Een standaard tuinslang met een diameter van +/- 13 mm is te smal. Ook hierdoor zal de pomp erg worden beperkt qua capaciteit. Gebruik minimaal ¾” (19 mm) of 1” (25 mm) binnendiameter slangen of leidingen.
Om water uit je zwembad, kelder of vijver heb je naast een goede dompelpomp ook een geschikte slang nodig voor het transporteren van het water. Een spiraalslang is hier geschikt voor. Deze sluit je aan door gebruik te maken van een slangklem. Wij adviseren de slang met slangklem na gebruik weer af te koppelen.
U plaatst de pomp dus op 10 meter (5 meter onder waterniveau). Omdat het waterniveau op 5 meter zit, geeft dit een drukverlies van 0.5 bar om het water tot aan het maaiveld te krijgen.
Zit het water op een diepte van 0 tot 9 meter? Dan raden wij u direct een beregeningspomp of hydrofoorpomp aan. Zit het water dieper dan 9 meter, dan blijft er enkel een bronpomp over. Bronpompen worden wél in het water geplaatst en kunnen het water vanuit tientallen meters diepte omhoog pompen.
De maximale aanzuigdiepte van een beregeningspomp / hydrofoorpomp is ongeveer 8 meter. Deze maximale aanzuigdiepte wordt bij iedere pomp aangegeven. Wanneer een pomp het water van dieper dan 8 meter aan moet zuigen, adviseren wij u om te kiezen voor een bronpomp.
Kosten boren waterput
De kosten voor het boren van een waterput worden bepaald door de gewenste diepte en diameter van de waterput. Daarnaast is het ook afhankelijk van de reisafstand. De minimale kosten voor het boren van een waterput door Daemen Milieutechniek zijn circa €1.500,- exclusief BTW.
Tot 10 meter diepte mag je zelf een put slaan. Ga je dieper dan moet je een speciallist inschakelen. Je kunt een gat maken met een boor of met een waterlans. Vraag wel aan het Waterschap of je een vergunning nodig is of dat er alleen een meld plicht is.
Een druppelslang ( gardena) kan stommesweg die druk niet aan die je pomp geeft. Je zal een drukreduceerder moeten plaatsen die de druk herleidt naar maximum 1 Bar. Je moet dan ook nog eens kijken naar het debiet van de druppelslang. De meeste geven maximum 8 liter water per lopende meter.
Voor het beregenen van bijvoorbeeld uw tuin, kas of land, kunt u kiezen voor een beregeningspomp. Beregeningspompen zijn er in verschillende uitvoeringen, waarbij het grootste verschil zit in de opvoerhoogte, aanzuigdiepte en pompcapaciteit. Hoe dieper de pomp aan moet zuigen des te meer waterdruk verloren gaat.
Iedere groep mag in totaal maximaal 80 á 85% van de capaciteit verbruiken. Een andere regel is dat druppelslangen en sproeiers niet op dezelfde groep gezet mogen worden. In dit voorbeeld gaan wij uit van het gemiddelde van de Nederlandse waterleiding; de capaciteit is 1.000 Liter per uur, de druk is rond de 2 bar.
Een waterkolom van 10 m hoogte heeft een druk van 1 atmosfeer. Dat betekent dat je met een zuigpomp water maximaal 10 m omhoog kunt zuigen.
Grondwaterstand of grondwaterpeil is het peil van het water dat zich in de bodem bevindt. De grondwaterspiegel in Nederland bevindt zich over het algemeen binnen de 2 meter onder het maaiveld.
Waterput boren
Bij langdurige droogte is het water nog steeds voorradig. Water uit een ondiepe waterput van zo'n zeven tot negen meter kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld tuinberegening. Dit grondwater bevat veel ijzer en is minder geschikt als drinkwater voor dieren of als water voor het zwembad.
Een standaard drinkwaterslang is meestal 13 mm inwendig. U heeft dan de variant nodig met een slangpilaar van 13 mm.
Een terugslagklep zorgt ervoor dat het water wat er doorheen stroomt, niet meer terug kan. Ideaal voor bijvoorbeeld de volgende situaties: Aan de aanzuigaansluiting van een zelfaanzuigende pomp, zoals een beregeningspomp / hydrofoorpomp, wanneer u de waterpomp aansluit op een reeds geslagen/geboorde put.
Opvoerhoogte (H) verticale afstand tussen het vloeistofniveau aan de zuigzijde tot waar de vloeistof moet komen. Opvoerhoogte is de druk van die de pomp moet leveren om een bepaalde pompcapaciteit te leveren. In de pompcurve is de opvoerhoogte meestal uitgedrukt in mwk.
Om de opvoerhoogte te berekenen kunnen wij uitgaan van de volgende gegevens. H = Hgeo + X + (0,2 x L) + 10 [m] H = 5 + 1 + 3 + 10 = 19 [m]. De opvoerhoogte is in totaal 19 m. Met de optie voor tuinbesproeiing vertrekkende vanaf de tappunten in huis, wordt een benodigd debiet van 2–3 m3/h aangenomen.
Belangrijk is hoeveel afgifte je krijgt per meter en dan gewoon x het aantal meter en je hebt de benodigde afgifte capaciteit. Je kunt eventueel ook 'heen en weer', dan verdubbelt de afgifte per uur. Jouw pomp kun je knijpen tot zo'n 600l/uur, maar dat is dus nog steeds zo'n 200m druppelslang.
De maximaal toegestane werkdruk is bij een druppelslang tot wel 4 bar. Hierbij kan een maximale lengte van 145 meter worden aangesloten voor een gelijkmatige waterafgifte. De druppelleidingen hebben een diameter van 16mm en kunnen via de speciale koppelingen voor druppelslang worden aangesloten.
De druppelgaten zijn verstopt Vooral bij ondergrondse installatie kan het gebeuren dat de grond de druppelslang blokkeert. Als dit gebeurt, verwijder je de druppelslang uit het bed en spoel je de grond uit met water. Voor ondergrondse aanleg kun je het beste losse grond of schorsmulch gebruiken.
Met een professioneel geboorde bron wordt goed drinkwater gewonnen, deze bron boren we gemiddeld 40 à 60 meter diep met behulp van onze boorkraan. Hiermee kunnen grote capaciteiten water opgepompt worden voor grootverbruikers zoals agrarische bedrijven.
Ijzer kan je makkelijk testen door een glas met grondwater te nemen en er een scheutje bleekwater in te gieten. Als er ijzer aanweig is kleurt het water onmiddellijk bruin.
De diepte van de put is afhankelijk:
Van de grondsoort waarin de put geplaatst wordt. Bij fijn zand moet je dieper, en bij grof grind hoef je minder diep. Hoeveel water moet de put uiteindelijk geven, 3 tot 4 kuub, of meer dan 10 kuub per uur.