Het meest gebruikte materiaal in goede sokken is katoen. Katoen gaat ontzettend lang mee. Zeker als je kiest voor gekamd katoen, dan is het eindproduct slijtvast. Katoen zorgt er ook voor dat de kleur mooi blijft, zelfs na meerdere wasbeurten.
De beste kwaliteit sok is nog altijd gemaakt van wol. Bewezen is dat na veelvuldig wassen de glans en de kwaliteit langer mooi blijven, dan van bijvoorbeeld katoenen sokken. Bovendien neemt wol beter vocht op, zodat je langer droge voeten houdt.
Hoe kleiner de schoen, hoe meer druk ontstaat. Zo slijt je sok een stuk sneller en komen er gaten in sokken. Maar: hoe groter de schoen, hoe meer je gaat schuiven - en ook dat komt de levensduur van de sok niet ten goede ('t is ook nooit goed...).
Met donkere, effen kleurige sokken gemaakt van badstof zijn pluisjes niet te voorkomen. Gemêleerde sokken hebben dit probleem niet doordat er twee verschillende garen met elkaar worden verweven. Om die reden zijn bijvoorbeeld wandelsokken altijd van een gemêleerd voetbed zijn voorzien.
"Schimmels en bacteriën kunnen in het materiaal van de sok gaan zitten en hiermee houd je de infectie in stand", zegt Brenninkmeijer. Het maakt dus niet als je sokken 2 dagen draagt. Je kunt een paar sokken zelfs 5 dagen achter elkaar dragen.
Katoenen sokken dragen koel en deze werken absorberend. Sokken van wol houden koele temperaturen vast, waardoor deze zweetvoeten kunnen voorkomen. Anderen hebben juist baat bij sokken van polyester, omdat dit materiaal vochtafdrijvende eigenschappen heeft.
Zeven paar per week. Stel, je doet de vieze sokken dagelijks in de wasmand en je doet (minimaal) eenmaal per week een was, die je kort daarna opvouwt en in de kast opruimt. Dan heb je steeds voorraad genoeg en zou je met veertien paar sokken al een heel eind komen.
Strijk met een scheermesje of speciale pil-steen over de sokken totdat de pillen zijn verdwenen. Ook heb je tegenwoordig speciale anti-pluis ballen en zakken die je kunt gebruiken tijdens het wassen van je sokken.
materiaal
Het meest gebruikte materiaal in goede sokken is katoen. Katoen gaat ontzettend lang mee. Zeker als je kiest voor gekamd katoen, dan is het eindproduct slijtvast. Katoen zorgt er ook voor dat de kleur mooi blijft, zelfs na meerdere wasbeurten.
Doe een een half kopje zuiveringszout in een wasbak of halve emmer warm water. Laat de sokken hier een paar uur in weken voordat je ze in de wasmachine wast. De sokken worden hierdoor meteen ook weer mooi wit. Trek iedere dag schone sokken aan en na het sporten altijd.
Schoenen, beddengoed, knuffels, broeken, dekbedovertrekken, dekens, gordijnen, hemden, jassen, lakens, onderkleding, riemen, rokken, sokken, washandjes, zwemkleding, kousen, het mag allemaal in de kledingcontainer.
Wollen sokken zorgen voor warme voeten. Door wol zijn isolerende en vochtopnemende eigenschappen blijven uw voeten heerlijk warm zonder klam aan te voelen. Daarnaast ademt wol opgenomen vocht weer uit en voorkomt nare geurtjes. Heeft u last van zweetvoeten dan is het dus zeker raadzaam om wollen sokken te dragen.
Wanneer je last hebt van jubeltenen dan kunnen deze gecorrigeerd worden door middel van een teencorrector/spreider. De teencorrector zal ervoor zorgen dat jouw tenen weer in de juiste positie komen te staan. Je moet deze wel zo vaak mogelijk dragen gedurende 6 tot 8 weken voordat er resultaat is.
Bij koude temperaturen zorgen deze sokken ervoor dat je voeten lekker warm blijven. Daarnaast houden de sokken je voeten goed op zijn plek in stijvere schoenen door de extra sterke beschermende zones. Handig, want dit zorgt voor minder wrijving en daardoor minder kans op blaren.”
Wol is namelijk lekker dik en extreem isolerend, zodat de koude winterlucht niet door de stof van warme sokken heen gaat. Sterker nog: wol past zich zelfs aan naar je lichaamstemperatuur, zodat je voeten net zo warm worden als de rest van je lichaam bij het dragen van wollen sokken.
Vermijd sokken die katoen bevatten.
Katoen is een stof dat heel slecht droog en de bacteriën vasthoud. Kies voor wandelsokken die gemaakt zijn van materialen die zacht en slijtvast zijn en voldoende vocht afvoeren. Goede voorbeelden hiervan zijn: wandelsokken die merinowol, polyester en polyamide bevatten.
Zorg dat je sok nooit te groot is. Kreuken en vouwen kunnen gaan schuren en irritatie veroorzaken. Kies voor je sokken steeds je gewone schoenmaat en niet die van je wandelschoenen (die vaak een maatje groter zijn).
Stop de onderbroeken van ongeveer dezelfde kleur en dezelfde temperatuur in de wasmachine, en vul aan met ander wasgoed: onderbroeken en sokken wassen kan bijvoorbeeld prima.
Slecht nieuws, je sokken verdwijnen echt in de wasmachine. In de machine zit achter de rubberen rand bij de deur een hele smalle kier tussen de trommel en de kuip. Omdat je sokken zo klein zijn, kunnen ze soms tijdens het wassen door deze kier heen worden gedrukt.
Wassen: Sokken zonder katoen: 30 graden max. Sokken met katoen en gekleurde sportsokken: 40 graden max. Witte sportsokken: 60 graden max.
Als je elke dag iets schoons aan trekt en minstens één keer per week je kleding wast, zou je aan tien onderbroeken en sokken meer dan genoeg moeten hebben. Aan hoeveel paar sokken, beha's of ondergoed je echt genoeg hebt, weet je natuurlijk zelf het beste.
De KonMari-manier om je sokken op te bergen: leg ze op elkaar, vouw in drieën of vieren (afhankelijk van de lengte) en zet de pakketjes op hun kant tegen elkaar. Simpel, effectief en écht niet veel meer moeite dan een bolletje maken - houden we van.
Twee bolletjes van 50 g 4-draads garen hebben samen ongeveer 400 meter draadlengte. Precies genoeg voor twee sokken. Op alle bollen sokken garen staat trouwens wel hoeveel je nodig hebt.