Hoewel Saturnus de duidelijkste en beroemdste ringen van het zonnestelsel heeft, zijn er nog drie reuzenplaneten — Jupiter, Uranus en Neptunus — die ook ringstelsels hebben.
De vier grootste planeten - Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus, hebben ook ringen. Die bestaan uit brokken ijs en steen, sommige zo groot als een berg maar andere niet veel meer dan een gaswolk.
De gasplaneten (ook wel 'gasreuzen' genoemd) zijn Jupiter en Saturnus. De planeten Uranus en Neptunes bestaan uit ijs en worden ook wel 'ijsreuzen' genoemd. Deze vier planeten hebben dus ringen.
De Ringen van Jupiter was het derde stelsel van ringen dat werd ontdekt in het zonnestelsel, na de ontdekking van ringen rond Saturnus en Uranus. De ringen werden voor het eerst waargenomen in 1979 door de Voyager 1 ruimtesonde. In 1990 werden de ringen grondig onderzocht door de ruimtesonde Galileo Orbiter..
De dampkring, of atmosfeer, is een dunne deken van lucht om de aarde. De dampkring is opgebouwd uit vier lagen: troposfeer, stratosfeer, mesosfeer en de ionosfeer. De dampkring houdt onze planeet op een comfortabele temperatuur (ongeveer 15 graden).
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Een ruwe 2,5 miljard dollar, oftewel 2,12 miljard euro.
Ringen | Saturnus - Reuzenplaneten.nl. De ringen van Saturnus zijn het meest uitgebreide ringensysteem van elke planeet in ons zonnestelsel. De twaalf ringen bestaan uit miljarden kleine deeltjes, variërend in grootte van centimeters tot tientallen meters, die met z'n allen in een baan rond Saturnus draaien.
Aan de evenaar wordt Uranus omgeven door een verzameling smalle ringen die in 1977 zijn ontdekt. In totaal heeft Uranus 15 ringen. Van de grote ringen is de Epsilon-ring het breedst (96 km). De meeste andere ringen zijn amper 10 km breed.
Kleine planeten hebben meestal maar weinig manen: Mars heeft er twee, de aarde heeft er eentje, en Venus en Mercurius hebben er helemaal geen.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
De lotgevallen van de komeet Shoemaker-Levy 9 toonden aan dat het niet noodzakelijk alleen planetaire manen zijn die fragmenteren. Deze theorie heeft als gevolg dat er zich rond alle hemellichamen ringen kunnen vormen. Mogelijk hadden of hebben Venus, Mars, de aarde, of zelfs de zon zeer dunne ringen!
Net als Jupiter is Saturnus een gigantische planeet die vrijwel volledig uit gas bestaat, voornamelijk waterstof en helium. Diep in de planeet komt waterstof in vloeibare vorm voor. Saturnus bezit slechts een dichtheid van 0,687 gram per kubieke centimeter, wat lager is dan de dichtheid van water.
Jupiter - niet alleen de meest massieve en de grootste planeet van ons zonnestelsel, maar ook de meest heldere aan de hemel. Samen met Uranus, Neptunus en Saturnus wordt hij beschouwd als de reus.
De aarde heeft één maan. De binnenplaneten Mercurius en Venus hebben geen manen; de rode planeet Mars heeft twee kleine maantjes, Phobos en Deimos. De vier reuzenplaneten in het zonnestelsel - Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus - hebben het grootste aantal manen.
De kleuren van de acht planeten in ons zonnestelsel zijn al langer bekend: Mercurius is grijs, Venus is beige, de aarde is blauw, Mars is rood, Jupiter is oranje-wit, Saturnus is geel en Uranus en Neptunus zijn blauw. De kleur wordt bepaald door de samenstelling van het oppervlak en de atmosfeer.
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel. Maar zeker niet de minst interessante! Wat maakt Mercurius uniek? Mercurius is de eerste planeet in ons zonnestelsel en staat dus het dichtst bij onze zon.
Saturnus is dan wel groot maar niet zo zwaar. Dit komt omdat het een gasplaneet is. Je kan er dus niet op staan, zoals bij ons op aarde. En Als je Saturnus in een bak met water zou kunnen leggen, dan blijft hij als enige planeet in ons zonnestelsel drijven!
Venus of Mars, zou je denken. Maar het goede antwoord is Mercurius. Mercurius staat gemiddeld genomen dichter bij de aarde dan Venus en Mars. Sterker nog, het is de dichtstbijzijnde buurplaneet van alle planeten in het zonnestelsel – zelfs die van Neptunus.
De aarde draait niet in een cirkel rondom de zon, maar in een soort ovaal, ook wel een ellips genoemd. De aarde ligt een klein beetje scheef, ongeveer 23 graden. Zij draait in 23 uur, 56 minuten en 4 seconden, één keer om haar eigen as.
De aarde draait rond zijn as in 23 uur 56 minuten en 4 seconden. Aangezien de evenaar 40.075 km lang is, beweegt iemand die zich op de evenaar bevindt, zich met een snelheid van 40.075/(bijna) 24 uur = 1.670 km/h. Bij ons, op de 51-ste breedtegraad, halen we nog altijd een snelheid van 1.050 km/h.
De middellijn bedraagt 1,4 miljoen kilometer, ruim honderd keer de middellijn van de aarde. Een ketting van honderd aardbollen zou dus strakgespannen in de zon passen. En als de zon hol was, zouden er meer dan één miljoen aardbollen in kunnen verdwijnen.