Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
De arts kan longuitzaaiingen ontdekken doordat op een röntgenfoto afwijkingen zijn te zien. Een röntgenfoto van de longen kan horen bij standaardonderzoek na de diagnose kanker. Dit onderzoek gebruikt de arts om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn.
Een PET-CT-scan, is een onderzoek waarmee we met een radioactieve stof kunnen kijken hoe weefsels of organen werken. De afkorting 'PET' staat voor 'positron emissie tomografie'. De afkorting 'CT' staat voor 'computer tomografie'. Een PET-CT-scan doen we om te zien of iemand een bepaalde aandoening heeft.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Bij driekwart van de vrouwen die op basis van een verdachte MRI-scan een aanvullend onderzoek moesten ondergaan, bleek het vals alarm. Het is dus niet duidelijk of een MRI-onderzoek echt leidt tot betere uitkomsten, of misschien vooral tot veel onnodige onrust en bijkomende onderzoeken.
Een CT-scan kent weinig risico's. De scan werkt met röntgenstraling. Eenmalig gebruik kan geen kwaad, maar bij veelvuldig gebruik kan het schadelijk zijn. Een arts vraagt dit onderzoek daarom alleen aan als het echt nodig is.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
De werking van beide apparaten berust deels op hetzelfde principe: met behulp van een computer kunnen dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam worden gemaakt. De CT-scan maakt gebruik van röntgenstraling om deze dwarsdoorsneden te maken, terwijl bij een MRI-scan de patiënt in een groot magneetveld ligt.
de resolutie van de PET-scan wordt steeds beter, maar hele kleine tumoren zijn er niet mee te zien. Die kleine tumoren nemen de isotoop wel op, maar ze zijn kleiner dan het kleinste object dat zichtbaar gemaakt kan worden op de foto. Daarom zijn tumoren kleiner dan ongeveer 5-10 mm moeilijk te zien op een PET-scan.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Een MRI-scanner is een apparaat dat met een magnetisch veld, radiogolven en een computer gedetailleerd foto's van de binnenkant van uw lichaam maakt. De scan maakt lengte- en dwarsdoorsnedes van uw lichaam. Hij laat een eventuele tumor of uitzaaiing zien.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Hiermee kan de scan de tumorcellen en mogelijke uitzaaiingen in beeld brengen. Martijn: “Door deze PET-component van de nieuwe techniek te verbinden met een MRI kunnen we de precieze locatie van een tumor bepalen en zichtbaar maken, ook van zeer kleine en beweeglijke tumoren in buik- en borstholte.
Op de dag van het onderzoek mag u niet meer eten en drinken in de twee uur vóór de CT-scan. Wanneer u medicijnen gebruikt mag u deze innemen met een beetje water, tenzij uw arts u vertelt dat u deze medicijnen voor het onderzoek niet mag slikken. Neem iets te eten mee voor ná het onderzoek.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Kwaadaardige tumoren groeien meestal snel, de kankercellen kunnen doorgroeien in de omgeving en zich naar andere lichaamsdelen verspreiden.