Zwarte, droge necrose kan niet worden behandeld met maden. Chirurgisch debridement gebeurt in de praktijk meestal met een scherpe lepel (curette) of mes.
Een zwarte wond bevat necrotisch (dood) weefsel dat meestal verwijderd moet worden. Dit kan op verschillende manieren. Necrose belemmert de wondgenezing en dient daarom meestal te worden verwijderd (debridement). Als de wond droog is kan ervoor gekozen worden om deze droog te houden tot de korst loslaat.
Bij een gele wond is het wondbed bedekt met geel beslag dat gevormd wordt door necrose of fibrine. Deze, vaak taaie, laag moet altijd verwijderd worden. Dit kan chirurgisch, enzymatisch of autolytisch.
Necrotisch weefsel moet worden verwijderd door de wond te debrideren, zodat zich nieuw weefsel kan vormen en het wondbed kan bedekken, waardoor granulatie wordt gestimuleerd en de bioburden van de wond worden verminderd.
Necrose betekent afsterven van weefsel: deze vorm van infectie gaat gepaard met belangrijk weefselverlies. Hierbij komen toxische stoffen vrij, waardoor men zich algemeen ziek voelt en koorts krijgt. De oorzaak is een besmetting met dezelfde bacteriën als bij cellulitis.
Avasculaire necrose kan zowel niet-operatief of operatief behandeld worden. In een eerste fase kunnen we trachten de symptomen niet-operatief te behandelen. Door gebruik te maken van krukken kunnen we de druk op uw heup verminderen. Pijnstillers en ontstekingsremmers vangen daarnaast de meeste klachten op.
De overgang tot necrose kan enkele uren tot dagen duren, afhankelijk van de hoeveelheid bloedvoorziening die er nog is. Wanneer de necrotische plek geïnfecteerd wordt door bacteriën, kan droog gangreen overgaan tot nat gangreen.
Enzymatische necrose-oplossers bevatten enzymen die necrotische weefselresten oplossen. Deze weefselresten worden vervolgens bij de wondreiniging verwijderd (spoelen met kraanwater). Bij het gebruik van necroseoplossers moet er wel sprake te zijn van een vochtig wondmilieu.
Madentherapie is de behandeling van necrotische en/of geïnfecteerde wonden met behulp van laboratorium gekweekte, steriele maden. De maden die gebruikt worden zijn steriel gekweekte maden van de goudvlieg. Madentherapie kan als alternatief worden ingezet voor een chirurgisch debridement.
De voornaamste symptomen van avasculaire necrose in de heup zijn: Plotse hevige pijn in de heup zonder duidelijke oorzaak. Typische nachtelijke pijn.
Als er nauwelijks doorbloeding is, is de kans op wondjes en infecties groot. Wanneer deze infectie zich uitbreidt kan het weefsel afsterven, wat zich uit in donkerblauwe of zwarte verkleuringen. Dit wordt necrose (bij een droge wond) of gangreen ( koudvuur , bij een natte wond) genoemd.
In de longen kunnen zich haarden ontwikkelen met centraal verkazende necrose, waarin door verweking holten (cavernes) ontstaan. Als deze doorbreken in de lagere luchtwegen spreekt met van open tuberculose.
Gele necrose; gele necrose is afgestorven weefsel. Dit moet altijd van de wond afgehaald worden door de huisarts of verpleegkundige. Dit zal met een pincet, schaartje of mesje gedaan worden. Dermis en/of subcutaan vet; de dermis is de huidlaag onder je bovenste huidlaag (opperhuid).
De huid rondom zal warm, rood en pijnlijk zijn, wat duidt op een ontsteking. Deze vorm van necrose dient beslist verwijderd te worden, zodat de onderliggende ontsteking behandeld kan worden. Alleen dan kan de wond verder genezen.
Aseptische botnecrose betekent de vernie- tiging van normale botstructuur onder intact kraakbeen zonder verschijnselen van infectie.
Enzymatische necrose-oplossers
Deze producten bevatten enzymen die necrotische weefselresten oplossen. Deze weefselresten worden vervolgens bij de wondreiniging verwijderd (spoelen met kraanwater). Bij het gebruik van deze necroseoplossers dient er sprake te zijn van een vochtig wondmilieu.
Veel tumorweefsel bevat zogeheten necrotische gebieden waarin zich afgestorven cellen bevinden. Op die plekken is geen of nauwelijks zuurstof voorhanden, waardoor conventionele therapieën (zoals radiotherapie, chemotherapie en immunotherapie) niet optimaal werken.
Het wondbed van een gele wond is bedekt met een gele laag.Vaak is deze laag dik of half vloeibaar.Soms is het een taaie laag.Hierin bevinden zich de celresten en samengeklonterde eiwitten.
Wond met necrose of vervloeide necrose: de wond bestaat uit nat dood weefsel of een gele wond met vervloeid nat necrotische weefsel. Deze wonden ruiken sterk. Het doel van de wondzorg is het verwijderen van dood weefsel met enzymatische necrose-oplossers.
Necrotectomie wordt ook wel een chirurgisch/scherp debridement genoemd (3,4). Als het dode weefsel met schaar, mesje, pincet, curette of laser verwijderd wordt, spreekt men ook wel van scherp debridement (4). Door necrotectomie toe te passen kan de wondgenezing versneld worden.
Op nummer 1 van de lijst staat volgens de organisatie de Acinetobacter baumannii, een ziekenhuisbacterie. Vooral de luchtwegen en de longen worden aangetast door de bacterie. Maar ook salmonella, staphylociccus aureus of Neisseria gonorrhoeae komen op de lijst voor.
Patiënten voelen zich vaak ziek. Later wordt de huid warm en rood en nemen de ziekteverschijnselen toe, vaak met koorts, misselijkheid en diarree. De roodheid breidt zich zeer snel uit en uiteindelijk ontstaan er ook blaren en kan de huid zwart worden. Dit kan in de loop van uren tot dagen gebeuren.
Soms kan er door verscheidene oorzaken een probleem met de bloedtoevoer ontstaan naar sommige botten in het lichaam. Wanneer er een tekort ontstaat aan bloedtoevoer kan een deel van het gewrichtsoppervlak van het betreffende bot vervormen door afsterven van een deel van het bot (osteonecrose).
De wond kan niet genezen zolang dit weefsel aanwezig is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen. Als het zwarte weefsel loslaat aan de randen of als er tekenen van infectie zijn (roodheid om de wond, koorts of een onaangename geur), dan moet het weefsel chirurgisch worden verwijderd.