ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Bij een IQ van 70 tot 85 spreekt men van zwakbegaafdheid. In Nederland zijn er naar een (grove) schatting uit 2019 2,3 miljoen mensen met een IQ tussen de 70 en 85, en zo'n 440.000 mensen met een IQ onder de 70. Van de deze 440.000 mensen ontvangen ongeveer 110.000 mensen ondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg.
Hoeveel mensen in Nederland een verstandelijke beperking hebben, is niet precies aan te geven. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) schat het aantal op ongeveer 142.000 personen in 2013. Iets meer dan de helft heeft een lichte beperking (IQ: 50-69) en iets minder dan de helft een matig/ernstige beperking (IQ <50).
Volgens DSM-5 is sprake van een verstandelijke beperking op het moment dat iemand globaal 2 of meer standaard deviaties (SD) onder het gemiddelde 100 scoort. Dit komt overeen met een IQ van ongeveer 70 of minder.
De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) is een gereviseerd classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten. Het is nadrukkelijk geen diagnose-handboek.
De eerste DSM verscheen in 1952, in de loop van de jaren verschenen volgende versies. In 1994 verscheen de DSM-4, die het tot 2013 volhield, zij het met een tekstrevisie in 2000: de DSM-4-TR. In 2013 verscheen de Engelstalige versie van de DSM-5, in april 2014 de Nederlandse vertaling.
'Stoornissen' betreffen afwijkingen op orgaanniveau, 'beperkingen' worden door een persoon ondervonden bij het uitvoeren van activiteiten, en 'handicaps' hebben betrekking op de sociale nadelen die een persoon ondervindt als gevolg van gezondheidsproblemen.
De diagnose van een verstandelijke handicap wordt gesteld op basis van multimodaal onderzoek: gesprek met cliënt, ouders, leerkrachten, begeleiders … observatie van de cliënt in dagelijkse situaties. analyse van eerdere verslagen.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ van maximaal 75. Er zijn grote verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking. Daarom maken we onderscheid tussen mensen met lichte, matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking.
Een verstandelijke beperking is niet iets dat over gaat, je kunt het niet 'genezen'. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak ondersteuning nodig van hun verwanten, maar ook van professionals.
Bijvoorbeeld 'verstandelijke handicap, 'geestelijke handicap' of 'zwakzinnigheid'. Let op: een licht verstandelijke beperking is niet hetzelfde als 'zwakbegaafd'. 'Zwakbegaafd' wordt gebruikt voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85. Een verstandelijke beperking kan licht, matig, ernstig of zeer ernstig zijn.
Als mensen een laag IQ hebben, noemen we dit een verstandelijke beperking. Veel mensen met een laag IQ redden zich goed zelf, we noemen dit dan een lichte verstandelijke beperking (LVB). Mensen met een lichte verstandelijke beperking vinden een aantal dingen wél vaak moeilijk. Het oplossen van problemen is moeilijk.
Hieronder verstaan we een bepaalde mate van een achterstand in: Conceptuele vaardigheden zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen. Sociale vaardigheden zoals communiceren en het oplossen van sociale problemen. Praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer.
Wanneer iemand autisme heeft, is dat van invloed op zijn gehele ontwikkelen. Wanneer er dan ook nog sprake is van een verstandelijke beperking loopt de ontwikkeling niet alleen anders dan volgens de normale ontwikkelingsstadia, maar is deze ontwikkeling ook nog eens vertraagd.
In het VN-verdrag handicap is vastgelegd dat mensen met een beperking het recht hebben om zo zelfstandig mogelijk te wonen. Zo moeten mensen met een beperking bijvoorbeeld zelf kunnen kiezen waar en met wie zij wonen.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie).
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Een zeer ernstige verstandelijke beperking betekent dat de verstandelijke beperking dusdanig ernstig is dat het IQ niet betrouwbaar te meten is. Er is altijd sprake van een zeer ernstige motorische beperkingen, waardoor mensen met ZEVMB niet of nauwelijks gericht en bewust kunnen bewegen, waaronder voortbewegen.
Wat is het verschil tussen de DSM-4 en de DSM-5? De belangrijkste veranderingen in de DSM-5 zijn: Het assenstelsel waarlangs de verschillende diagnoses in DSM-4 werden gerubriceerd, is verdwenen.De DSM-5 kent drie secties.
DSM-5 criteria
1 Cognities (manieren van waarnemen en interpreteren van zichzelf, anderen en gebeurtenissen). 2 Affectiviteit (de variëteit, intensiteit, labiliteit en adequaatheid van de emotionele reacties). 3 Interpersoonlijk functioneren.
As I codeert alle psychiatrische aandoeningen, behalve de persoonlijkheidsstoornissen en de verstandelijke handicaps. As II codeert de persoonlijkheidsstoornissen en de verstandelijke handicaps. As III codeert de klinisch relevante, algemeen medische zaken.