatiestijl van de ander. Of misschien ken je LSD, OMA, DIK en ANNA.
Er zijn vier belangrijke communicatiestijlen: passieve communicatie, agressieve communicatie, passief-agressieve communicatie en assertieve communicatie. Elke communicatiestijl kan verbaal, non-verbaal, of in geschreven vorm worden weergegeven.
De basistechnieken bestaan uit gesprekstechnieken zoals open vragen stellen, reflecteren, bevestigen en samenvatten. Je kijkt vanuit het perspectief van de cliënt naar zijn situatie, zijn doelen en waarden daarbinnen. Daar sluit je op aan in de aanpak. Daarmee voelt de cliënt zich gehoord en begrepen.
Smeer NIVEA op je communicatie: Niet Invullen Voor Een Ander. Je denkt te weten wat een ander bedoelt, en vult alvast aan. Of je hangt er een betekenis aan, zonder na te vragen. Niet doen.
Oma staat voor Oordelen, Meningen en Adviezen. Als je oma dus thuislaat en je eigen oordelen, meningen en adviezen laat voor wat ze zijn ben je beter in staat om met een open houding te luisteren naar de ander.
Wat doet de narratieve methode? De narratieve methode maakt gebruik van de belangrijke levensverhalen om mensen te helpen problemen te verminderen. De methode veronderstelt dat onze identiteit gevormd wordt door de herinneringen van ons leven die we in de vorm van het levensverhaal vertellen.
Gespreksmodellen worden gebruikt voor verschillende zakelijke gesprekken, bijvoorbeeld adviesgesprekken, functioneringsgesprekken of ontslaggesprekken . Door gebruik te maken van gespreksmodellen, kun je structuur aanbrengen in zakelijke gesprekken en deze zo effectief en efficiënt mogelijk te laten verlopen.
Zijn boeken zijn vertaald in meer dan 40 talen. Duhigg legt uit dat onder elk gesprek eigenlijk drie verschillende typen tegelijk plaatsvinden: het praktische, het emotionele en het sociale .
Opbouw van een gesprek. Een gesprek bestaat uit een voorbereiding, een introductie, de kern van het gesprek en de afsluiting en afspraken.
Simpel gezegd is Grandma's Rule een systeem van bekrachtiging waarbij een minder waarschijnlijk gedrag (groenten eten) gepaard gaat met een waarschijnlijker gedrag (toetje eten) . Om dit nog verder uit te diepen, noemen we deze techniek "eerst-dan".
ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen
Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoeld, doe geen aannames. In agile werken is het als facilitator een 'doodzonde' om aannames te doen. Vraag om een toelichting, zorg ervoor dat men elkaar echt begrijpt.
Zo leren militairen PAMAN ABS. Dit staat voor Persoonlijke veiligheid, veiligheid voor Anderen, Markeren, Alarmeren, Noodzakelijke hulp verlenen, Ademhaling, Bloedingen, Shock. Dit ezelsbruggetje gaat over hoe je moet handelen op het moment dat er een ongeluk is.
Voorbeelden van metacommunicatie
Stel dat je iemand tegenkomt en zegt: “Wat ben ik blij je te zien!” en ondertussen rol je met je ogen. Dan gelooft die persoon vast niet dat je echt blij bent om hem of haar te zien. Er zijn verschillende vormen van communicatie.
Je zult dan ook merken dat de nieuwe gesprekstechnieken snel wennen. Van alle technieken zijn de vier basisvaardigheden: Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen en Samenvatten. Insiders noemen dit ook wel de ORBS-vaardigheden.
Gesprekstechnieken zijn strategieën die je in een gesprek gebruikt om je doel te bereiken. Het zijn methoden van verbale en non-verbale communicatie die je toepast om de wederzijdse informatie zo goed mogelijk te geven, ontvangen, analyseren, interpreteren en verwerken.
De houding van niet-weten betekent dus dat je het perspectief van cliënten heel goed onderzoekt, hier goed op aansluit en via goede vragen en samenvattingen cliënten helpt dit perspectief te ontwikkelen tijdens het gesprek. Deze manier van werken is voor cliënten prettig en behulpzaam.