De Nederlandse Guldens zijn allen geslagen in 72% zilver. Deze munten worden tegenwoordig voor de zilverwaarde verhandeld doordat deze waarde hoger ligt dan de nominale waarde. Zilveren guldens (1954-1967) wegen 6,5 gram per stuk en zijn geslagen in 72% zilver. Elke gulden bevat dus 4,68 gram puur zilver.
Het Nederlands muntgeld bevat zilveren guldens, zilveren rijksdaalders en zilveren tientjes.
Heb je een gulden uit dat jaar, dan kan je deze vergelijken met een later jaartal, door de munt bijvoorbeeld op een houten tafel te laten ronddraaien en naar het gerinkel te luisteren. Een zilveren gulden geeft een heldere toon, terwijl een nikkelen exemplaar doffer klinkt.
Zo werden er in de periodes van Koning Willem I, II en III en van koningin Wilhelmina munten geslagen die zwaarder waren in gewicht en een hoger zilverpercentage bevatten. Sommige van deze zilveren guldens zijn tegenwoordig zeer zeldzaam, waardoor ze bij verzamelaars een hogere winst kunnen opleveren.
Periode 1956-1967
Van 1954 tot en met 1967 werden er nog zilveren Nederlandse guldens geslagen (behalve in de jaren 1959 tot en met 1962) en van 1959 tot en met 1966 zilveren rijksdaalders, behalve in 1965.
Waarde van een zilveren tientje
Doordat de munten uit 1970 en 1973 zwaarder zijn dan de andere munten, bevatten deze zilveren tientjes relatief meer puur zilver. Hierdoor zijn deze ook meer waard dan de zilveren tientjes uit latere jaren, namelijk ongeveer 9 euro.
Gegevens Zilveren guldens (1954-1967)
De waarde van de gulden kwam overeen met EUR 0,45 per gulden.
Ook de laatste gulden die in 2001 is geslagen is geld waard. Daarop staat een kindertekening van een leeuw. Deze munt is in een beperkte oplage geslagen en kan zo een paar gulden opleveren als hij niet beschadigd is. Ook veel beleggers zijn geïnteresseerd in de zilveren gulden vanwege de hoge zilverprijs.
Voor de gouden munt uit 1728, geslagen in Hoorn, bracht op de veiling 196.800 euro op. Volgens Heritage Auctions Europe in IJsselstein is dit het hoogste bedrag dat ooit in Nederland voor een munt is betaald. Het gaat om een buitengewoon zeldzame munt die voor de Verenigde Oost-Indische (VOC) werd geslagen.
Het beste antwoord. Een zilveren gulden brengt ongeveer 3 à 4 Euro op, en een zilveren rijksdaalder 7 Euro. Je kunt dat heel makkelijk zelf controleren, door naar Marktplaats te gaan, en te zoeken op "zilveren rijksdaalder" en "zilveren gulden".
Reacties. Je gulden heeft een waarde van €4,10 de rijksdaalder is €9,50 waard.
Voorbeelden hiervan zijn de zilveren Maple Leaf, zilveren Philharmoniker en zilveren Eagle. Deze munten hebben altijd een gewicht van 1 ounce en een zilvergehalte van 999 ofwel 99,9%. Zilveren beleggingsmunten kunnen overal ter wereld worden verhandeld. Tot slot zijn er nog de zilveren penningen.
De ijstest is het beste toe te passen op zilveren baren en zilveren munten. De test is even simpel als doeltreffend. Leg een blokje ijs op het zilver. Wanneer deze direct smelt, alsof het ijsblokje op iets heet gelegd is, dan is de kans erg groot dat je met echt zilver te maken hebt.
De Belgische muntjes van 1 cent uit de jaren 1999, 2001 en 2008 zijn ongeveer 50 cent waard. De muntjes van 2 cent uit het jaar 2000 zijn tien keer hun nominale waarde waard en die uit 2008 zijn ook bijna 50 cent waard. Wil je echt een slag slaan, dan moet je op zoek naar muntjes uit kleine landen.
Indien men geen specifieke voorkeur heeft voor een speciale zilveren munt is de voordeligste munt als belegging de beste munt. Naast de bekende troy ounce munten zijn er ook zilveren kilomunten. Dit zijn de bekende zilveren Koala, Lunar en Kookaburra munten die worden geslagen door de Australische Perth Mint.
Met de Muntwet van 1948 Kwam het Kwartje van nikkel. Het Kwartje Vaak wordt een heitje genoemd. Dit is de vijfde letter van het Jiddische alfabet voldaan als getalswaarde Vijf. Een heitje staat dus voor Vijf stuivers.
Een stuiver is een voormalig Nederlands muntstuk met een waarde van 1/20 gulden. Deze waardeverhouding bestaat sinds de invoering van de carolusgulden en de stuiver door Keizer Karel V in 1521. De oudste bekende vermelding van de stuiver als muntstuk dateert echter van 1404.
De zilveren rijksdaalders van de periode 1959 t/m 1966 zijn geslagen in 72% zilver. Deze munten wegen 15 gram bruto, waarvan 10,8 gram zilver. Op de voorzijde van de munt is een beeltenis weergegeven van Koningin Juliana en op de achterzijde is een afbeelding van het Nederlandse wapen zichtbaar.
De meeste guldenbankbiljetten kunt u nog tot 1 januari 2032 inwisselen voor euro's. Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen. Andere valuta kunt u alleen omwisselen in het land waar het geld vandaan komt.
De waarde van een 10 gulden 1945 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 10 gulden biljet uit 1945 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.