Kwallen, krabben en schelpen herkent iedereen wel. Er spoelt nog veel meer aan: stukken net, touw, plastic, lege melkpakken en flessen, vaak gedumpt vanaf schepen. Ook badgasten laten afval en verloren voorwerpen achter. Mensen die op het strand naar waardevolle dingen zoeken heten jutters.
De Noordzee is een toplocatie voor schelpdieren. De zee is ondiep, redelijk veilig en bulkt van het voedsel. Op onze stranden kan je daarom wel een paar honderd soorten schelpen en slakken vinden. Bijna de helft is verbazingwekkend oud, vaak enkele duizenden jaren.
Als je gaat zoeken naar schelpen, moet je de windrichting goed in de gaten houden. Voor het Zwin en Cadzand geldt dat je fossielen schelpen het beste kunt gaan zoeken na een harde zuidwesten of westenwind, dus bij een 'aanlandige' wind. Die woelt namelijk de onderlagen naar boven.
Bij een wandeling op het strand is de kans groot dat je ze tegenkomt: zeeschuim. Het is de bijnaam van het rugschild van de inktvis. Inktvissen zijn goede zwemmers die grote afstanden kunnen afleggen. Soms spoelen de dieren zelf op onze kust aan, maar veel vaker de losse rugschilden.
Cadzand en Nieuwvliet is bekend om zijn haaientanden. Deze zijn hier met het blote oog, gewoon langs het strand te vinden. Ze zijn de vorige eeuw vrijgekomen door het verschuiven van de aardlagen en door de februari-storm van 1953.
Als er weinig kalk in het water zit, dan is de schelp dun. In de winter groeit de schelp minder dan in de zomer. En daardoor ontstaan er smalle en brede groeibanden. Hieraan kun je zien hoe oud de schelp is.
Strand Bloemendaal aan Zee ligt vol zeesterren: "Wauwsers, nog nooit zoveel gezien!" Delen van het strand van Bloemendaal aan Zee liggen bezaaid met zeesterren. Veel strandgangers verwonderden zich er vandaag over tijdens hun wandeling in het heerlijke zonnetje.
De schelpen op het strand zijn bijna altijd van tweekleppigen, slakken of inktvissen. Vaak zijn lege schelpen op het strand al honderden jaren oud, zo niet duizenden jaren. Je kunt zelfs fossielen vinden van meer dan 100.000 of miljoenen jaren oud.
Fossielen vinden in Nederland is het makkelijkst aan het strand. Voor het behouden van de kust wordt namelijk zand gespoten. Dat houdt in dat zand in de zee wordt opgezogen om daarmee stranden te verbreden. Fossielen komen soms uit het diepe door de stroming aan land spoelen.
Dit is wellicht de beroemdste en gewildste verzamelschelp. Ooit stond hij bekend als de zeldzaamste schelp ter wereld.
Op onze Nederlandse stranden zijn honderden verschillende soorten schelpen te vinden. Deze schelpen kunnen van slakken zijn of ze kunnen tweekleppig zijn. Van de tweekleppige vind je meestal maar een helft.
Schelpen zijn er in alle soorten in maten. Als je op het strand loopt, vind je er kleine en grote schelpen, witte en gekleurde schelpen, schelpen met ribbels en gladde schelpen. En ken je de schelpen die we scheermessen noemen? Die schelpen zijn dun en langwerpig en lijken daarom een beetje op een ouderwets scheermes.
Rugschilden (schelpen) van Inktvissen vinden we meestal in de vloedlijn. De chitine-achtige en kalkloze gladius van pijlinktvissen meestal meer naar de laagwaterlijn.
Wat ga je doen? Je downloadt de gratis app op je smarthpone of surft naar de website van Beach Explorer en registreert je. Heb je al enig idee wat je hebt gevonden, dan kllik je op de link 'determinatie'. Je vindt er een lijst met foto's en kan op die manier jouw vondst een naam geven.
Zandvoort is, naast Scheveningen, toch wel dé badplaats van Nederland. Veel Nederlanders, maar ook toeristen bezoeken dit gezellige plaatsje dat onlosmakelijk verbonden is met het strand, de Noordzee en de duinen.
Meestal vind je op het strand maar een klep. Het weekdier houdt de twee kleppen met stevige spieren muurvast tegen elkaar aan getrokken. Zo zit het dier veilig. De schelp gaat open als hij moet eten.
De doopvontschelp is het grootste thans levende tweekleppige weekdier. De lengte van de schelp is meer dan anderhalve meter en het dier kan rond de 250 kilo zwaar worden. De schelp is vrij bol en heeft zowel lichte groeven in de breedte als een sterk golvende schelprand. De kleur van de schelp is meestal bruin of wit.
Elk weekdier heeft kalkklieren, die zitten in een dun vliesje om het diertje heen. Met deze klieren maakt het diertje kalk en zo ontstaat de schelp. Hoe meer het weekdier groeit, hoe groter hij zijn huisje bouwt! Als het diertje dood gaat blijft zijn schelp bestaan en die vind jij dan weer op het strand!
De zeesterren houden het niet lang vol op het droge, na een paar minuten worden ze slap en gaan ze dood. Wie de diertjes wil redden, kan ze een handje helpen. "Zie je ze aanspoelen? Dan kun je ze gewoon oppakken en terug in de zee leggen", aldus de bioloog.
Zeesterren: Nooit gedacht dat die dingen eetbaar zijn. En eigenlijk nog altijd geen idee of dat wel effectief zo is. Vree bizar om in je mond te steken. Precies een krokante marshmallow, maar dan vree gezouten.
“Sommige soorten kunnen vrij lang overleven zonder in het water te zitten, andere gaan vrijwel meteen dood. De meeste zeesterren die je aan de kustlijn kunt vinden, kunnen waarschijnlijk enkele seconden tot vijf minuten uit het water overleven.
1. Fossiele schelpen laten geen, of sterk verminderd, licht door in verge- lijking met recente schelpen, wanneer men ze voor een felle lichtbron houdt (zoals een bureaulamp). 2. Fossiele schelpen hebben minder kleur, of zijn juist sterk verkleurd in vergelijking met recente schelpen.
Eigenlijk handig, want zo worden ze niet meegesleurd door de zeestroming. Ze kunnen wel maar een paar weken zwemmen voordat ze zich voorgoed nestelen op de zeebodem.