'Het briefgeheim is nooit absoluut, vrijwel geen enkel mensenrecht is absoluut. Het gaat bijna altijd over de vraag onder welke bepaalde voorwaarden een mensenrecht mag worden beperkt, waarbij nu de eventuele inbreuk door een rechter-commissaris wordt getoetst.
Als we het over mensenrechten hebben, moeten we dat streven voor ogen houden: de menselijke waardigheid van allen, niet de individuele vrijheid. Mensenrechten zijn daardoor ook zelden absoluut. Ze kunnen wel degelijk beperkt worden als dat noodzakelijk is, bijvoorbeeld in het algemeen belang.
Burgerrechten en politieke rechten
Integriteitsrechten (bescherming van de persoon en van zijn of haar privacy, huis en familieleven, martelverbod); Vrijheidsrechten (vrijheid van meningsuiting, van godsdienst en levensovertuiging, van vereniging).
Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Marie-Benedict Dembour stelde dat er vier scholen van gedachten over mensenrechten zijn. Dit zijn de natuurlijke school, de deliberatieve school, de protestschool en de discoursschool .
De mens bezit het recht op leven, vrijheid en veiligheid, het recht op eigendom en vrije meningsuiting: ieder individu heeft universele rechten. Deze onvervreemdbare rechten mogen alleen worden ingeperkt als de nationale of openbare orde in gevaar is (zoals in geval van oorlog of burgeroorlog).
Mensenrechten omvatten het recht op leven en vrijheid, vrijheid van slavernij en marteling, vrijheid van mening en expressie, het recht op werk en onderwijs , en nog veel meer. Iedereen heeft recht op deze rechten, zonder discriminatie.
Artikel 28 geeft burgers het recht op rechtssystemen en organisaties, nationaal en internationaal, waardoor mensenrechten ook daadwerkelijk worden beschermd. Binnen staten zelf, maar ook door samenwerking tussen staten wereldwijd.
Een absoluut recht is een recht dat onder geen enkele omstandigheid beperkt of geschonden mag worden, zelfs niet tijdens een afgekondigde noodtoestand .
Nu gebeurt dat onder meer in Saudi-Arabië , de Verenigde Arabische Emiraten , Bahrein en China, landen die mensenrechten op grote schaal schenden. In sommige landen die een groot internationaal sportevenement organiseren, nemen de mensenrechtenschendingen bovendien toe.
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut. Een vrijheid kan worden beperkt als er bijvoorbeeld sprake is van verstoring van de openbare orde. Een beperking van een grondrecht door de overheid is soms dus mogelijk, mits dit in een aparte wet wordt geregeld.
Mensenrechten beschermen in Nederland
Zo is bescherming van privacy een mensenrecht. Ontwikkelingen in de ict kunnen dit recht in gevaar brengen. De overheid bekijkt daarom voortdurend of nieuw beleid of regelgeving nodig is om mensenrechten beter te beschermen.
Het snelle antwoord: Alle mensenrechten zijn even belangrijk . Ze zijn allemaal afhankelijk van elkaar. De schending van het ene recht leidt vaak tot de schending van een ander recht. Er is geen hiërarchie tussen mensenrechten.
Het tegenovergestelde daarvan zijn negatieve rechten, wat inhoudt dat men het recht heeft onbelemmerd zijn gang te gaan, bijvoorbeeld, de vrijheid van meningsuiting, religie, drukpers, en dergelijke.
De Verklaring schetst 30 rechten en vrijheden die van ons allemaal zijn en die niemand ons kan ontnemen . De rechten die zijn opgenomen, vormen nog steeds de basis voor het internationale mensenrechtenrecht. Vandaag de dag is de Verklaring nog steeds een levend document.
In artikel 7 van de Grondwet staat dat niemand voorafgaand toestemming nodig heeft van de overheid om iets te zeggen of te schrijven in het openbaar.
De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.
Universele rechten
Mensenrechten vormen de grondslag van de democratie. Het idee van zogenoemde 'onvervreemdbare' rechten komt voort uit het natuurrecht, dat ervan uitgaat dat ieder mens vanaf de geboorte bepaalde rechten heeft, zoals de menselijke waardigheid en het bestaan als persoon.
Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.
De morele doctrine van mensenrechten is gericht op het identificeren van de fundamentele voorwaarden voor elk mens om een minimaal goed leven te leiden . Mensenrechten zijn gericht op het identificeren van zowel de noodzakelijke negatieve als positieve voorwaarden voor het leiden van een minimaal goed leven, zoals rechten tegen marteling en rechten op gezondheidszorg.
Thomas Hobbes, John Locke en Immanuel Kant waren voorstanders van theorieën over natuurlijke rechten, die suggereerden dat we fundamentele basisrechten hebben omdat we als mens geboren worden . Natuurrechtdenkers zien rechten als universeel (hetzelfde voor iedereen) en onvervreemdbaar (wat betekent dat ze ons niet kunnen worden afgenomen).
Theorieën over mensenrechten die gebaseerd zijn op waardigheid, welzijn of ontwikkeling, worden allemaal gemotiveerd door de wens om een bepaalde kwaliteit van leven te beschermen en te cultiveren. Omdat iemand leeft, moet hij een leven leiden dat gevuld is met waardigheid, welzijn of voortdurende ontwikkeling.