De verdachte en zijn advocaat zitten tegenover de rechter. De officier van justitie staat links van de rechter, aan een aparte tafel. Rechts van de rechter zit de griffier. Hij ondersteunt en adviseert de rechter.
Een griffier en een rechter zijn in elke rechtszaak aanwezig. Een officier van justitie alleen als het om strafrecht gaat. En een advocaat alleen als dat nodig is. De rechtszaal ziet er dus anders uit als er een scheiding wordt behandeld dan wanneer er iemand verdacht wordt van een misdrijf.
Tijdens de strafzitting stellen de rechters vragen aan de verdachte. Ze luisteren naar het verhaal en de eis van de officier van justitie, naar het pleidooi van de advocaat, naar het verhaal van het slachtoffer en naar de verdachte. De griffier zit rechts van de rechter(s). Hij maakt het verslag van de zitting.
Het overkoepelende bestuur van de rechtbanken, de gerechtshoven, het CBb en de CRvB is de Raad voor de rechtspraak. De Raad houdt toezicht en zorgt ervoor dat rechters hun werk goed kunnen doen, bijvoorbeeld door kennis toegankelijk te maken. De Raad komt op voor de belangen van de Rechtspraak in de politiek.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
Zitting strafzaak
Tijdens de zitting zal de rechter u ondervragen. Als verdachte bent u niet verplicht om op deze vragen te antwoorden. Als de rechter voldoende weet over uw zaak, geeft hij het woord aan de officier van justitie. Deze zegt nu op zijn beurt wat hij van de zaak vindt.
De rechter
Rechters hebben het laatste woord bij conflicten, overtreding van regels of een misdaad. Ze beslissen of iemand de wet heeft overtreden of schuldig is aan een misdrijf.
Het openbaar ministerie geeft geen informatie over uitspraken in strafzaken. De rechtbank is daarvoor de aangewezen organisatie. De uitspraken worden in het openbaar gedaan. Er zijn twee soorten strafzaken: politierechterzaken (lichtere zaken) en meervoudige kamerzaken (zwaardere zaken).
Algemeen geaccepteerd is (gelukkig) dat men de rechter in de rechtbank aanspreekt met mijnheer of mevrouw (de rechter). Maar ook daar zijn uitzonderingen op: zijn er meer rechters, dan spreekt men de voorzitter aan met mijnheer/mevrouw de voorzitter.
Iedereen van 18 jaar of ouder kan als toeschouwer een openbare zitting van de rechtbank bijwonen. Wie jonger is dan 18 jaar, mag dit alleen met toestemming van de rechter. Ook moet er dan een volwassene meegaan.
Afhankelijk van het feit waarvan je wordt verdacht, je persoonlijke omstandigheden en of je advocaat veel punten naar voren brengt op de zitting, is onze ervaring dat een OM-zitting gemiddeld zo'n 20 minuten duurt. De voorbereiding van de zitting zal dan ook meer tijd in beslag nemen dan de OM-zitting zelf.
De meeste zittingen zijn openbaar voor het publiek. Dit betekent dat u plaats kunt nemen op de publieke tribune om de zitting bij te wonen. Vanwege de privacy van de betrokken personen zijn de volgende zaken niet openbaar: belastingzaken.
In een rechtszaak zijn er meestal 2 procespartijen. Eén partij start de rechtszaak en vraagt de rechter om een beslissing. Bijvoorbeeld over wie er gelijk heeft in een conflict. De andere partij in de rechtszaak (tegenpartij) mag zijn mening over de zaak geven.
Niet openbare zittingen
belastingzaken. personen- en familiezaken. zaken waarin mensen onder de 18 jaar betrokken zijn. procedures waarin medische gegevens van een persoon een rol spelen.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Het is niet toegestaan om het volgende mee te nemen in het gerechtsgebouw: Slag-, steek-, vuurwapens en explosieven (hier vallen bijvoorbeeld ook onder een grote nagelvijl, een zakmes of een schaar). Audiovisuele apparatuur (niet zonder voorafgaande toestemming). Verdovende middelen en alcohol.
Een sepot betekent dat u niet langer als verdachte wordt beschouwd. U wordt niet vervolgd en de strafzaak is voor justitie afgedaan. Wanneer de politie (mondeling) tegen u zegt dat de zaak wordt geseponeerd, moet u altijd vragen om een schriftelijke bevestiging.
Aan het begin van de zitting geeft de rechter het woord aan de officier. Deze vertelt waarom hij de verdachte heeft gedagvaard. De rechter zal vervolgens vragen gaan stellen aan de verdachte en aan eventuele getuigen. Daarna leest de officier van justitie het requisitoir voor.
Komt u niet opdagen op de zittingsdag voor de rechter, dan zijn er (financiële) gevolgen voor u. Of u wordt tot betaling veroordeeld, of u krijgt een gevangenisstraf, of beide. Het is niet altijd mogelijk om uitstel van de zitting in dagvaarding te vragen als u verhinderd bent.
In een eenvoudige kort geding procedure is er vaak al binnen enkele weken een uitspraak, terwijl het in ingewikkelde procedures tot wel meer dan twee jaar kan duren. Een gemiddelde of ijkpunt is niet te geven, dat hangt af van de aard en complexiteit van de zaak.
Zitting loopt via vast patroon
De gang van zaken tijdens een zitting verloopt altijd volgens een vast patroon. De rechter opent de zitting en zal uw persoonsgegevens met u doorlopen. Ook controleert de rechter welke andere personen aanwezig zijn.
De rechter vraagt de getuige naar zijn geboortedatum, beroep en woonplaats en of deze familie van de verdachte is. Een getuige is verplicht om de waarheid te spreken. Dat betekent niet dat de getuige verplicht is om op elke vraag antwoord te geven.