Er zijn verschillende soorten grondrechten. Er zijn klassieke- , sociale- en participatie grondrechten. De grondrechten van Nederlandse burgers staan in de wet. De grondrechten van iedere burger staan in de wet.
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan. ' In voorkomende gevallen moet de rechter uitmaken of een school een homoseksuele leraar mag weigeren. Dit verschijnsel wordt 'botsende grondrechten' genoemd.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
De klassieke grondrechten zijn de vrijheidsrechten die een burger heeft en staan beschreven in artikel 1 tot en met 17 van de Grondwet. In Nederland hebben alle burgers bepaalde rechten die zij kunnen ontlenen aan de Grondwet.
Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
Mensenrechten beschermen de waardigheid van ieder mens. Je hebt mensenrechten omdat je mens bent, welk geslacht, etnische afkomst, godsdienst of politieke overtuiging je ook hebt. Deze rechten gelden altijd en overal, voor iedereen.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
Artikel 11
Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.
De overheid moet de volksgezondheid in Nederland bevorderen en ze moet zorgen voor voldoende goede woningen. Verder schept de overheid voorwaarden voor ontplooiing en vrijetijdsbesteding. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Een lege huls
Huisvesting als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Ook in de Nederlandse Grondwet staat dat de overheid de volksgezondheid in Nederland moet bevorderen en moet zorgen voor voldoende goede woningen.
Grondrechten zijn fundamentele rechten van de mens. Grondrechten worden ook wel mensenrechten genoemd. In Nederland zijn grondrechten vastgelegd in de Grondwet. Voorbeelden van grondrechten zijn de vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, kiesrecht en recht op gelijke behandeling.
De mens bezit het recht op leven, vrijheid en veiligheid, het recht op eigendom en vrije meningsuiting: ieder individu heeft universele rechten. Deze onvervreemdbare rechten mogen alleen worden ingeperkt als de nationale of openbare orde in gevaar is (zoals in geval van oorlog of burgeroorlog).
In het algemeen zijn mensenrechten wereldwijd geldende rechten die voor alle mensen gelden, ongeacht het land waar ze verblijven. Grondrechten zijn de in nationale wetgeving vastgelegde rechten die alleen voor burgers van dat land gelden.
Op het einde van de twintigste eeuw ontstonden collectieve of solidariteitsrechten, die vertrekken vanuit de idee dat bepaalde wereldwijde problemen een gezamenlijk optreden van de wereldgemeenschap vereisen om een oplossing te vinden.
In tegenstelling tot klassieke grondrechten zijn sociale grondrechten niet direct afdwingbaar. In Nederland zijn de sociale grondrechten te vinden in de artikelen 19 tot en met 23 van de Nederlandse Grondwet.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.
De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland.
De klassieke grondrechten hebben als doel om een garantie te bieden tegenover de overheid. Hiermee wordt geprobeerd om de bevoegdheden van de overheid ten opzichte van het individu beperkt te houden. Volgens de klassieke grondrechten dient de overheid zich van een actief optreden te onthouden.
Mensenrechten heten ook wel rechten van de mens of fundamentele rechten. Het zijn rechten die ieder mens toekomen en die geacht worden de grondslag te zijn voor alle rechten die door wet en gewoonte worden gesteld.