Waar zit de rem op je scooter? Iedere elektrische scooter is uitgerust met twee remmen: een voorrem en een achterrem. Zoals de namen al doen vermoeden, heeft iedere rem invloed op een ander deel van de scooter. Je stopt je achterste wiel met de achterrem, terwijl je met de voorrem het voorste wiel blokkeert.
Remmen bij nat weer
Op rechte stukken kun je gerust remmen met nat weer, maar ook hier geldt dat het verstandig is om tijdig te remmen en niet plots te remmen. Gebruik bij het remmen altijd je voorrem + achterrem.
De achterrem zit meestal aan de rechterkant van je stuur en de voorrem aan de linkerkant: controleer op jouw fiets welke rem aan welke kant zit.
Keramische remmen
Dit type remschijf is gevoelloos voor hitte en zeer slijtvast. Daardoor kunnen deze remmen langdurig zeer zwaar belast worden zonder dat er 'fading' optreedt.
De beste remmen zijn hydraulische schijfremmen. Aanvankelijk monteerden fabrikanten ze alleen op mountainbikes, maar tegenwoordig zie je ze ook op elektrische fietsen.
Remmen in de juiste versnelling
Laat het gaspedaal los, druk de rempedaal zachtjes in, ontkoppel en schakel terug naar een lagere versnelling: van vijfde naar vierde bij 80 km/u, van vierde naar derde bij 60 km/u, van 3de naar tweede bij 40 km/u en van twee naar eerste als je minder dan 20 km/u rijdt.
- De linker remhandel (S) bedient de achterrem, de rechter remhandel (D) bedient de voorrem. Nooit gas geven (Q) en remmen (S en D) tegelijkertijd. - Bij het rechterhandvat (P) zit de startknop, te bedienen met uw duim nadat U links de remhandel (S) hebt aangetrokken, deze blijven inhouden totdat de scooter loopt.
Iedere elektrische scooter is uitgerust met twee remmen: een voorrem en een achterrem. Zoals de namen al doen vermoeden, heeft iedere rem invloed op een ander deel van de scooter. Je stopt je achterste wiel met de achterrem, terwijl je met de voorrem het voorste wiel blokkeert.
Welke rem is de voorrem scooter? Dat is de remhevel die bij je rechterhand zit. Bij je linkerhand zit de achterrem.
Het veiligst is een fiets met twee soorten remmen: een terugtraprem én een handrem. Niet elk kind heeft al voldoende kracht om terug te trappen of beschikt over de motorische vaardigheden die nodig zijn voor een handrem. Kies je toch voor een fiets met één rem, dan is een terugtraprem de beste optie.
Doorsnee remblokjes gaan tussen de 30.000 en 50.000 kilometer mee. Maar er wordt aangeraden om dit te controleren na 15.000 kilometer. Remschijven daarentegen hebben een langere levensduur.
Bij de meeste motoren is de voorrem de krachtigste rem. Daardoor lijkt het overbodig om de achterrem te gebruiken. Maar toch is deze heel belangrijk. Als je de achterrem gebruikt in vloeiende bochten, blijft de motor stabiel en kun je nog kleine snelheidscorrecties uitvoeren.
Tijdens de inrijfase moet je ongeveer 30 keer afremmen. Hierbij wordt het voertuig vanaf een snelheid van ongeveer 100 km/u afgeremd tot ongeveer 50 km/u. Let op dat je hierbij gematigd remt en een maximale remtijd van 3 seconden niet overschrijdt.
Piepende remmen of een piepend voorwiel van een scooter kan te maken hebben met een vuiltje tussen het remblok of de remschijf. Rem een paar keer flink hard met de voorrem, door je remhevel flink in te knijpen en controleer of het probleem opgelost is.
Heb je nooit motor gereden dan is het anders. Volgens DIN hoort de voorrem ook rechts en daarom zie je bij de meest stadsfietsen deze ook rechts. Bij de meeste sportfietsen is het links, idee hier achter is dat de achterrem langere kabels heeft, dus meer weerstand.
Bromfietsers moeten op een verplicht fiets/bromfietspad rijden. Als dat er niet is, mogen zij op de rijbaan.
Zorg ervoor dat de passagier zo dicht mogelijk tegen je aan zit, en niet achterover hangt. In bochten moet de passagier meebewegen en meeleunen. Zo blijf je stabiel tijdens het rijden. Tot slot moet degene die achterop natuurlijk een helm dragen.
Elke motorfiets heeft een voor- en achterrem. De voorrem wordt gedoseerd met de hendel aan de rechterkant van het stuur. De achterrem met het rempedaal dat voor de rechtervoetsteun zit.
De grootste remkracht komt uit de voorrem. Bij remmen komt er veel meer druk op het voorwiel dan op het achterwiel. Het voorwiel heeft daardoor meer wrijving met de weg. Dus meer remkracht.
Rollerbrakes (trommelrem)
Deze remmen zitten aan de naven (in het midden dus) van de wielen bevestigd. Wanneer je de hendels aan het stuur inknijpt, worden speciale rolletjes tegen de 'remschoen' aangedrukt. Daardoor ontstaat wrijving, wat ervoor zorgt dat je snel afremt.
Het onnodig of te vroeg ontkoppelen kan zorgen voor een langere remweg. Dit komt doordat er niet op de motor wordt afgeremd wanneer de koppeling is ingetrapt met als gevolg dat het remsysteem alles 'alleen' moet doen.
Ga je remmen om te stoppen dan moet je wanneer de snelheid klein is (zo'n 25/40 km p/u ) ook het koppelingspedaal intrappen anders slaat de motor af. Als je met zeer geringe snelheid rijdt zo ongeveer 20/25 km p/u moet je bij het remmen direct het koppelingspedaal intrappen. Het gas geven.
Het brengt op geen gebied schade toe aan je motor of aan je motorblok. Remmen op de motor is heel relaxt. Maar uiteraard rem je harder met je remmen dan op de motor. Maar als je remt alleen op de motor of ook op de remmen slijten je remblokken en remschijven minder snel.