In het algemeen geldt dat internationale verdragen (VN/Europa) bovenaan de rangorde staan, gevolgd door landelijke wetgeving zoals de Grondwet, Algemene wet bestuursrecht, Wmo, ministeriële besluiten en regelingen en tot slot de provinciale en gemeentelijke verordeningen en beleidsregels.
In Nederland kan bij het bepalen welke wet voorrang heeft de volgende rangorde worden aangehouden: Internationale verdragen. Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Grondwet.
Een AMvB is een Koninklijk Besluit (KB) van de regering en kan, anders dan een wet, in principe zonder medewerking van de Staten-Generaal worden vastgesteld. De regering moet over een algemene maatregel van bestuur wel advies vragen aan de Raad van State.
De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinstellingen en de grondrechten van de burgers. Daarnaast bevat de Grondwet regels over bestuur, wetgeving en rechtspraak.
Verschil ministeriële regeling en AmvB
Een ministeriële regeling is vaak een verdere uitwerking van een AMvB. Een ministeriële regeling is sneller in te voeren dan een AMvB omdat een AMvB in de ministerraad wordt besproken en advies van de Raad van State nodig heeft. Een ministeriële regeling heeft dit niet nodig.
Een AMvB is een besluit van de regering, waarin wettelijke regels nader worden uitgewerkt. De meeste AMvB's berusten op een formele wet. Wanneer dat niet het geval, spreekt men van een 'zelfstandige' AMvB. De regering moet over een ontwerp-AMvB eerst advies van de Raad van State inwinnen.
In de praktijk komt dit neer op de federale regering als geheel, die optreedt door middel van een koninklijk besluit. Voor detailmaatregelen kan echter de bevoegde minister individueel optreden.
Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod.
Het Statuut voor het Koninkrijk vormt sinds 1954 een overkoepelend document van een hogere orde dan de Grondwet. Met het statuut staan Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten als gelijke landen binnen het Koninkrijk. De Grondwet dient het statuut in acht te nemen.
Een AMvB is een besluit van de regering, waarin een wet verder kan worden uitgewerkt. Zo staat in de Wet inburgering dat bepaalde mensen een inburgeringsexamen moeten doen. In een AMvB staat vervolgens hoe dat examen er moet uitzien.
Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is in het Nederlandse openbaar bestuur het uitvoeringsbesluit dat mag worden genomen op grond van een wet in formele zin. Vaak gaat het hierbij om wetten die het bestuursrecht op een bepaald beleidsonderwerp (bijv.
Algemene Maatregel van Bestuur" bedoeld dat de regering bevoegdheid heeft iets bij Algemene Maatregel van Bestuur te regelen. Met "krachtens Algemene Maatregel van Bestuur" wordt bedoeld dat bij Algemene Maatregel van Bestuur een (deel van de) bevoegdheid kan worden gesubdelegeerd aan een lager orgaan.
Een voorbeeld van een gedragsregel is niet smakken aan tafel. Een rechtsregel is bijvoorbeeld stoppen voor het rood licht1. Wetten zijn geschreven en gecodificeerd en geven wettelijke heiligheid aan regels.Ze dragen straf op als ze overtreden worden, wat niet het geval is met regels2.
Met andere woorden: Een besluit beschrijft precies hoe een BG een nieuwe regeling vaststelt, wijzigingen op een regeling doorvoert of de inwerkingtreding van een regeling of regelingversie bepaalt.
In een wet staan verbindende voorschriften. Dat betekent dat er in grote lijnen uitgelegd wordt welke regels er voor een bepaald onderwerp gelden. De Eerste en Tweede Kamer moeten een wetsvoorstel goedkeuren. Een besluit is een gedetailleerdere beschrijving van de wet.
Belangrijke grondrechten zijn: Het recht op gelijke behandeling van iedereen die zich in Nederland bevindt. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan.
Er wordt gestemd in de Tweede Kamer. En vervolgens wordt over het voorstel gestemd in de Eerste Kamer. De Koning en de minister ondertekenen het voorstel. De wet treedt in werking na publicatie.
We kennen 2 soorten wetten: de wet in formele zin en de wet in materiële zin.
Een beleidsregel is een regel gemaakt door een bestuursorgaan. Ze geven aan hoe een bepaalde bevoegdheid van een bestuursorgaan zal worden uitgevoerd. De regels zijn een soort richtlijnen van het bestuursorgaan. Ze scheppen duidelijkheid naar de burger.
Neen, het KB Normen is in geen geval bindend.
Een klein koninklijk besluit (KB) is een koninklijk besluit van de regering dat zonder medewerking van de Staten-Generaal wordt genomen. Via een klein KB worden onder meer benoeming en ontslag van ambtsdragers (ministers, Commissarissen van de Koning, staatsraden, burgemeesters etc.) geregeld.