De wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, en noodweerexces, uitvoering van een wettelijk voorschrift, en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Het Wetboek van Strafrecht (Sr) onderscheidt twee categorieën strafuitsluitingsgronden: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Voor het opleggen van een straf dient (onder meer) het feit strafbaar te zijn. Rechtvaardigingsgronden zijn gronden die de strafbaarheid van het feit wegnemen.
De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Rechtvaardigingsgronden zien op de wederrechtelijkheid, schulduitsluitingsgronden op de schuld. Dit onderscheid is met name van belang voor de volgorde van beoordeling. Schulduitsluitingsgronden komen pas aan de orde als vaststaat dat de gedraging wederrechtelijk is.
Een uitzonderingsgrond in het strafrecht die tot gevolg heeft dat een handeling niet (langer) strafbaar is. Een reden hiervoor kan zijn omdat er geen sprake is van schuld van de verdachte of vanwege het feit dat er een rechtvaardigingsgrond is voor de handeling.
Schulduitsluitingsgronden en rechtvaardigingsgronden zijn beide strafuitsluitingsgronden. De wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, en noodweerexces, uitvoering van een wettelijk voorschrift, en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Psychische overmacht is een schulduitsluitingsgrond. De verdachte is hierdoor niet meer strafbaar voor wat hij gedaan heeft. Alleen wanneer het gaat om een culpoos delict, zal een geslaagd beroep op psychische overmacht tot vrijspraak moeten leiden.
Einduitspraak. Bij een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond kunnen er twee einduitspraken volgen, namelijk ontslag van alle rechtsvervolging of afwezigheid van alle schuld, oftewel vrijspraak. Indien de verwijtbaarheid een element is, volgt er ontslag van alle rechtsvervolging.
De eerste rechtvaardigingsgrond is overmacht als noodtoestand. Dit is vastgelegd in artikel 40 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hierin staat dat iemand niet strafbaar is als hij een feit heeft begaan waartoe hij door overmacht is gedrongen.
Noodweer is een strafuitsluitingsgrond die is opgenomen in art. 41 van het Wetboek van Strafrecht. Bij noodweer gaat het tegelijkertijd om zelfverdediging als om rechtsordeverdediging tegen een wederrechtelijke aanval.
Noodweer is verdediging in een situatie, waarin men onverhoeds wordt aangevallen en waarin alleen zelfverdediging agressie kan afweren.
Zelfverdediging in het strafrecht heet noodweer of noodweerexces. Het gaat daarbij om een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding waartegen je jezelf mocht verdedigen. In het normale spraakgebruik blijven we het gewoon zelfverdediging noemen.
Ontslag van alle rechtsvervolging betekent in het strafrecht dat de rechter besluit dat een verdachte niet veroordeeld kan worden, hoewel het ten laste gelegde strafbare feit wél bewezen is. Dit is dus iets anders dan vrijspraak, waarbij het ten laste gelegde feit níet bewezen is.
strafrecht: Latijn: de verdachte treft het verwijt dat hij zichzelf opzettelijk of onachtzaam in een gevaarlijke situatie ...
Welke van de strafuitsluitingsgronden zal bij de agressiemisdrijven vaak door advocaten worden aangevoerd? Noodweer (zelfverdediging) of noodweerexces, psychische overmacht. De verdachte heeft zichzelf met geweld verdedigd.
Rechtvaardigingsgronden zijn omstandigheden waardoor een strafbaar feit, op basis waarvan een verdachte normaal gesproken veroordeeld zou kunnen worden, zijn wederrechtelijke karakter verliest.
Bij doen plegen is de pleger niet strafbaar, maar is de deelnemer volledig strafbaar. Van uitlokking is sprake als iemand een ander aanzet tot het plegen van een delict, waarbij die ander wel zelf verantwoordelijk is voor zijn daden.
Van ontoerekeningsvatbaarheid is sprake als het strafbare feit niet of slechts in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. Redenen om het feit niet of in verminderde mate toe te rekenen zijn een gebrek in de ontwikkeling of een ziekelijke stoornis in de geestvermogens.
Het niet toerekenen van een strafbaar feit aan de dader vanwege zijn psychische toestand.
De rechter kan uw zaak bij verstek behandelen. Hij behandelt uw zaak dan zonder uw aanwezigheid en zonder dat u uw advocaat daartoe heeft gemachtigd. Soms verleent de rechter geen verstek, omdat hij het nodig vindt dat u aanwezig bent. De zaak wordt dan uitgesteld en u wordt nogmaals opgeroepen.
Wanneer het bedrijf waar je werkt door het noodweer tijdelijk - volledig of gedeeltelijk - op non-actief staat, kan de werkgever zich beroepen op overmacht.
De rechter kan bijvoorbeeld bepalen dat de zitting voor bepaalde of onbepaalde tijd wordt onderbroken in afwachting van een deskundigenrapportage. Pas nadat de rechter alle vier voorvragen bevestigend heeft beantwoord, komt hij toe aan de beantwoording van de vier hoofdvragen. In vaktaal de “materiële vragen” genoemd.
Afwezigheid van alle schuld (avas) is een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond in het Nederlands strafrecht die voor het eerst door de Hoge Raad werd geïntroduceerd in het Melk en water-arrest van 1916.