Allegro assai: 168 - 192 (assai betekent letterlijk heel veel)
Largo, Allegro, Presto
Largo, Allegro en Presto zijn alledrie woorden die de snelheid van een muziekstuk op een bepaald moment aangeven. Largo betekent 'zeer langzaam', Allegro betekent 'snel' en Presto betekent 'zeer snel'.
Voordat de metronoom werd gebruikt, stond andante qua snelheid gelijk aan de gewone wandelpas. Toen men ook metronoomgetallen ging gebruiken, werd andante gekoppeld aan een snelheid van 69 tot 84, dus 69 tot 84 tellen per minuut. Andante behoort daarmee tot de matig langzame tempi.
Noten van verschillende lengtes vormen samen een ritme. Het ritme van een muziekstuk hangt sterk samen met de maatsoort en met de afwisseling van sterke en zwakke maatdelen. Denk bijvoorbeeld aan het ritme van je hart, of aan het ritme van een tikkende klok (tik tak tik tak).
Een 6/8-maat daarentegen is een even maatsoort, samengesteld uit twee drietelsmaten, dus met hoofdaccent op de eerste achtste tel en een nevenaccent op de vierde tel. Een 2/4-maat met twee triolen is ritmisch geheel gelijk aan een 6/8, zodat men een 6/8-maat, zeker bij hoge tempi, in tweeën telt.
Presto is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft in welk tempo gespeeld moet worden. Presto betekent "snel". Vaak wordt deze benaming gebruikt voor het laatste deel van een meerdelig stuk in de Westerse klassieke muziektraditie, dat dikwijls een snel karakter heeft.
Largo is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die het tempo aangeeft waarin gespeeld moet worden. Largo betekent "breed", wat voor bijvoorbeeld de strijkers wil zeggen dat zij breed en zeer langzaam en gedragen moeten strijken. Largo behoort tot de zeer langzame tempi.
De Italiaanse term legato is afkomstig van het het Latijnse woord 'ligare' dat 'verbinden' of 'vastbinden' betekent. Door het verbinden van de noten klinken er geen stiltes tijdens een serie noten of frase. In een partituur wordt de legato-speelstijl aangegeven met bogen onder of boven een groep noten.
In bladmuziek wordt de maatsoort aangegeven met twee cijfers (in de vorm van een soort breuk) die meestal vooraan in de bovenste notenbalk staan. Het onderste cijfer geeft de waarde aan van de noot die geteld wordt. Een 2 staat daarbij voor halve noten, een 4 staat voor kwartnoten en een 8 voor achtste noten.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
Zacht uit te voeren passages worden aangegeven met de cursieve letter p of met 'piano' voluit geschreven. Er bestaan verschillende gradaties en variaties, zodat een componist preciezer kan aangeven hoe zacht een bewuste passage moet klinken: pp ofwel pianissimo: zeer zacht.
Allegro behoort tot de snelle tempi. Het metronoomgetal komt neer op 126 tot 138, dus 126 tot 138 tellen per minuut. De meer gebruikelijke interpretatie van allegro is derhalve een hoog tempo.
Andante is een tempoaanduiding, het betekent 'rustig voortgaand'. Het kan ook de titel zijn van een deel van een compositie.
Lento is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam tempo gespeeld moet worden. Letterlijk betekent het "slepend". Het behoort tot de zeer langzame tempi, zoals ook largo en grave.
Adagio is een van oorsprong Italiaanse muziekterm die aangeeft dat een muziekstuk in een langzaam comfortabel tempo gespeeld moet worden. Het woord adagio betekent letterlijk 'gemakkelijk' (ad agio).
Na prestissimo ('sneller dan presto') is presto het snelste tempo dat kan worden aangeduid. Het is gelijk aan ongeveer 168 tot 200 slagen per minuut.
Met de partituuraanwijzing 'a tempo' (uit het Italiaans te vertalen als 'naar het tempo') geeft een componist aan het hoofdtempo van het muziekstuk weer op te pakken.
Allerlei soorten pop- en hiphopmuziek hebben aantallen bpm tussen 90 en 120, terwijl dancemuziek meer dan 120 bpm telt. Bij hardcore house en speedcore is het aantal beats per minuut een stuk hoger, dat kan tussen de 170 en soms wel 300 liggen.
Allegro is een tempoaanduiding, het betekent 'levendig' en 'snel'. Er wordt soms ook een deel van een compositie mee bedoeld.
Bij de regelmatige twaalf achtsten maat komen er telkens 12 tellen in iedere maat. De achtste noot is teleenheid. De accenten worden weergegeven door het ">" tekentje. Deze twaalf achtsten maat is samengesteld en bestaat uit 4 groepjes van 3.